Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dijkstal

"In de dagen van Herodes, de koning van Judea, was een zeker priester..." Met deze woorden begint het Kerstevangelie in de beschrijving van Lukas. Veelzeggende woorden. Want Herodes was een Edomiet. Zover was het met Juda gekomen. Moest het ook komen krachtens Gods eeuwige raad. Een Edomiet op Davids troon.

Ook wij worden nu door Edomieten geregeerd. Zelden bleek dat duidelijker dan woensdagavond 4 december in de Tweede Kamer, toen minister Dijkstal openlijk de vraag stelde of er in Nederland nog wel langer plaats kan zijn voor de zondag als een bijzondere dag.

Men krijgt de stellige indruk, dat dit "paarse" kabinet zich als doel gesteld heeft dat de zondag hoe dan ook kapot moet. Eerst was het minister Wijers, die probeerde de zondag tot een gewone koopdag te maken. Het is uiteindelijk nog beperkt gebleven tot maximaal twaalf koopzondagen per jaar, afhankelijk van de gemeente, maar toch is het hek van de dam.

Toen kwam minister mevrouw Jorritsma met een nieuwe beleidslijn bij Rijkswaterstaat, waardoor wegreparaties op zondag normaal werden.

Het verste ging nu minister Dijkstal, die zich afvroeg of er nog wel een zondag blijven kan. Hij had weer een heel nieuwe redenering. Er zijn immers in ons land steeds meer aanhangers van andere godsdiensten gekomen. Daar zijn erbij, die ook een wekelijkse rustdag kennen, maar wel op een andere dag: de joden op zaterdag, de moslims op vrijdag. Er is geen reden om de christenen te bevoorrechten. Is er een Zondagswet? Dan mogen de moslims ook een Vrijdagswet eisen, en de joden een Zaterdagswet, zei hij. In het ontkerkelijkte, multiculturele Nederland van nu kan de uitzonderlijke positie van alleen een christelijke wettelijk beschermde rustdag niet langer vanzelfsprekend zijn.

Natuurlijk bedoelde de heer Dijkstal niet, dat we nu voortaan in Nederland drie rustdagen achter elkaar zouden moeten hebben. Met het aanheffen van de leuze "gelijke behandeling" bedoelde hij alleen: Het moet uit zijn met de wettelijke bescherming van de zondagsrust; de zondag moet gewoon net zo'n dag worden als de andere dagen. Zou hij daarin zijn zin krijgen, dan zou dat niet betekenen, dat de moslims en de joden iets gewonnen zouden hebben. In wezen bekommerde hij zich helemaal niet om hen. De zondag moet weg. Daarom ging het.

Opvallend was dan ook, dat joden en moslims aanstonds lieten weten, helemaal geen behoefte te hebben aan verandering. Zij hebben al genoeg verlofmoge­ lijkheden om hun verplichtingen op vrijdag of zaterdag na te komen. Op sommige punten zouden de regelingen misschien wat te verbeteren zijn, maar zij hebben er geen bezwaar tegen, wanneer de zondag in Nederland de gewone wekelijkse rustdag blijft.

Ook verdient het de aandacht, dat blijkens een snel uitgevoerd onderzoek driekwart van het Nederlandse volk Dijkstals idee falikant afwees. Driekwart zei te hechten aan de zondagsrust. Ook een aanzienlijk deel van degenen die nooit naar de kerk gaan, zei de vrije zondag niet kwijt te willen.

Toch zal het overgrote deel van die driekwart die de zondagsrust gehandhaafd wil zien, nooit ofte nimmer lid worden van de Vereniging voor Zondagsrust. Dat is ook niet zo wonderlijk. De opvattingen over wat men met de vrije zondag wil doen, lopen nu eenmaal ver uiteen. Onze cultuur is gestempeld door het christendom. Zo heeft Nederland de zondag gekregen. Maar ook al hebben zeer velen kerk en geloof de rug toegekeerd, toch blijft men hechten aan het grote cultuurgoed van de zondag als vast rustpunt in de week. Dat heeft de heer Dijkstal schromelijk onderschat.

De huidige Zondagswet is er niet alleen om de mensen die naar Gods Woord wensen te leven, te beschermen. Dat dacht minister Dijkstal blijkbaar, doch ten onrechte. Het was het Eerste-Kamerlid Holdijk, die terecht wees op het grote verschil tussen de Zondagswet van 1815 en die van 1953. In de eerste werd gewezen op "de noodzakelijkheid om op het voetspoor onzer godsdienstige vaderen te treden". Die vaderen stelden "de hoogste prijs" op een "plichtmatige viering van de dag des Heeren". Dat is in de wet van 1953 allemaal verdwenen.

Er zijn zeer velen, die niet op bijbelse, maar op culturele en sociale gronden pleiten voor handhaving van het bijzondere karakter van de zondag. De zondag moet anders zijn dan doordeweeks; één gezamenlijke rustdag in de week is heilzaam voor een volk, zeggen zij, al is er in hun opvatting maar weinig of niets over van het oorspronkelijke karakter van de zondag als dag des Heeren. Wij moeten dat betreuren, omdat in deze opvatting van de zondagsrust de rustdag gebruikt kan worden voor sport en spel, voor recreatie, openbare vermakelijkheden en wat er allemaal meer is. Anderzijds mogen we ook wel beseffen, dat het nog een rem is, dat nog steeds de grote meerderheid van ons volk erop tegen is, de zondag gelijk te schakelen aan de andere dagen van de week. Daardoor is er voor ons nog de mogelijkheid, ongestoord naar de kerk te kunnen gaan en niet te hoeven werken op zondag.

Wat staat ons te wachten? Minister Dijkstal merkte dat hij onvoldoende bijval kreeg en stelde twee dagen later zijn mening al bij. Hij zei, dat dit kabinet de Zondagswet niet zal intrekken. Gezien de historie van de Nederlandse samenleving mocht de zondag van hem toch een dag van rust blijven. "Die zondagsrust moeten we gebruiken om met zijn allen te voetballen en andere belangrijke dingen te doen, als we maar realistisch blijven en vaststellen dat er allang geen rust meer is, " voegde hij er venijnig aan toe. Hij bleef volhouden dat de Zondagswet in strijd is met de Grondwet die geen bovenschikking kent van een bepaalde godsdienst. Hij wilde dat alle wetten eens nageplozen zouden worden op bevoorrechting van de christelijke religie.

Vorig jaar maakte hij al een soortgelijke opmerking met betrekking tot de vrijheid van onderwijs. Die vrijheid biedt diverse groepen in ons land de mogelijkheid hun kinderen onderwijs te laten geven, gebaseerd op hun godsdienstige beginselen. Een jaar geleden zei hij dat het tijd was om die vrijheid van onderwijs grondig te herzien.

De heer Dijkstal toont zich in dit alles een echte liberaal, van de meest onverdraagzame soort. Liberalen staan op een bepaald punt heel dicht bij de ouderwetse communisten. Beiden vinden zij, dat godsdienst zuiver een privé-zaak is. Godsdienst is moeilijk uit te roeien, dat heeft de praktijk wel geleerd; je kunt het ook beter maar niet proberen; maar op de duur zullen kennis en beschaving wel overwinnen, al kan dat nog lang duren. Zolang dus de godsdienst er nog is, moet wel volstrekt duidelijk zijn, dat godsdienst voor het openbare leven niet van belang is. Dus moet er ook zo min mogelijk aandacht aan geschonken worden. Privé-zaak, nietwaar?

Tegelijk zijn het momenteel de werkgevers, die om puur economische redenen in verschillende Europese landen de regeringen onder druk zetten om de wettelijke bescherming van de zondag als rustdag af te schaffen. Onder het motto dat er een "7x24-uurs-economie" moet komen om het Europese welvaartspeil te handhaven, wil men de werknemers dwingen tot werk op zondag, en dan liefst zonder enige compensatie in hun salaris. Dijkstals opvatting dat de zondagsrust in strijd zou zijn met de gelijke behandeling van alle godsdiensten, past wonderwel in de liberale visie om de zondag op te offeren ter wille van de economie.

Herodes was uit economisch oogpunt een succesvol koning. Hij bracht Judea een financiële bloei. Daarvan getuigen zijn imposante bouwactiviteiten. Samaria werd prachtig herbouwd. Caesarea werd voorzien van monumentale bouwwerken. Ook in Jeruzalem verrezen de mooiste gebouwen. In dit kader moeten wij het ook zien, dat hij de tempel te Jeruzalem schitterend restaureerde en verfraaide. Hij maakte de tempel tweemaal zo groot. Geen wonder dat een van de discipelen uitriep: Meester, zie, hoedanige stenen en hoedanige gebouwen! Maar Herodes bleef een Edomiet. Hij zocht er zichzelf maar mee. Hoezeer hij de Joodse godsdienst verachtte bleek wel uit de schouwburgen en theaters en renbanen die hij ook liet bouwen, en de spelen die hij organiseerde, hoe aanstotelijk ook voor de rechtgeaarde joden. Brood en spelen! In zulk een tijd werd Christus geboren. Gods raad wordt in dat alles volvoerd. Ook nu!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 december 1996

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 december 1996

De Wachter Sions | 8 Pagina's