Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wapenrusting Gods 266.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wapenrusting Gods 266.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

"En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes." (Efeze 6:15).

Hier is voorzeker het lachen bedoeld van de goddeloze. Nooit ziet het er bij hen meer naar regen uit, dan wanneer er zonneschijn is. Als hun aangezicht lacht, trekt hun consciëntie de wenkbrauwen samen. En evenzo is er nooit meer vrede en vertroosting in het hart van een heilige, dan wanneer somtijds zijn gelaat gans bedekt is van tranen. Als gij bij hem komt, en hem hoort zuchten en kermen om zijn zonde tegen God, dan zou gij naar huis gaan en schande roepen over die sombere godsdienst en de treurige toestand, waarin die man zich bevindt. En toch kan hij, die gij zozeer beklaagt, u vragen om dit medelijden te sparen voor uzelf en het niet aan hem te verspillen; want van die droefheid, die u zo afschrikt, zou hij voor al de vreugde der wereld geen afstand willen doen. Er is in die smart een verborgenheid, die gij niet kunt doorgronden. Weet dan, dat er een smart en benauwdheid des harten is, die voortkomt uit de schuld der zonde en de schrikkelijke verwachting van Gods toorn over de zonde, en een andere smart, die niet voortkomt uit vrees voor de toorn, of geboren wordt uit schuld, maar uit de bewustheid van het inwonen der zonde in de ziel, die de Christen aanport om te doen hetgeen onterend is voor die God, Die hem zijn zonden heeft vergeven. En dat is de droefheid, die de heiligen soms voor treurige, troosteloze wezens doet doorgaan, terwijl toch terzelfder tijd hun hart gans vol is van vertroosting door de bewustheid van Gods vergevende genade. Deze smart is slechts als een zomerregen, daar het hart vertederd is door de bewustheid van Gods liefde, gelijk de zomerregen veroorzaakt wordt door de warme zon, en zij laat de ziel - gelijk die regen een hof vol liefelijke bloemen - op welke zij valt, frisser en geuriger dan te voren.

b. Ofschoon sommige kostelijke zielen, die zich bij Christus hebben gevoegd en het Evangelie hebben aangenomen, voor het ogenblik in hun eigen consciëntie nog niet tot rust zijn gekomen, maar voor een wijle nog ontroerd en ontrust blijven in hun gemoed, zo genieten zelfs dezen toch vrede der consciëntie en dat wel in drieërlei opzicht. In hetgeen waarmee het gekocht wordt, in de belofte en in de kiem.

Ieder waar gelovige heeft vrede der consciëntie in de prijs. Het Evangelie geeft hem die prijs in zijn hand, waarvoor hij de vrede gewisselijk kan kopen, en die prijs is het bloed van Christus. Wij zeggen: "Goud is, dat goud waard is" - dat wij overal voor goud kunnen inruilen. Zodanig is het bloed van Christus. Het is vrede der consciëntie, omdat de ziel, die dit bloed heeft, het voor die vrede kan inruilen. God Zelf kan het arme schepsel niet afwijzen, dat aldus tot Hem bidt: "Heere, geef mij vrede der consciëntie, hier is Christus' bloed als de prijs er voor." Hetgene, waarmee de schuld betaald wordt, kan voorzeker ook de kwitantie der schuld doen verkrijgen. Vrede der consciëntie is niets anders dan een kwijtbrief van God, waarbij Hij verklaart dat de schuld, die de Goddelijke gerechtigheid had in te vorderen, volkomen betaald is. Het bloed van Christus heeft het grotere voor de gelovige gedaan, en dus zal het ook dit mindere voor hem doen. Indien er een medicijn was, welke ieder die haar inneemt, onfeilbaar gezond maakt, dan zouden wij veilig kunnen zeggen, dat zodra de kranke die medicijn ingenomen heeft, hij gezondheid heeft ingedronken. Zij is in hem, en ofschoon hij voor het ogenblik zelf nog niet gevoelt haar te hebben, zal dit met de tijd toch stellig wel blijken.

Ieder waar gelovige heeft vrede der consciëntie in de belofte. En wij achten datgene, waarvoor ons borg is gestaan, even goed als gereed geld in de beurs. Psalm 29 : 11. "De HEERE zal Zijn volk zegenen met vrede." Hij is er vast toe besloten, en wie zal het dan verhinderen? Het is wel de moeite waard voor u om de gehele Psalm te lezen, om te zien welk gewicht God hecht aan deze liefelijke belofte tot bemoediging van ons geloof in de verwachting van de vervulling er van. Wanneer in het hart des mensen alles in beroering is, als zijn consciëntie van niets spreekt dan van vuur en zwaard, en wrake van God over zijn zonde, dan is niets zo moeilijk om in zijn hart op te komen, dan gedachten van, of hoop op vrede en vertroosting. De Psalm toont aan wat grote dingen God doen kan, en dat wel door het eenvoudige spreken van een woord. "De stem des HEEREN is met kracht, de stem des HEEREN is met heerlijkheid, " vers 4. "De stem des HEEREN breekt de cederen, houwt er vlammen vuurs uit, doet de woestijn beven, doet de hinden jongen werpen." Deze God, Die dit alles doet, belooft Zijn volk te zullen zegenen met vrede, uitwendig en inwendig. Want, al zou Hij hun uitwendige vrede geven, zou Hij hen, zonder deze inwendige vrede, toch nooit met vrede kunnen zegenen, gelijk Hij hier belooft te zullen doen. Een treurige vrede niet waar? als men veilig is op straat, maar in huis wordt vermoord. Toch is het nog oneindig treuriger om vrede te hebben, beide in huis en op straat, maar krijg en bloed in ons schuldig geweten. Welke vrede kan het arme schepsel smaken of genieten, terwijl het zwaard van Gods toorn hem bedreigt in zijn consciëntie? Geen vrede met God Zelf Daarom heeft Christus de vrede der vergeving gekocht, ten einde vrede der consciëntie voor Zijn begenadigden te verkrijgen, en dienovereenkomstig heeft Hij hun die vrede in de belofte nagelaten. "Vrede laat Ik u. Mijn vrede geef Ik u, " Joh. 14 : 27. Daar ziet gij, is Hij beide de Erflater en de Uitvoerder van Zijn uiterste wil - om met Zijn Eigen handen uit te delen, wat Zijn liefde aan de gelovigen heeft nagelaten, zodat men niet behoeft te vrezen, of Zijn wil wel ten volle nagekomen zal worden, daar Hij Zelf leeft om hiervoor te zorgen.

Ieder gelovige heeft deze inwendige vrede in de kiem, of het zaad. "Het licht is voor de rechtvaardige gezaaid, en vrolijkheid voor de oprechten van hart." Psalm 97 : 11. Waar gezaaid? Waar anders dan in de voren van des gelovigen eigen boezem toen de beginselen van genade en heiligheid door de Geest Gods in hem gelegd werden. Vandaar dat het genoemd wordt: "de vreedzame vrucht der gerechtigheid, " Hebr. 12 : 11.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 1997

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De wapenrusting Gods 266.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 1997

De Wachter Sions | 8 Pagina's