Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De christelijke sabbat (4)

Het vierde gebod is onverminderd van kracht gebleven in de nieuwe bedeling. Het wezen van het vierde gebod is het Goddelijke tijdsritme: zes dagen werken, één dag afzonderen en den Heere heiligen. Zo was het in de dagen van het Oude Testament, zo is het in de nieuwe bedeling gebleven, en zo zal het blijven tot de jongste dag: zes dagen werken, één dag rust. Het bijzondere in de nieuwe bedeling is, dat deze dag is verbonden aan de dag dat Christus zegepralend als de Leeuw uit Juda's stam satan, hel en graf heeft overwonnen.

Vanaf het eerste begin, na de grote Paasmorgen, is de eerste dag der week bijzonder aan de dienst des Heeren gewijd. Dat kan geen inzetting van mensen geweest zijn. We schreven de vorige week: "Het stond Hem als de Heere van de sabbat en als de Koning van Zijn Kerk vrij, Zijn gemeente, naar Zijn soeverein welbehagen, door Zijn Geest zo te leiden dat de ordinantie Gods in het vierde gebod van een zevendaagse rustdag is overgebracht van de zevende dag naar de eerste dag."

Wij zouden daar graag een duidelijke tekst in de Bijbel voor hebben, maar ook daarin is de Heere vrij. Zijn Woord is geestelijk en kan ook alleen maar geestelijk worden verstaan. Er staat ook nergens een duidelijke bepaling dat kleine kinderen gedoopt mogen worden; nochtans hebben onze vaderen daar nimmer twijfel over gehad, of de praktijk van de kerk sinds de dagen van het Nieuwe Testament was gegrond op een inzetting des Heeren.

Het wezen van het vierde gebod is onveranderd gebleven. Het gaat om elke zevende dag, die na zes werkdagen volgt. De sabbattisten zien het wezen van het vierde gebod in het houden van de zevende dag naar de orde van de schepping. Dat is voor hen een eeuwigdurende inzetting, waaraan men zich precies moet houden. Maar is het duidelijk, dat dat allang niet meer mogelijk is. Ook in de dagen van het Oude Testament kon de sabbatdag al niet meer op de preciese zevende dag worden gehouden. Dat was alleen al onmogelijk geworden vanwege de stilstand van de zon een gehele dag ten tijde van Jozua, Jozua 10:13. Ook weten wij van het wonder in de dagen van Hizkia, dat de zon tien graden terug is gegaan.

Wie zal kunnen zeggen, wat er op dit gebied wellicht meer kan zijn gebeurd? Ook is de tijd in de verschillende delen van de wereld verschillend. Dat maakt allemaal duidelijk, dat het reeds een volstrekte onmogelijkheid is, om vast te kunnen stellen welke spanne tijds beschouwd zou mogen worden als de zevende dag naar de orde van de schepping. De verwarring is nog groter geworden, doordat het meer en meer gebruik is geworden, de zondag te beschouwen als de laatste dag van de week. Het is een uitzondering, wanneer men nog een kalender of zakagenda tegenkomt, waar de week met de zondag begint.

Wezenlijk zijn maar twee gegevens: het vierde gebod, dat de Goddelijke regelmaat voorschrijft van zes dagen werken, één dag rust, en de leiding Gods met Zijn Kerk, waardoor zij deze rustdag heeft verbonden met de dag van Christus' opstanding uit de doden. Zo is de zondag aan de Nieuwtestamentische kerk gegeven als een teken en zegel van de rust in Christus, van het grote werk der verlossing dat bevestigd is in Zijn verrijzenis.

Het is intussen diep droevig, dat nu ook van deze zijde de zondag zo aangevallen wordt. In een tijd waarin de wereld zich opmaakt om de laatste resten van de zondagsrust te vernietigen - men denke alleen maar aan de grote doorbraak van de openstelling van winkels op de dag des Heeren - komen er christelijke mensen vertellen, dat de Bijbel leert, dat de christelijke rustdag op zaterdag hoort te zijn. De wereld lacht erom en haalt zijn schouders op, zeggende: "Wat moeten wij met die Bijbel die blijkbaar zo verschillend kan worden uitgelegd? "

Droevig is ook de reactie van diverse leidinggevende personen uit het kerkelijke leven. In het RD van 26 september gaat de hervormde predikant dr. G. H. Cohen Stuart er zonder meer vanuit, dat de sabbat op zaterdag nog steeds Gods gebod is voor het joodse volk. Voor de christenen uit de heidenen is volgens hem geen duidelijk gebod. Uit het Nieuwe Testament is volgens hem niet te bewijzen dat zij de zondag zouden moeten houden als rustdag, maar evenmin dat zij de sabbat zouden moeten houden, en zeker niet buiten Israël. Wel benadrukt hij: "Er is schriftuurlijk niets tegenin te brengen als niet-joden de sabbat als rustdag willen houden." Hij zet uiteen, dat de sabbat duurt van zonsondergang tot zonsondergang en men dient zich dan ook te onthouden van de 39 soorten van werkzaamheden die volgens de joodse traditie op sabbat verboden zijn. Opmerkelijk! De christelijke traditie wordt verworpen, maar men wordt wel uitgenodigd tot het onderhouden van een joodse traditie waarvan geen spoor in Gods Woord te vinden is, en waarop Handelingen 15:10 van toepassing is: Nu dan, wat verzoekt gij God, om een juk op de hals der discipelen te leggen, hetwelk noch onze vaders, noch wij hebben kunnen dragen?

Hij suggereert dat de Sabbatsstichting en de Vereniging voor zondagsrust maar samen een plan moeten opstellen voor een onderhouden van beide, de sabbat als rustdag en de zondag als dag van de nieuwe schepping. Alsof het de mens vrijstond, het Goddelijke tijdsritme van het vierde gebod naar eigen believen te veranderen in vijf en twee!

Onthullend is overigens de stelling van dr. Cohen Stuart betreffende de Tien Geboden: "Die zijn gegeven aan het uit Egypte bevrijde volk Israël en niet aan niet-joden." Alsof de Tien Geboden geen scheppingsordeningen zijn, verplichtend voor alle mensen!

Een andere hervormde predikant, ds. C. den Boer, houdt in het RD van 21 september wel vast, dat aan de kerk de zondag als dag des Heeren is gegeven ter herinnering aan Christus' opstanding, en dat daarom christenen de zondag niet mogen inruilen voor de zaterdag. Maar zijn redenering roept eveneens sterke vragen op. Ds. den Boer betoogt: "De sabbat hoort bij Israël als volk des Verbonds. Dit teken van Israels afzondering is voor de christenen uit de heidenen verdwenen. Ze moeten echter wel het wezen van de sabbat vieren. Laat daarom de sabbat typerend zijn voor de jood, de dag des Heeren daarentegen voor de christen uit de heidenen." "In de volheid van de tijd komen de heidenen erbij. Ze mogen tot hetzelfde Verbond gaan behoren. Maar ze komen anders binnen. Ze hebben niet die specialiteiten die voor Israël zo kenmerkend zijn. Trouwens, als je de sabbat doordrijft voor christenen, zou je dat ook met de besnijdenis moeten doen. Want de Tien Geboden zijn niet los te maken uit het geheel van de Schriften. Daarom: laat de jood zich besnijden en de sabbat houden. Laten de christenen zich laten dopen en de zondag in ere houden."

Hoe nu? Geldt de oproep "Laat u dopen en uw zonden afwassen" de joden dan niet? Is het goed, wanneer zij vasthouden aan besnijdenis en sabbat, met afwijzing van doop en zondag? Dat kan een predikant der reformatie zo onmogelijk bedoeld hebben. Intussen staat het er zo wel.

In het christelijke gereformeerde Kerkblad voor het Noorden schrijft ds. M. Oppenhuizen, dat we niet op grond van de Bijbel kunnen zeggen dat de zondag in de plaats van de sabbat is gekomen. God "zette de sabbat apart voor Israël, maar niet de zondag voor ons", meent hij. Ds. Oppenhuizen: "Wat mij betreft: ik vind gedeelten als Gal. 4:8-11 en Col. 2:16 w zo duidelijk, dat ik niet begrijp hoe iemand kan zeggen dat we de sabbat of de zondag moeten heiligen." Met andere woorden: het vierde gebod geldt volgens ds. Oppenhuizen niet meer, althans geldt zeker niet meer voor ons. Alsof de twee gedeelten van Paulus die hij noemt, op het vierde gebod betrekking zouden hebben! Zie kanttekening 66 op Kolossenzen 2:16.

Hoe verhelderend kan het zijn, tegenover deze dwahngen onze oudvaderen te onderzoeken! Zie de catechismusverklaringen over het vierde gebod, met name Justus Vermeer. Hoe grondig hebben zij die dwalingen die thans weer zo'n opgeld doen, weerlegd.

Tenslotte: De strijd om de dag waarop de Heere wil dat Zijn sabbat wordt onderhouden, kan ons doen vergeten dat het belangrijkste is hóe wij de sabbat onderhouden.

Van de grote verzoendag staat geschreven: "Dat zal u een sabbat der rust zijn, opdat gij uw zielen verootmoedigt" (Lev. 16:31). Sabbatschenders zijn wij allen, ook al onderhouden wij Gods dag misschien met de grootste nauwkeurigheid.

Sabbatschenders zijn wij alleen reeds, omdat wij onze rust niet in de Heere zoeken, maar in onszelf. Waar dat waarlijk tot schuld wordt, "opdat gij uw zielen verootmoedigt", daar kan het sabbat worden, waar de Heere doet ingaan in Zijn rust, verworven door het werk van de enige Borg.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 1996

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 1996

De Wachter Sions | 8 Pagina's