Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dopers

Vorig jaar oktober kregen de plannen om de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken en de Evangelisch Lutherse Kerk te verenigen, konkrete vorm, toen een "ontwerp kerkorde" werd gepubliceerd voor de "Verenigde Reformatorische Kerk". Over de achtergrond van die bedachte naam schreven we de vorige week. Het belangrijkste van de kerkorde was de grondslag.

Wij kennen als grondslag de Heilige Schrift en de Drie Formulieren van Enigheid als in alles met de Schrift overeenkomende. De Verenigde Reformatorische kerk zal ook de bekende drie formulieren hebben, jazeker, en daarnaast nog een paar belijdenisgeschriften meer. Daaronder is de Augsburger Confessie, het voornaamste belijdenisgeschrift van de lutheranen, en ook de Leuenberger Konkordie. En om dat laatste geschrift gaat het nu voornamelijk.

De Leuenberger Konkordie is nog niet zo oud. Zij stamt uit het jaar 1973. Dit geschrift is opgesteld als een gemeenschappelijk stuk van lutheranen en calvinisten, ter overwinning van hun onderlinge geschillen. In verschillende, vooral Duits sprekende, landen zijn de gereformeerden en de lutheranen al verenigd in één kerk. De Leuenberger Konkordie is bedoeld om hun fundamentele overeenkomst te laten zien. Maar die overeenkomst is er wel gekomen dankzij de moderne theologie. Het is een geschrift, niet uit de zestiende, maar uit onze eeuw.

In de Leuenberger Konkordie wordt uitdrukkelijk het leerstuk van de verwerping van eeuwigheid geloochend. En daarmee is dit geschrift voor ieder duidelijk in volstrekte tegenspraak met de Dordtse Leerregels. Wat het ene formulier leert, wordt in het andere formulier verworpen.

En nu heeft men wel vergoelijkend gezegd, dat het ene een belijdenisgeschrift is (de Dordtse Leerregels) en het andere een verklaring, maar dat doet aan het feit niets af dat men een kerk wil gaan stichten op de grondslag van geschriften die elkaar fundamenteel tegenspreken.

Wij gaan ook voorbij aan de volstrekt onbegrijpelijke verklaring die prof. dr. H. B. Weijland hiervan heeft gegeven. Deze dogmaticus en kerkhistoricus van de Gereformeerde Kerken was het spoor wel volstrekt bijster, toen hij beweerde, dat het leerstuk van de verwerping van eeuwigheid geen integraal bestanddeel van de Dordtse Leerregels vormt. Immers, aldus prof. Weijland, de classis, die onze vaderlandse kerk in de zeventiende en achttiende eeuw had in Noord-Amerika (in en rond het tegenwoordige New York, in plaatsen als Paterson) kende wel de Dordtse Leerregels, maar zonder de gedeelten waarin de verworpen dwalingen opgesomd werden, en werd toch ook erkend. Ook al zou dat zo zijn, dan heeft dat er toch totaal niets mee te maken, wat ieder kan vaststellen die maar even de Leerregels achterin zijn psalmboekje inziet.

Wij zouden geneigd zijn te zeggen, wat een dwaasheid toch, om een kerk te willen bouwen op een grondslag die zo innerlijk tegenstrijdig is. Er ligt echter een welbewuste gedachtengang achter. Deze namelijk, dat belijdenisgeschriften volgens de moderne inzichten helemaal geen grondslag mogen zijn.

Belijdenisgeschriften zijn niet meer dan "modellen", "voorbeelden van geloof' zouden we ook kunnen zeggen. Een modern mens zoekt zelf uit wat hij wil geloven. De een zoekt het hierin, de andere daarin. Men is daar vrij in. Alleen geeft de kerk daar een zekere richting aan, door een aantal modellen van geloven te presenteren. Dat kunnen modellen uit de tijd van de Kerkhervorming zijn, maar daar zijn ook modellen uit de twintigste eeuw bij (de Leuenberger Konkordie is niet de enige die de ontwerpkerkorde van de Verenigde Reformatorische Kerk noemt). Voor elk wat wils. Je zoekt maar uit wat naar je gading is. Wat het beste bij jou past.

Wie zo redeneert, is niet calvinistisch en ook niet luthers meer. Hij heeft het spoor van de Reformatie principieel verlaten. Dezulken zijn principieel het gevoelen van de dopersen toegevallen.

De doopsgezinden hebben van gezaghebbende belijdenisgeschriften nooit willen weten. Wanneer men daar belijdenis des geloofs zal afleggen, mag men zelf zijn eigen belijdenis opstellen en daarop het jawoord geven. Wij worden vaak voor dopers gescholden, maar de nieuwe Verenigde Reformatorische Kerk is pas echt dopers. Dat sluit overigens heel goed aan bij het individualistische denken van onze tijd.

Intussen is daarmee de totale ontsporing wel duidelijk.

Echt reformatorisch is het om de kerk te zien als een gemeenschap van gelovigen. En er kan alleen sprake zijn van een gemeenschap van gelovigen, wanneer daar belijdenisgeschriften zijn waarvan die gelovigen met elkaar getuigen: daar ligt ons gemeenschappelijk geloof in verklaard; daarin zijn wij één. Zo hebben belijdenisgeschriften een samenbindende kracht.

In de moderne visie presenteert de kerk een aantal "klassieke" en "eigentijdse" "geloofsgetuigenissen" en de leden mogen met behulp daarvan hun eigen "geloofsvisie" samenstellen, zoals men in een zelfbedieningsrestaurant met zijn bord langs de verschillende tafels gaat en pakt wat men het lekkerste vindt...

In de kerkorde van de Nederlandse Hervormde Kerk van 1951 werd nog gezegd in het befaamde artikel 10: "In dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift... doet de gehele Kerk ... in gemeenschap met de belijdenis der vaderen ... belijdenis van de zelfopenbaring van de Drieënige God". Dat was al een zeer bedenkelijke verzwakking, want men kan menen "in gemeenschap met de belijdenis der vaderen" te verkeren, terwijl het alleen maar een gemeenschap in geest en hoofdzaak inhoudt; het woord "overeenstemming" mocht niet worden gebruikt. Maar wat nu is klaargemaakt, is nog een veel en veel sterkere afval.

Na 1951 was het nog mogelijk om te zeggen: de praktijk in de Hervormde Kerk deugt weliswaar van geen kanten, maar de papieren van de kerk zijn nog altijd in orde; wij houden onze kerk aan haar papieren, aan de Drie Formulieren van Enigheid. Maar zal ooit de Verenigde Reformatorische Kerk met deze ontwerp-kerkorde een feit worden, dan zal men moeten zeggen: nu deugen zelfs ook de papieren totaal niet meer; ze zijn er niet meer. Wat overgebleven is, is een stel geschriften die elkaar gewoon tegenspreken.

De conclusie moet dan zijn, dat "de oude vaderlandse kerk", "de kerk der vaderen" of hoe men haar ook wil noemen, dan eenvoudig niet meer bestaat, ook niet voortgezet wordt in de nieuwe kerk.

Onze opvatting is overigens dat die kerk als organisatie al verdwenen is sinds het jaar 1816.

Hoe dan ook, het kan niet anders of degenen die nog enig gereformeerd (hervormd) besef hebben, moeten toch wel ten sterkste deze ontwikkeling verwerpen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1993

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1993

De Wachter Sions | 8 Pagina's