Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jaarwisseling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarwisseling

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

Om welke oorzaak ik ook deze dingen lijd, maar ik word niet beschaamd; want ik weet, Wien ik geloofd heb, en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot dien dag.

2 Tim. 1:12.

Het ware geloof is een nooit beschamend geloof. De apostel was thans te Rome gevangen. De tijd zijner ontbinding was aanstaande. Hij kon er wel zeker van zijn dat een gewelddadige dood hem stond te wachten. Om de Waarheid die hij had verkondigd, was hij banden en verdrukking onderworpen. In de tekst spreekt hij dan ook over een lijden. "Om welke oorzaak ik ook deze dingen lijd", zo zegt hij in de tekst. Maar in deze verdrukking mocht hij ervaren welk een rijke troost er voor hem te vinden was in de Waarheid die door hem was verkondigd. Met die Waarheid kon hij niet beschaamd uitkomen. Hij was geen kunstig verdichte fabelen nagevolgd. Zulk een Evangelie was door hem verkondigd waarvan hij de kracht innerlijk had mogen ervaren.

Het behoefde voor hem ook geen vreemde zaak te zijn, dat hij om zijn prediking verdrukking onderworpen was. In Handelingen 9 waar zijn bekering ons beschreven staat, lezen we dat de Heere tot Ananias heeft gezegd: "Ga heen, want deze is Mij een uitverkoren vat, om Mijn Naam te dragen voor de heidenen en de koningen en de kinderen Israels. Want Ik zal hem tonen hoeveel hij lijden moet om Mijn Naam". Dat lijden was dus aan zijn bediening verbonden. De prediking die hij bracht, bevatte de volle Waarheid en met die Waarheid kon hij niet beschaamd uitkomen.

Timotheüs zou er ook niet beschaamd mee uitkomen. In het 8e vers lezen we, dat de apostel hem heeft geschreven: "Schaam u dan niet voor de getuigenis onzes Heeren, noch voor mij, die Zijn gevangene ben; maar lijd verdrukkingen met het Evangelie naar de kracht Gods". Timotheüs moest er maar goed over denken wat de inhoud was van het Evangelie waarvan hij evenals de apostel een prediker mocht zijn. In de verzen 9 en 10 heeft hij hem daarop gewezen. "Die ons heeft zalig gemaakt, en geroepen met een heilige roeping, niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen. Doch nu geopenbaard is door de verschijning van onzen Zaligmaker Jezus Christus, Die den dood heeft tenietgedaan, en het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie". Het was dus de vrije genadeleer die door de apostel was verkondigd en die ook Timotheüs had te prediken.

In die leer wordt er geen zaligheid gepredikt die afhangt van het werk van de mens. Paulus roemde in het vrije Goddelijke welbehagen. Als men zelf de zaligheid door zijn werken moest verdienen, zou men nimmer tot de zaligheid kunnen komen. Men zou dan dus ook nooit van de toekomstige zaligheid verzekerd kunnen zijn. Roomsen en Remonstranten leren een afval der heiligen. Geen wonder. Als men zelf de zaligheid moet verdienen, moet men die ook zelf bewaren. Maar Paulus mocht weten dat de zaligheid voor hem bewaard bleef Hij zegt in de tekst die we thans even overdenken: "en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot dien dag”.

De zuivere Waarheid zal zegevieren. Gods eer is daar zo nauw aan verbonden. In die Waarheid wordt God op het hoogst verheerlijkt en de zondaar op het diepst vernederd. Maar daar komt dan ook alles tegenop van binnen en van buiten. De mens wordt nooit vijandiger dan dat hij in zijn godsdienst wordt aangetast. Paulus wist bij ervaring hoe vijandig hij in zijn eigengerechtige ijver tegen de leer van vrije genade was geweest. Maar door genade had hij geleerd om wat hem gewin scheen te zijn, schade en drek te leren achten om de uitnemendheid van de kennis van Christus. En zo kon hij dan ook geen andere weg tot de zaligheid prediken dan de weg van vrije genade. In zijn ambtelijke bediening was hij er wel achtergekomen wat deze Waarheid voor hem inhield. Als hij zo zalig moest worden, zoals hij die weg ook aan anderen verkondigde, dan betekende dat voor hem ook geen genietend leven voor het vlees. "Om welke oorzaak ik ook deze dingen lijd". Daar kan het vlees het nooit mee eens zijn. Het vlees onderwerpt zich die wet van God niet. Het bedenken des vleses is vijandschap tegen God. Ook het vrome vlees moet gekruisigd worden in zulk een weg. Maar zo worden de ware dienaren van het Evangelie ook toch steeds meer gesterkt in hun geloof in de waarheid van dat Evangelie dat zij te verkondigen hebben. Dat doet hen de vrije genadeleer steeds meer zo hoog houden. "Want ik weet, Wien ik geloofd heb". Paulus geloofde niet in iets waarvan hij niet met zekerheid wist of dit wel bestond. Velen vragen zich af: Wat moet ik nu geloven? In elke godsdienstige richting denkt men dat men het bij het goede eind heeft. Maar Paulus wist wel dat hij het bij het goede eind had. Hij mocht iets geloven en verkondigen waar hij eerst bitter vijandig tegen was geweest. En zijn vlees bleef er nog vijandig tegen. Een weg van verdrukking, die God ook tot ontdekking gebruikt, is afsnijdend voor het vrome vlees. Maar steeds mag men toch ook weer zien dat zo de vrije genade heerlijker uit gaat blinken. En zo wordt de vrije genade de ziel ook dierbaar. Hier schittert Gods eer uit en wordt God ook zulk een beminnelijk Wezen voor de ziel.

De apostel spreekt in de tekst uit een zekere geloofswetenschap. De gekruiste Christus Die hij mocht prediken, had hij tot de zaligheid zijner ziel leren kennen. Het had Gode behaagd Zijn Zoon in hem te openbaren. Als dat gebeurt, vindt er iets plaats waarvan men weet dat dit geen inbeeldingen of hersenschimmen zijn geweest. Zeker, men kan er later wel mee aangevallen worden dat alles maar fantasie geweest is. Maar de liefde waarmee de kennis van die Persoon gepaard ging, is toch een blijvende liefde. Maar de tekst houdt nog meer in. "Want ik weet, Wien ik geloofd heb". Dat is het geloof in een drieënig God. God de Vader blijft geen onbekende voor de ziel. En ook die dierbare Persoon des Heiligen Geestes niet. We weten dat we eens in het holle van de nacht door deze woorden zeer vertroost geworden zijn. Nergens hadden we meer houvast aan en waren niet in staat om

Meditatie vervolg

Gods Woord nog te bedienen. God bracht ons echter bij deze dierbare troostvolle woorden en bracht er ons naar terug hoe Hij Zich als een drieënig God door onze ziel had doen kennen. O, welk een overweldigende liefde is dat geweest! Liefde des Vaders, liefde des Zoons en liefde des Heiligen Geestes! Toen stemden we met de apostel in: "Want ik weet, Wien ik geloofd heb". In dit korte bestek van een meditatie voor de jaarwisseling kunnen we nu niet nader op de inhoud van deze tekst ingaan. Het is ons nodig te weten hoe we tot de kennis van een drieënig God gekomen zijn. Daardoor zullen we weten hoe de zaligheid van de Kerk vast verankerd ligt in de verkiezende liefde des Vaders, in de verlossende liefde des Zoons, in de toepassende en heiligende liefde des Heiligen Geestes.

En zo is daar dan ook aan verbonden: "en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot dien dag". De apostel spreekt hier over zijn pand. Wat bedoelt hij daarmee? De bediening van het Evangelie wordt in dit hoofdstuk ook door hem een pand genoemd. Timotheüs moest dat goede pand bewaren, dat hem was toebetrouwd. Maar in de tekst die nu onze aandacht vraagt heeft hij met het pand de toekomstige zaligheid bedoeld. Dat pand had de apostel zelf niet in handen. Dat pand was bij God weggelegd en bleef bij Hem bewaard. O die zekerheid die daarin toch ligt van die toekomstige erfenis!

Dat pand blijft bewaard tot dien dag. Welke dag? De grote dag van Christus' wederkomst. Die dag gaan we tegemoet. De jaarwisseling doet ons daar ook weer aan denken. Wat zal het nieuwe jaar ons brengen? Het leven is vol tegenheden en dit jaar kan ook het jaar van ons sterven zijn. Maar daarbij zijn er de dreigende oordelen Gods. Wat zal er nog aan de wederkomst des Heeren in een korte tijd voorafgaan? De dag des Heeren komt, brandende als een oven. De apostel kon spreken over zijn pand. Kunnen wij daar ook zo over spreken? De apostel wist Wien hij geloofd had. Als men in de liefde van een drieënig God zich zal mogen verliezen, dan gaat dat niet buiten de mens om. Daar is men bij. Dat houdt het in, als de apostel zegt: "want ik weet, Wien ik geloofd heb”.

We moeten onze meditatie afbreken. De Heere gedenke ons bij de jaarwisseling en ook in het jaar dat voor ons ligt. Hij gedenke onze ambtsdragers, onze geliefde ambtsbroeder en onze student. Ook al degenen die hun arbeid aan ons kerkelijk blad verrichten. Onze zo aktieve administrateur en de drukker van ons blad, die zo zorgvuldig zijn arbeid hieraan besteedt. Zijn zegen mocht rusten op al de arbeid in al onze stichtingen. De medewerkers aan ons blad, alsook al onze lezers wensen we Gods onmisbare zegen toe in het nieuwe jaar. Maar bovenal geve Hij ons deel aan dat pand waarvan de apostel mocht weten dat het voor hem was weggelegd en bewaard bleef En dat tot die dag. Daar ging het verlangen van de apostel naar uit. Ons verlangen ook? Dan zal de zaligheid pas een uiterste volkomenheid voor de Kerk hebben bereikt. God zal dan scheppen een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarin gerechtigheid wonen zal.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 december 1997

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Jaarwisseling

Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 december 1997

De Wachter Sions | 8 Pagina's