Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gelovig aannemen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gelovig aannemen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

Maarzouelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.

Joh. 1 : 12.

Geliefden, Mochten wij de vorige reize overdenken dat de Heere was gekomen tot het Zijne, en de Zijnen Hem niet aangenomen hadden, in ons tekstwoord wordt nu gesproken over de grote weldaad dergenen die Hem door het waarachtig genadewerk des Heiligen Geestes zijn ingeplant en door het geloof mogen aannemen. Want als er gesproken wordt over aannemen, dan gaat er altijd eerst de Goddelijke schenking of deelachtigmaking aan vooraf Want niemand kan iets aannemien, tenzij het hem van boven gegeven wordt. De Heere zegt het immers zo duidelijk: "Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader Die Mij gezonden heeft hem trekke. En die tot Mij komt, (alzo getrokken zijnde) zal Ik geenszins uitwerpen. Nu over deze zaken gaat het thans in deze overdenking. Het woord "Maar", waar onze tekst mee begint bepaalt ons bij het vorige: "En de Zijnen hebben Hem niet aangenomen". En daarom heeft dat woord: Maar ons toch wel wat te zeggen. Het is maar niet zo een verbindingswoord met het volgende, maar het leidt ons op naar het welbehagen Gods van uit de stilte der nooit begonnen eeuwigheid. Want daar ligt de oorzaak van het: Maar!

De oorsprong der uitverkoren Kerk ligt in het onveranderlijke welbehagen des Heeren. En in dat soevereine welbehagen wortelt de dubbele predestinatie, namelijk verkiezing en verwerping. Maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Daar ligt de verwerping en daaruit vloeiend de verharding. Maar zovelen Hem aangenomen hebben, daar ligt de verkiezing en de daaruit vloeiende vrucht, namelijk de genadige aanneming na Goddelijke schenking. Als men daar van afwijkt dan komt men, al is het nog niet tot de algemene verzoeningsleer, toch tot een oppervlakkige voorwerpelijke leer. Waarmede een mens bekeerd kan worden en blijven doch zonder wezenlijke grond. Maar kom, ons tekstwoord spreekt dan ook van dierbare zaken. Maar zovelen Hem aangenomen hebben. Dat zijn de uitverkorenen, naar de voorkennis Gods des Vaders. Uitverkoren in Christus van vóór de grondlegging der wereld. Deze zullen in de tijd worden toegebracht op grond van de aangebrachte gerechtigheid van de Middelaar. Want ook zij lagen buiten God en Zijn zalige gemeenschap geworpen op het vlakke des velds. Maar in het uur van Gods welbehagen zullen zij uit die staat verlost worden en Christus worden ingeplant. Als een gans verlorene zullen zij tot Hem gebracht worden en door het geloof met Hem verenigd worden. Hem aannemende als hun Borg en Zaligmaker door het toepassende werk des Heiligen Geestes. "Dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden". O, welk een wonder van genade opent zich hier. Door de zonde zijn wij de vorst der duisternis toegevallen en kinderen der verkeerdheid geworden. De Heere zegt: "Gij zijt uit de vader den duivel en wilt de begeerte uws vaders doen, die een mensenmoorder is van den beginne". Maar zo zijn zij ook van nature kinderen des toorns gelijk al de anderen. Maar nu door enkel vrije genade kinderen Gods geworden. En nu staat er in onze tekst: "Dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden". Dat wil volgens de kanttekening zeggen: Recht of waardigheid. En dat recht vloeit niet uit de mens, want dan is er maar één recht en dat is op de eeuwige rampzaligheid. Maar dat is een verworven recht door Christus. Hij heeft de rechtvaardigheid Gods verhoogd door aan dezelve genoeg te doen door lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid. En door vrije genade wordt Zijn volk Zijn gerechtigheid, die Hij voor hen verworven heeft, toegepast. Zodat zij worden bekleed met de klederen des heils en hen de mantel Zijner gerechtigheid wordt aangedaan. O, driewerf gelukkig die dat te beurt mag vallen. Daar spreekt ook de apostel Paulus van in Romeinen 8: "En die Hij te voren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt". Daar heeft u de gouden keten. De oorzaak, het gevolg en het einde. "Want zovelen als er dan door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods". O, welk een onuitsprekelijk wonder dat nu een kind des toorns en der vervloeking een kind Gods wordt en dat nu enkel om het eeuwige welbehagen Gods. Dan is het niets uit ons maar het al uit Hem. En dan: Namelijk die in Zijn Naam geloven. Dat is de oefening van het ingeplante zaligmakende geloof Want in de oefening richt dat geloof zich altijd op Christus en mag zij Zijn weldaden deelachtig worden. Dan is er in het geloof niet de minste twijfel, maar mag de ziel tot een zalige omhelzing gebracht worden met de Schoonste aller mensenkinderen, doch dan weet zij ook goed waar nu het ware leven der ziel in gelegen is. Dan wordt het ware zielspraktijk: Mijn God, U zal ik eeuwig loven, omdat Gij het hebt gedaan. Dan is waarlijk alle roem aan de zijde van de mens uitgesloten en vindt zij haar roem in vrije gunst alleen. Hierin is de eeuwigheid, opdat wij behouden wierden. Dan komt de ziel bij de Fontein en een volle beek van wellust maakt haar dan van liefde dronken. In die weg weet zij er iets van om te huppelen van zielevreugde. O, wat komt dan de wereld en al haar schijngenot op een laag pitje te staan. Als ongeloof weer eens moet wijken en banden verbroken worden dan krijgt zij betrekking op heiligheid. En wordt het beleefd met zeker dichter:

Daarom is mijn hart verblijd. Dat ik eens na deze tijd, Heere! U eeuwig zal aanschouwen, Leven in volmaakte deugd; Vrij van alle druk en rouwe, in volzalige hemelvreugd.

Dan wil het toch wat uitmaken geliefden, namelijk: "Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven". Welnu, de Heere geve er iets van te kennen door genade om van een kind des toorns een kind van God te worden om dan alzo in Zijn Naam te geloven en zich kinderlijk op de Heere te verlaten. De Heere verlevendige de zaken in het hart van Zijn volk en geve die dierbare oefening des geloofs om weer eens op goede gronden te mogen weten de dingen die hun van God geschonken zijn. Daartoe geve de Heere opwas in de genade en in de kennis van Christus, opdat het leven des geloofs uit Hem versterkt mocht worden en wij zouden mogen weten in Wien wij geloofd hebben om dan alzo een levende hoop op God te verkrijgen in leven en in sterven beiden. Amen.

Ederveen

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juli 1993

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Het gelovig aannemen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juli 1993

De Wachter Sions | 8 Pagina's