Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het behaagde de Heere

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het behaagde de Heere

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

Doch het behaagde de Heere Hem te verbrijzelen. Hij heeft Hem krank gemaakt; als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des Heeren zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan.

Jesaja 53:10.

Geliefden,

Met het volste recht mag Jesaja wel de evangelist van de oude dag genoemd worden. Op extra ordinaire wijze geroepen tot het profetische ambt, zie daarvan het zesde hoofdstuk, heeft hij zijn stem moeten verheffen tegen een zondig volk en koninkrijk. Hen de volvoering van het rechtvaardig oordeel over de zonden moeten aanzeggen. Doch ook op een dierbare wijze mogen spreken van de komst van de Middelaar in het vlees. Zeer heerlijk mocht hij de Persoon des Middelaars verklaren in het negende hoofdstuk het vijfde vers: "Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven en de heerschappij is op Zijn schouder en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid. Vredevorst". Zo mocht hij de Middelaar voorstellen in Zijn heerlijke namen en in Zijn werken zal nu de Middelaar Zich in die namen doen kennen. Nu van het werk van Christus spreekt dan ook onze tekst. Welk een dierbare en zielsvertroostende profetie van het Borgwerk van Christus mocht de profeet Jesaja te midden van een in de zonden wegzinkend volk doen. Hier werd Jesaja werkelijk in het heiligdom ingeleid. Bediend door God uit God mocht hij het ware Lam Gods aanschouwen. Dat ware Lam Gods Dat de Heere Zichzelf van eeuwigheid ten brandoffer voorzien heeft. Hier zag de profeet de Zone Gods Die in de schoot des Vaders is, de eeuwige Wijsheid Gods. De Borg van dat zoveel beter verbond. Daar het eerste verbond door het vlees krachteloos geworden is, moest de tweede Adam komen in de gelijkheid des zondigen vleses en dat voor de zonden, opdat Hij de zonden veroorde­ len zou in het vlees. Welnu, dat ware Lam Gods zag de profeet voortkomen als een rijsje. Want Hij is als een rijsje voor Zijn aangezicht opgeschoten, en als een wortel uit een dorre aarde; Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben. Neen, totaal geen heerlijkheid, maar alzo verdorven was Zijn gelaat meer dan van iemand. En daarom moest nu de profeet uitroepen: "Wie heeft onze prediking geloofd? En aan wien is de arm des Heeren geopenbaard? " Neen, zulk een verlosser begeert de gevallen mens niet. Dat is te arm, te onwaardig. Daar zijn wij nu net te hoogmoedig voor om door zulk een arm geworden Middelaar verlost te worden. Maar ja, ook alleen voor een door God arm gemaakte en ontledigde zondaar krijgt deze Middelaar waarde. Voor zulk een volk roept de apostel dan ook uit: "Gij weet de genade van onzen Heere Jezus Christus, dat Hij om Uwentwil is arm geworden daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden". In de volheid des tijds gekomen, is Hij in alles de broederen gelijk geworden, uitgenomen de zonden. En dat opdat Hij aan het recht der wet zou voldoen. Om de Zijnen van onder de vloek der wet te verlossen onder dewelke zij zich moed- en vrijwillig gebracht hadden in Adams diepe val. Hij was veracht en de onwaardigste onder de mensen en toch is Hij de allerwaardigste en dierbaarste Persoon. De enig geliefde Schootzoon des Vaders. Van eeuwigheid tot eeuwigheid God boven alles te prijzen in der eeuwigheid. Maar Hij heeft Zich uit eeuwige liefde tot de Zijnen zo nameloos diep willen vernederen. Zijn heerlijkheid verborgen achter het voorhangsel Zijner menselijke natuur is Hij gekomen tot het Zijne en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen.

Doch het behaagde de Heere Hem te verbrijzelen. Het behaagde de Heere. O, diepten des rijkdoms beiden der wijsheid en der kennisse Gods. Hoe onnaspeurlijk zijn toch die eeuwige Gods gedachten. Daar moet men nu waarlijk God voor zijn om zulk een weg en middel uit te denken waarin en waardoor nu een Drieënig God volkomen aan Zijn eer komt en de uitverkoren zondaar tot de volkomen herstelling en zaligheid. De Heere kon het met niet minder doen dan met het bloed en de offerande van Zijn enig geliefde Zoon. Maar zo zal Hij de Zijnen bearbeiden dat ook zij het met niet minder kunnen doen dan met Christus en Zijn gerechtigheid.

Neen, niet één der uitverkorenen zal er door een andere weg tot de zaligheid komen. Doch het behaagde de Heere Hem te verbrijzelen. De Borg geheel verbrijzeld als het ware Broodkoren. O, dat plaatsbekledend werk van de Middelaar. Naar het onveranderlijke welbehagen des Heeren om de verlorenen te zoeken en zalig te maken. Zijn gehele leven was enkel smartlijden. Onder een eisend recht, een verbroken doch gehoorzaamheid eisende wet en een onveranderlijke waarheid der Goddelijke bedreigingen tegenover de gevallen zondaar. Als Borg zijn al de eisen op Hem aangekomen. Daarom moest Hij als een rijsje voortkomen uit de afgehouwen tronk van Isaï. Om als waarachtig mens in ziel en lichaam te lijden en te sterven. Maar zo moest Hij ook waarachtig God zijn om die aangenomen mensheid in dat ontzaglijke lijden te ondersteunen en om een eeuwige waardij aan Zijn verdiensten toe te brengen. Alleen God en mens in één Persoon kon een volle gerechtigheid aanbrengen. De Heere vond een welbehagen in het verbrijzelen van Zijn lieve Zoon. Maar de Zoon vond ook een welbehagen in de verbrijzeling om door die weg al de heerlijke deugden Gods op te luisteren en voor de Zijnen de gerechtigheid aan te brengen en hun het leven te verwerven. Maar zo zal de uitverkoren zondaar door het werk des Heiligen Geestes ook een ware zielsverbrijzeling leren kennen. Want die Geest gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel. Een hartelijke smart over de zonden en een droefheid naar God zal gekend worden. Een vrezen en beven voor de hoge majesteit des Heeren zal zulk een ziel leren kennen. Ja, het zal zielsbevinding worden: Ik vond benauwdheid en droefenis. Rust noch vrede wordt gevonden om mijn zonden, in mijn beend'ren dag en nacht. Door de ware zielsontdekking en de openbaring van het recht en de heiligheid Gods zal de ziel geheel verslagen en verbrijzeld alle hoop op behouden te worden ontnomen worden. Maar zo zal er dan ook plaats komen voor de Persoon en de arbeid van Hem Die geheel verbrijzeld is geworden. O, welk een zalige verwondering baart dat de ziel als zij verwaardigd mag worden dat het oog voor Hem ontsloten mag worden. O, dat verliezen in dat eenzijdige Godswerk en dat tot verlossing van zulk een onreine, schuldige en verdoemelijke zondaar in zichzelf

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 1994

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Het behaagde de Heere

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 1994

De Wachter Sions | 8 Pagina's