Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Chalcedon

De Middelaar is God en mens in één persoon. Deze belijdenis van de kerk van alle eeuwen is noodzakelijk tot de zaligheid. Anders zou de verlossing een eeuwige onmogelijkheid zijn. Deze vereniging van de Godheid en de mensheid is niet te bevatten. Zij kan alleen aanbeden worden. Het komt binnenkort weer aan de orde bij de behandeling van Zondag 5 en 6, en ook bij Zondag 14: Wat moeten wij dan voor een Middelaar en Verlosser zoeken? Zulk een, Die een waarachtig en rechtvaardig mens is, en nochtans ook sterker dan alle schepselen, dat is, Die ook tegelijk waarachtig God is.

Wij zagen de vorige maal, dat dr. J. P. Zwemer in zijn boekje "Het gevaar van het hellend vlak" (pag. 84) de beschuldiging heeft gedaan: "Dr. C. Steenblok, de theoloog van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, neigde er toe de menselijkheid van Jezus in twijfel te trekken." We stelden vast, dat de bewijsplaatsen die hij voor die bewering noemde, niet kloppen, maar moeten er vanwege het belang van de zaak op doorgaan.

Het gaat hier om een aangelegen stuk van onze belijdenis, namelijk die van de twee naturen in Christus. Christus heeft twee naturen, verenigd tot de eenheid van Zijn persoon. Hij is een Persoon, en wel een Goddelijk Persoon. Zijn menswording deed geen nieuwe persoonlijkheid ontstaan. Als persoon is Hij van eeuwigheid, de tweede Persoon in het Goddelijk Wezen. Die ene persoon nam bij de Goddelijke natuur die Hij van eeuwigheid had, de menselijke natuur aan in Zijn menswording.

Deze leer van Christus' twee naturen is helder in het licht gesteld op enkele grote kerkvergaderingen in een bange worsteling van twee eeuwen tegen ketterijen. Tegen Arius werd Christus' Godheid beleden (Nicea 325), tegen Sabellius, ApoUinaris en anderen de leer, dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest één in wezen en drie in personen zijn (Constantinopel 381). Daarna kwam de kerkvergadering van Chalcedon in 451, die beleed dat de Middelaar God en mens is tegelijk, in enigheid des persoons. Dit was gericht tegen twee dwalingen, aan weerskanten. Eutyches leerde dat Christus' twee naturen tot één geworden waren. Zoals het water der zee een honingdroppel in zich opneemt, zo nam Christus' Godheid Zijn mensheid geheel en al op. Eutyches loochende daarmee Christus' menselijke natuur niet, maar zij was wel door Zijn Goddelijke natuur als geabsorbeerd. Het menselijke van Christus was bij Eutyches in het Goddelijke opgegaan. Zijn lichaam bijvoorbeeld was niet wezenlijk aan het onze gelijk. Vlak daartegenover stond Nestorius, die de twee naturen als twee verschillende personen zag, slechts één in gezindheid. Volgens hem deed men alleen zo recht aan Christus' waarachtig menszijn. Beider leer werd in Chalcedon veroordeeld. Wil Zwemer nu een voorstelling geven, als zou dr. Steenblok de oude dwaling van Eutyches zijn toegevallen?

Het is opvallend, dat hij in zijn beschuldiging niet spreekt van de mensheid, maar het woord "menselijkheid" gebruikt: Dr. Steenblok "neigde er toe de menselijkheid van Jezus in twijfel te trekken", volgens Zwemer. Hij is met dat woordgebruik in de lijn van vele theologen van deze tijd, die uit naam van de menselijkheid kritiek oefenen op de leeruitspraak van Chalcedon. We nemen als voorbeeld de hervormde ethische F. W A. Korff, kerkelijk hoogleraar in Leiden (1932 - 1942) in diens boek Christologie (1940). Korff keert zich tegen de leer van Chalcedon, dat Christus geen menselijke persoon heeft gehad. Hij stelt dat daarmee aan Zijn menselijke natuur "het persoon-zijn wordt ontzegd" (pag. 202). Men heeft volgens Korff per conciliebesluit aan de menselijke natuur iets ontzegd, waarvan anders iedereen gemeend zou hebben dat het tot haar behoorde. Men heeft daarmee afbreuk gedaan aan Christus' menselijkheid. In dezelfde lijn leerde de Duitse lutherse theoloog Paul Althaus in zijn dogmatiek Die Christliche Wahrheit (1947): "Tussen natuur en persoon kan men geen scheiding maken. Tot de menselijke natuur behoort de menselijke persoonlijkheid wezenlijk. Zo heft het onpersoonlijke het ware menszijn van Jezus op. Zijn gelovend en biddend ik, de waarheid van Zijn verzocht worden - de Logos (het Woord) kan niet verzocht worden" (II, 225).

Zij hebben vele navolgers, maar zijn door anderen ook weer bestreden, merkwaardigerwijs ook en heel duidelijk door de bekende Karl Barth. Hun spreken is namelijk een typisch product van het zelfstandigheidsdenken en het individualisme dat zo kenmerkend is voor de huidige tijdgeest. Een van de meest wezenlijke kenmerken van het menszijn is toch dat men een eigen, zelfstandige persoonlijkheid, een "ik" is? zo redeneert men. Hoe zou zonder dat "ik" sprake kunnen zijn van echt menselijk denken of willen, echte menselijke gewaarwordingen en gevoelen, een eigen wil, een eigen bewustzijn? Het is niet te verwonderen, dat men zo toch weer in de richting van Nestorius is gaan denken, die sprak van twee personen, in volkomen harmonie en samenstemming, een volstrekte geestelijke eenheid, twee personen, volkomen met elkaar verbonden.

De oude kerk heeft toch tegen Nestorius vastgehouden aan de eenheid des persoons in Christus, hoewel tegelijk belijdend, dat de menselijke natuur haar aard en eigenschappen volledig behield. In gulden woorden sprak het concilie uit, dat Christus is "eenswezens met de Vader naar Zijn Godheid en eenswezens met ons naar Zijn mensheid; ons in alles gelijk, uit­ genomen de zonde; van eeuwigheid uit de Vader gegenereerd naar Zijn Godheid, maar in het laatst der dagen om onzer zaligheid wil uit de maagd Maria, de moeder Gods, geboren naar Zijn mensheid; een en dezelfde Christus, Zoon, Heere, Eniggeborene; in twee naturen, onvermengd, onveranderd, ongedeeld, ongescheiden; terwijl nimmer het verschil der naturen is weggenomen door de eenheid, maar veeleer met behoud van de eigenaardigheid van iedere natuur in één persoon en hjrpostase (een moeilijk te vertalen begrip, maar ongeveer hetzelfde als persoon, Sch.) samenlopende, niet in twee personen verdeeld of gedeeld."

Men heeft ook van deze leeruitspraak wel gezegd, dat deze met de bekende vier "onnen" alleen maar zegt wat het niet is en niet wat het wel is, maar daarmee doet men die kerkvaders tekort. In deze uitspraak zijn de dwalingen van Eutyches en van Nestorius beide afgewezen, en is eerbiedig voor het geheimenis gebogen, dat niet in leeruitspraken te vatten is en dat de apostel noemt: de verborgenheid der godzaligheid is groot: God is geopenbaard in het vlees. Het Woord is vlees geworden. Die vereniging der twee naturen is niet anders te denken dan als een vereniging van de Goddelijke persoon met een onpersoonlijke menselijke natuur (dr. Steenblok, vraag 1399). Indien namelijk de menselijke natuur een eigen persoonlijk bestaan zou hebben, zou Christus slechts een mens zijn geweest, in nauwe gemeenschap levend met God. Zo wil het de moderne. Maar de zaligheid zou onmogelijk geworden zijn, zie Zondag 5 en 6. Maar neen. Zijn menselijke natuur had geen eigen persoonlijk bestaan naast het Woord. Zij was van de aanvang af door de Heilige Geest bereid voor de vereniging met Zijn Goddelijke persoon. De eeuwige Zone Gods heeft niet een mens, maar onze menselijke natuur aangenomen. Wanneer we dat belijden, wordt daarmee niet het allerminste afgedaan van het waarachtig-menselijke in Christus, maar wordt er wel dit mee gezegd: De menselijke natuur die in en uit Maria gevormd werd, heeft geen ogenblik op zichzelf bestaan, maar was van het allereerste moment der ontvangenis verenigd met en opgenomen in de persoon des Middelaars.

Daarmee wordt in genen dele tekort gedaan aan Christus' waarachtige mensheid. Dan horen we een van die oude kerkvaders, Gregorius van Nyssa tegenover ApoUinaris, die als een voorloper van Eutyches kan gelden, op het concilie van Constantinopel getuigen: "Indien Christus niet volledig mens was en is, zouden de Zijnen door Zijn lijden ook niet volledig verlost kunnen worden." Dr. Steenblok heeft voluit in dit spoor gestaan van het katholieke belijden van de kerk van alle eeuwen, van Chalcedon, van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikelen 18 en 19, onze Heidelberger Zondagen 5 en 6 en 14, tot nu toe.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1996

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1996

De Wachter Sions | 8 Pagina's