Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hopende en Uitiziende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hopende en Uitiziende

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Romeinen 14 : 18 en 19.

Want die Christus in deze dingen dient, is Gode weibehaaglijk en aangenaam den mensen. Zo dan laat ons najagen hetgeen tot vrede en hetgeen tot stichting onder elkander dient.

HOPENDE: Het was toch wel een dierbare en rijke stof die we de vorige keer met elkaar mochten overdenken. Het Koninkrijk Gods is niet spijze en drank, maar rechtvaardigheid en vrede en blijdschap door den Heiligen Geest. We hebben de inhoud van die woorden maar een weinig kunnen aanstippen. De apostel heeft met die woorden gewezen op het tegenovergestelde van wat de gelovige Romeinen veelal bezig hield. Uitwendige dingen hadden veelal de boventoon. Daardoor was er nogal wat twist onder hen. Maar als ze meer de inhoud zouden mogen verstaan en beleven van wat de apostel ze in het vorige vers heeft voorgehouden, dan zou men over bepaalde uitwendige dingen zich zo druk niet meer maken. Daarom zegt de apostel nu: "Want die Christus in deze dingen dient, is Gode weibehaaglijk en aangenaam den mensen". In het Koninkrijk van Christus is er vrede en blijdschap te vinden door de Heilige Geest. Het is geen geringe zaak om een onderdaan van deze Koning te mogen zijn. De wereldling versmaadt hetgeen in dit Koninkrijk te vinden is. Men denkt dat de dienst van God een somber leven betekent. En men zou er ook wel reden toe vinden om zo te denken, als men de onderdanen van dat koninkrijk zich bezig ziet houden met zulke dingen als waar de apostel tegen heeft moeten waarschuwen. Salomo's rijk was een rijk des vredes en dat nog maar als een flauw voorbeeld van het rijk van de meerdere Salomo. Maar welk een blijdschap bracht die vrede toch ook met zich mee. Psalm 72 geeft daar wel een duidelijk getuigenis van. De dienst des Heeren is waarlijk een zalige dienst. Neen, die dienst is geen wettische en slaafse dienst. Maar de Koning wordt dan ook alleen recht verheerlijkt door zulke onderdanen die Hem met blijdschap dienen. Daarom zegt de apostel dat dit Gode weibehaaglijk is. Hij spreekt over een dienen van Christus. Christus is dus ook wel in het bijzonder het Voorwerp van die dienst. Van Hem horen we de dichter van de 89e Psalm zeggen: "Zij zullen zich den gansen dag verheugen in Uw Naam, en door Uw gerechtigheid verhoogd worden. Want Gij zijt de Heerlijkheid hunner sterkte, en door Uw welbehagen zal onze hoorn verhoogd worden. Want ons schild is van den HEERE, en onze Koning is van den Heilige Israels". Zijn Koningschap rust op Zijn Priesterschap. Als Priester heeft Hij die gerechtigheid verworven, waardoor er een ware vrede en blijdschap voor Zijn onderdanen is te vinden.

UITZIENDE: De apostel spreekt dus over een dienen van Christus in deze dingen, dus in die rechtvaardigheid, vrede en blijdschap. De vrucht van de toegerekende gerechtigheid van Christus is een wandel in ware heiligmaking. Daar heeft Zacharias in zijn lofzang van mogen getuigen, als hij gezegd heeft: "Dat wij verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem dienen zouden zonder vrees. In heiligheid en gerechtigheid voor Hem, al de dagen onzes levens". De onderdanen van deze Koning worden wel door vele vijanden gehaat, maar zonder dat zij daar oorzaak toe geven. En zeker mogen zij daar dan ook geen oorzaak toe geven door onderling met elkaar te twisten. De vijanden zullen moeten zien hoe lief ze elkaar hebben. Maar dan moet er ook een dienen van de Koning zijn in de verloochening van zichzelf Zo wordt Hij in rechtvaardigheid gediend. Och vriend, het ontbreekt ons toch zoveel aan ware zelfverloochening. En we zullen daarin toch ook juist het beeld des Konings moeten dragen. Daarom is ware doorgaande zielsontdekking ons toch altijd zo nodig. We kunnen zo weinig soms van een ander verdragen, omdat de ontdekking zo ontbreekt. Het kan wel zijn, dat het niet zonder reden is, dat we in onmin met onze naasten en zelfs met de huisgenoten des geloofs leven, maar toch zijn we er altijd zo goed mee als we zelf de minste mogen worden. Christus heeft zelfs de voeten van Zijn discipelen gewassen, als zij eikaars voeten niet wilden wassen, want ze wilden geen van allen onder elkaar gaan staan. O die hoogmoed doet een mens toch zoveel kwaad! Maar ware zielsontdekking werkt zo vernederend. Dan gaat de kroon van ons eigen hoofd af en dan kunnen we wel onder een ander gaan staan. Maar dan hebben we zelf de verzoening ook zo nodig door de gerechtigheid des Middelaars. Zo dienen we dus Christus daarin. En de vrucht daarvan is altijd vrede, want zo vinden we een ware vrede tussen God en onze ziel, maar kunnen we ook weer in vrede met onze naaste leven. Dus dan dienen we Christus ook in die vrede. We kunnen dan niet verdragen dat de Heere om onze onverdraagzaamheid Zijn vriendelijk en gunstrijk aangezicht voor ons verbergt. En zou die vrede dan niet een blijdschap met zich meebrengen? Zo zal het hart verwijd worden en zal men weer met blijdschap het pad van Gods geboden lopen. Ja, dan vindt men werkelijk in Gods wet als een wet der liefde al zijn vermaking.

HOPENDE: En dat is nu Gode weibehaaglijk. Men draagt de goedkeuring des Heeren hierover weg. Als de apostel spreekt over Gode weibehaaglijk te mogen zijn, dan bedoelt hij God de Vader, Die daarin Zijn behagen heeft. De Vader aanschouwt daarin de vrucht van het werk van Zijn Zoon. De diep gevallen zondaar heeft Gods wet niet meer in zijn hart. Die wet is een wet der liefde. Er is als gevolg van de overtreding van Gods wet in de verbreking van het werkverbond, geen liefde meer, maar alleen haat bij de gevallen mens te vinden. Maar nu heeft Christus die wet gedragen in het binnenste van Zijn ingewand. En Hij heeft ook die wet volmaakt gehoorzaamd. Ook heeft Hij de vloek der wet op overtreding van die wet gedragen. Maar nu wordt die wet ook weer ingeschreven in de harten van Zijn onderdanen. En zo ziet God Zijn beeld weer in de mens hersteld. Zou dat Hem niet weibehaaglijk zijn?

UITZIENDE: Och vriend, wat moesten we er dan toch een lust toe hebben om zo Gode weibehaaglijk te wandelen. Dan zal daar als vanzelf ook een zoete vrede mee gepaard gaan. Maar ook zal dan de blijdschap niet uitblijven. Ja, dan wordt ervaren wat Psalm 133 zegt: "Ziet, hoe goed en hoe lieflijk is het, dat broeders ook te zamen wonen. Want de Heere gebiedt aldaar den zegen en het leven tot in eeuwigheid". Zo dient men in zulk

(vervolg op blz. 244)

een wandel dus Christus, maar eert men ook de Vader. Dat heeft Christus ook Zelf gezegd. "Opdat zij allen den Zoon eren, gelijk zij den Vader eren. Die den Zoon niet eert, eert den Vader niet, Die Hem gezonden heeft". De Zoon is het afschijnsel van 's Vaders heerlijkheid en het uitgedrukte Beeld van Zijn zelfstandigheid. Maar de Zoon is ook de Gezant des Vaders geworden. Die het werk moest doen wat Hem was toebetrouwd, opdat het beeld Gods weer in de verkorenen Zijns Vaders zou uitblinken. O vriend, als we daar toch weer eens iets van mogen zien en beoefenen, hoe ervaren we dan dat het Koninkrijk Gods geen spijze en drank is, maar rechtvaardigheid, vrede en blijdschap door den Heiligen Geest.

HOPENDE: En dat zal nu ook de mensen aangenaam kunnen zijn. Met die mensen worden gelovigen en ongelovigen beiden wel bedoeld. Maar dan dezulken die recht oordelen, zoals de kanttekening zegt. Het woord aangenaam heeft hier dan ook de betekenis van wel beproefd en getoetst te zijn. De deugd die door de apostel hier bedoeld wordt, kan de toets doorstaan. Hier is geen sprake van de mug uitzijgen en de kemel doorzwelgen. Het is geen wonder, dat een godsdienst die daarin slechts bestaat, een afkeer onder de mensen verwekt. Neen, zulk een godsdienst kan Gode niet behaaglijk en de mensen niet aangenaam zijn. Zo worden zeker de vijanden niet voor de dienst van Koning Jezus gewonnen. Zulk een godsdienst is dus Godonterend en men behaagt er slechts zichzelf mee. O die vrome wettische godsdienst is toch zo walgelijk. Maar van de betrachting van de ware kinderlijke vreze Gods kan er wat uitgaan. Dan strijdt men niet voor en over dingen die van geen belang zijn. Dan mag men van vrede spreken als anderen aan de oorlog zijn. Maar zo brengt men dan toch ook een goed gerucht voort van het land. Dus ook een goed gerucht van het hemels Kanaan. Dan zal de wereldling zelfs kunnen zien, dat de weg ten eeuwigen leven, geen naar en droefgeestig leven betekent, zoals de wereldling zich dat voorstelt, want het licht is voor de rechtvaardigen gezaaid en vrolijkheid voor de oprechten van hart. Wordt men dan nog door de wereld gehaat, dan geeft men daar zelf geen aanleiding toe. En men moet toch ook verwachten dat men met een godvruchtige wandel door de wereld gehaat wordt. De ware vreze Gods verwekt altijd haat bij de wereldse, maar ook bij de uitwendige godsdienstige mens. Men kan geen vreze Gods verdragen. Maar anderzijds heeft men toch altijd nog maar liefst een waar godvrezend mens in zijn dienst. Maar in deze weg zal men ook ware vrede onder elkander hebben en de ware broederen aangenaam mogen zijn. Het is geen wonder dat de apostel deze vermaning nog aandringt met te zeggen: "Zo dan laat ons najagen hetgeen tot den vrede en hetgeen tot de stichting onder elkander dient". We hopen daar de volgende keer ook nog wel even op in te mogen gaan. De apostel heeft immers nog meer te zeggen in dit hoofdstuk.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 april 1998

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Hopende en Uitiziende

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 april 1998

De Wachter Sions | 8 Pagina's