Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus de schoonste! (53)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus de schoonste! (53)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

Gij zijt veel schoner dan de mensenkinde­ren.

Ps. 45: 3a.

Geliefde lezer,

Toen de dichter van bovengenoemde tekstwoorden Christus' schoonheid door het geloof aanschouwde mocht hij Hem aanbidden met de uitroep: "Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen." Daarmee aanbad hij niet de menselijke natuur van Christus, maar Hem als God, Die bovenal te prijzen is in der eeuwigheid. Daarom komt Christus als de verheerlijkte Immanuël, God met ons. Goddelijke eer toe omdat Hij eenswezens is met de Vader en de Heilige Geest. Christus' Middelaarsambt is dan ook de grond niet van de aanbidding, maar een beweegreden, waardoor de ziel van Gods volk wordt gaande gemaakt om Hem als Middelaar te aanbidden. Het leert ons dan overduidelijk, dat de dichter in het roemen van Christus Hem als de Schoonste aller mensenkinderen mocht kennen als een Goddelijk Persoon, en daarom Hem aanbad in het erkennen van Zijn Goddelijke volmaaktheden, zoals geschreven is: "Ik zal uitspreken de heerlijkheid der eer Uwer majesteit en Uw wonderlijke daden" (Ps. 145 : 5). Doch behalve dat hij Christus mocht aanbidden vanwege Zijn Godheid, mocht Hij Hem ook roemen vanwege de schoonheid van Zijn menselijke natuur, naar ziel en lichaam, zijnde zonder zonde, vol van wijsheid, genade en heiligheid. En toen hij Christus' Middelaarsheerlijkheid. Zijn gepastheid, schoonheid, beminnelijkheid, dierbaarheid en noodzakelijkheid mocht ontdekt krijgen, was dit voor zijn ziel aanleiding om Christus te aanbidden! Wat krijgt Christus dan toch een oneindige waarde voor de ziel indien Hij Zichzelf openbaart als een Goddelijk Persoon in Zijn Middelaarsheerlijkheid.

Dan openbaart Hij Zich in Zijn Goddelijke en volmaakte liefde, en wordt het gelovig verstaan wat er geschreven staat van de wijzen uit het oosten: "En nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden" (Matth. 2:11). Dit deden ze echter niet toen zij bij Herodus, een aards koning, kwamen, doch wel bij de Koning der koningen: "Dewijl Hij uw Heere is, zo buig u voor Hem neder" (Ps. 45 : 12). Zij gaven hiermee te kennen, dat zij ootmoedige en getrouwe aanbidders van de Heere Jezus waren.

Daarom willen we nogmaals stilstaan bij: De tegenstelling tussen een ziel die de armoede van haar bestaan pijnlijk moet inleven, en Christus, Die haar rijk maakt door tot haar ziel te spreken en haar Zijn schoonheid te tonen, zodat zij Hem leert aanbidden met de gelovige uitroep: Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen."

Hoe kan Gods volk de hapers in het zieleleven gevoelen, indien zij Hem niet met haar gehele hart kan aanbidden, of Hem niet de eer kan geven noch Hem kan volgen met een gewillige ziel in al de wegen die Hij met haar inslaat. Aanbidden wil toch zeggen Zijn alwijs bestuur aan te merken als goed en volmaakt of deze nu onbegrijpelijk is voor het verstand of niet. Aanbidden betekent 's Heeren wegen te achten als recht en heilig of deze nu onbegaanbaar zijn voor het vlees of niet. Aanbidden is een heilige kunst die Christus Zijn Kerk leert door hen te oefenen in wegen van kruis en druk! Aanbidden sluit het a/bidden uit, daar het eerste tot Gods eer is en het laatste om eigen behoudenis, menselijke eer en vleselijke rust gaat. Aanbidden is de hoogste trap van Godsverering, doch afbidden de hoogste trap van onverenigdheid met Gods weg. Aanbidden is een daad des geloofs, doch afbidden een daad van ongeloof In het aanbidden is het oog des geloofs gericht op God en ziet men af van zichzelf en alle omstandigheden, maar in het afbidden ziet men niet op God maar op de omstandigheden waarin men verkeert.

Waarin bestaat dan dit gelovig aanbidden? Wel, dat men door genade in gewillige onderworpenheid zich aan Zijn voeten heeft mogen leren neerbuigen in de erkenning van eigen onwaardigheid en in de aanbidding van Zijn alwijs-Godsbestuur. Alsook in het onderworpen zijn aan Zijn wil en welbehagen; in het navolgen van Hem in een weg van vernedering, smaad en verachting; in het afzien van alles en iedereen, in het opzien tot Hem in alle aanvechtingen en noden; in het verloochenen van zichzelf en alle eigen kracht; in het betrouwen op Zijn naam alleen; in het vestigen van de hoop alleen op Zijn genadige bijstand en goedertierenheid; in het gelovig toevluchtnemen tot Zijn sterkte en kracht; in het omhelzen van Hem met alle kruisen en drukwegen; in het aanroepen van Hem om verlossing uit noden en in het begeren van Zijn sterkte in moedbenemende tijden; in het strijden met Hem tegen doodsvijanden, de duivel, de wereld en het eigen vlees; in het bekennen en erkennen van Hem als haar enige Zaligmaker en Heere; in het aanbidden van Hem als haar Heere en God; ja, in het roemen in Hem als de Schoonste aller mensenkinderen.

Vrienden, dat is Christus door genade te aanbidden, niet alleen met de mond, maar ook in het benodigen van Hem met de daad. O, welke wegen slaat de Heere niet met Zijn Kerk in, om het aanbidden van eigen naam, kracht, wijsheid, eer en aanzien af te leren. Hoeveel kruisen en drukwegen zijn er niet nodig om het afgod van het 'eigen ik' te verpletteren, en Christus als de enige ware God te aanbidden. Indien Christus niet door het geloof aangebeden wordt, dan bedoelt men altijd en in alles zichzelf Zonder genade blijft een mens roemen in Jezus, de enige Zaligmaker, met de mond, en verloochent men Hem met de daad. Doch indien genade weer de overhand mag krijgen in de ziel, dan zal men hartelijk bedroefd worden dat men Hem niet de eer gegeven heeft, ja, Hem nooit die eer kan geven die Hij waardig is. David mocht verlost worden uit de banden des doods en de angsten der hel, en toch wist hij niet hoe hij de HEERE vergelden kon voor al Zijn weldaden aan hem bewezen (Ps. 116).

Ook hierin krijgt Gods volk dan Christus nodig, die een volkomen gerechtigheid heeft verworven om ook haar onvolmaaktheid in het aanbidden te verzoenen. Welk een waarde krijgt Christus dan voor haar ziel, en wordt Hij werkelijk de Schoonste aller mensenkinderen. De rijkdom die in Hem ligt is niet onder woorden te brengen, maar alleen te aan-

Meditatie vervolg

bidden. Wat zal het dan zijn als zij straks God Drieënig mag aanbidden en uitroe­ pen: "De zaligheid zij onzen God, Die op de troon zit, en het Lam" (Openb. 7 : 10). De eeuwigheid zal dan niet te lang zijn om de heerlijkheid van het Lam te bezingen. Die als Middelaar deze heerlijkheid verkregen heeft.

Dit zal alleen geschieden op grond van Christus' verworven gerechtigheid, waar Gods Kerk hier door het geloof al iets van mag smaken.

Lere de Heere ons Hem te aanbidden. Die het waardig is om door allen aangebeden te worden!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 1996

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Christus de schoonste! (53)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 1996

De Wachter Sions | 8 Pagina's