Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wapenrusting Gods 268.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wapenrusting Gods 268.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

"En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes."

(Efeze 6:15).

God behoede u voor zulk een genezing van de benauwdheid uwer consciëntie, die duizendmaal erger is dan de kwaal zelf Het is beter een hond te hebben, die ons door zijn blaffen waarschuwt, dat er een dief in huis is, dan een hond te hebben, die stil blijft zitten, en ons zal laten beroven eer wij nog het minst besef van gevaar hebben.

2. Sommigen scheppen het water van de vrede der consciëntie uit een wettische waterbak. Al de vertroosting, die zij hebben, is ontleend aan hun eigen gerechtigheid. Het is dit goede werk, en die trouw volbrachte plicht, waarmee zij zich troosten, zodra er enige benauwdheid in hun hart opkomt. De hartsterking, die zij drinken om er zich mee op te wekken en te vertroosten, is niet ontleend aan de genoegdoening, die Christus door Zijn dood aan God heeft gegeven voor de zondaren, maar aan de gerechtigheid van hun eigen leven; niet aan Christus' voorbede voor hen in de hemel, maar aan hun eigen voortreffelijke gebeden op de aarde. In één woord, als een vonkje van onrust in hun consciëntie begint te gloren - en het zou wel vreemd zijn, indien, waar zoveel brandstof aanwezig is, er van tijd tot tijd geen vuur in zo iemands boezem werd ontstoken - dan worden niet het bloed van Christus, maar hun eigen tranen er op geworpen om het te blussen. Maar, wie gij ook zijn moogt, die op deze wijze te werk gaat, ik klaag u aan als een vijand van Jezus Christus en van Zijn Evangelie. Indien er in uw hof een kruid kon groeien om de wonden uwer consciëntie te genezen, waarom heeft de Heere Christus dan de balsem als zulk een zeldzaamheid aanbevolen, om welke te bereiden met Zijn eigen bloed. Hij opzettelijk van de hemel op aarde is gekomen? Waarom roept Hij de zondaren weg van allen en van alles behalve van Zichzelf, als van troosters zonder enige waardij, en nodigt Hij ons tot Hem te komen, zo wij rust willen vinden voor onze ziel? Matth. 11 : 28. Neen, arme mens, weet en geloof het - terwijl die wetenschap u nog goed kan doen - of Christus was een bedrieger en het Evangelie een fabel - en ik hoop dat gij niet zulk een ongelovige zijt nog erger dan de duivel is, om dit aan te nemen - of gij volgt de rechte methode niet, om uw door de zonde gewonde consciëntie te genezen en een vaste grond te leggen voor een duurzame vrede in uw gemoed. Gebeden en tranen - ik bedoel berouw en bekering - goede werken en trouw volbrachte plichten behoren niet nagelaten of verzuimd te worden, ja gij kunt zonder dezen nooit vrede in uw consciëntie hebben, toch zijn zij het niet, die deze vrede voor u teweeg kunnen brengen, omdat zij ook uw vrede met God niet kunnen bewerkstelligen. En vrede der consciëntie is niets dan de echo van vergevende genade, die, weerklinkende in de consciëntie, door haar liefelijke muziek de ziel tot rust brengt. En de echo is niets dan dezelfde stem, die zich herhaalt: zodat, indien gebeden en tranen, heilige plichten en goede werken ons de vrede der vergeving niet kunnen verschaffen, dan kunnen zij ons ook geen vrede van vertroosting schenken. Herinner u, dat ik zei: "Zonder dezen kunt gij nooit inwendige vrede hebben, en toch zijn dezen het niet, die u die vrede kunnen verschaffen." Een wond zou schier nooit kunnen genezen, indien men haar niet afsloot van de lucht en ook rein hield, maar toch is het de balsem, die haar geneest. Houd dus op, niet met bidden, of met enige andere oefening der Godsvrucht, of met het volbrengen van een plicht, maar daarmee, dat gij uit hun wortel uw vrede en vertroosting denkt te zien ontspruiten, want anders berooft gij u van elk nut en voordeel van die ware vrede, die het Evangelie u aanbiedt. Het ene weerstaat het andere, gelijk die twee vermaarde rivieren in Duitsland, die als haar wateren zich verenigen, zich toch niet met elkaar vermengen. De Evangelievrede wil zich met geen andere vrede vermengen, zich in geen andere vrede laten inlijven, als ik dit zo eens uitdrukken mag. Gij moet dit water of rein en onvermengd, of in het geheel niet drinken. "Wij", zegt Paulus voor zichzelf en voor alle ware gelovigen, "zijn de besnijding, wij die God in den Geest dienen, en in Christus Jezus roemen en niet in het vlees betrouwen", Filipp. 3:3. Alsof hij gezegd had: "Wij staan bij niemand achter in de vervulling van plichten en in de dienst der aanbidding Gods, want wij dienen God in de Geest, maar dat is toch niet de bron, waaraan wij onze blijdschap en vertroosting ontlenen, wij roemen in Christus Jezus, niet in het vlees, " waar hij datgene, hetwelk hij noemde God dienen in de Geest, nu in tegenstelling met Christus en het roemen in Hem, vlees noemt. Er zijn nog anderen, die wel de balsem van het Evangelie gebruiken om de wonden hunner consciëntie te helen, maar dit doen op zeer on-evangelische wijze. De zaak, waarop zij hun vrede en hun vertroosting gronden, is recht en goed - Christus, en door Hem de genade Gods in de belofte aan arme zondaren. Hoe zou men het beter kunnen uitdrukken? Maar in de toepassing er van gaan zij niet naar de regel en de orde van het Evangelie te werk. Zij stelen de belofte veeleer, dan dat zij Christus' toestemming er voor zoeken. Zij eigenen zich haar roekeloos en aanmatigend toe - evenals Saul, die zó veel haast had, dat hij niet kon wachten totdat Samuel kwam om voor hem te offeren, maar stout en vermetel zelf aan het werk gaat, eer Samuel komt; in lijnrechte tegenspraak met hetgeen hem bevolen was. Aldus hebben velen zó veel haast om getroost te worden, dat zij niet willen wachten op de komst van de Geest Gods, om naar de orde van het Evangelie hun consciëntie te besprongen met het bloed van Christus, maar dit heiligschennend zelf doen door zich de vertroosting toe te eigenen van de beloften, die hun voor het ogenblik nog in het geheel niet toekomen. O mijne vrienden, kan dit goed eindigen? Zou iemand goed te rade gaan met zijn gezondheid, die niet op het dokters recept wil wachten, maar naar de apotheker gaat en medicijnen neemt, zonder het voorschrift van de dokter hoe die medicijnen bereid en ingenomen moeten worden? Dat is het wat ieder onheilige doet, die leeft in de zonde, en zich toch besprengt met het bloed van Christus en zich verblijdt in Gods vergevende genade. Doch laten de zodanigen weten, dat gelijk het bloed van het Paaslam niet gestreken werd aan de deuren der Egyptenaren, maar aan die der Israëlieten, zo moet ook het bloed van Christus niet gesprenkeld worden op de hardnekkige zondaar, maar op de oprecht boetvaardige. Ja meer, gelijk dat bloed niet uitgestort werd op de dorpel van de deur der Israëlieten, waar het vertreden zou kunnen worden, maar aan de zijposten moest worden gestreken, zo moet ook op de gelovige zelf, zolang hij nog in een zonde ligt, waarvan hij zich niet bekeerd heeft, het bloed van Christus niet toegepast worden te zijner dadelijke vertroosting. Dat zou in waarheid wezen dat bloed uit te storten ter plaatse waar het met de voeten vertreden wordt. David heeft met schaamte en smart zijn zonde beleden, eer Nathan hem vertroostte met de tijding van Gods vergeving.

(wordt vervolgd)

W GurnalL

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1997

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De wapenrusting Gods 268.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1997

De Wachter Sions | 8 Pagina's