Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hopende en Uitziende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hopende en Uitziende

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Romeinen 15 : 16 en 17

Opdat ik een dienaar van Jezus Christus zij onder de heidenen, het Evangelie Gods bedienende, opdat de offerande der heidenen aangenaam worde, geheiligd door den Heiligen Geest.

Zo heb ik dan roem in Christus Jezus in die dingen die God aangaan.

HOPENDE: Een door God geroepen en gezonden leraar is een dienaar des Woords. Vele predikanten plaatsen achter hun naam V.D.M. Dit is de afkorting van Verbi, Divini, Minister of dienaar des Goddelijken Woords. Zo spreekt de apostel nu ook van zichzelf in de tekst die we voor ons hebben. Hij mocht een dienaar van Jezus Christus zijn onder de heidenen. Het woord dienen wordt voor Gods knechten in Gods Woord verschillende malen gebruikt. Zo lezen we in Hand. 13 : 2: "En als zij den Heere dienden en vastten, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij af beide Barnabas en Saulus tot het werk waartoe Ik hen geroepen heb". De overheid wordt ook Gods dienares genoemd, zoals we uit Rom. 13 beluisterd hebben. Maar de overheden dienen God in staatkundige en burgerlijke zaken. Voor Christus wordt het woord dienaar ook gebruikt, want in Hebreeën 8 : 2 lezen we van Hem: "Een Bedienaar des heiligdoms, en des waren tabernakels, welken de Heere heeft opgericht, en geen mens". De apostel nu horen we in de tekst van zichzelf zeggen, dat hij een dienaar van Jezus Christus was onder de heidenen. Dus hij was een dienaar van de grote hemelse Dienaar. Wat hij hierin van zichzelf zegt, geldt van alle ware door God geroepen knechten. Ze moeten het zich ook goed bewust zijn, dat zij dienaren van Christus zijn en geen dienstknechten van mensen.

UITZIENDE: Zo houdt die benaming dus nogal heel wat in. De Kerk hier op aarde is Christus Kerk. Hij heeft die Kerk gekocht met de prijs van Zijn dierbaar bloed. En zo is die Kerk Zijn eigendom. Als de verhoogde Middelaar regeert Hij nu in die Kerk als Koning. En zo zegt de apostel van Hem in Efeze 4: "Die nedergedaald is, is Dezelfde ook, Die opgevaren is ver boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou. En Dezelve heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars. Tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing van het lichaam van Christus. Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs en der kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van Christus". De apostel verstond zijn roeping dus wel. Hij moest zijn arbeid verrichten aan het lichaam van Christus. Dat is het lichaam van die verhoogde Middelaar en Koning. Het is geen kleine zaak om een dienstknecht van Christus te zijn. Men is dan een ambassadeur des hemels. Zo heeft de gemeente tot een leraar op te zien. Maar die leraar moet toch weten, dat hoewel hij het zich tot een eer kan rekenen een afgezant te zijn van het hoge hemelhof, dat hij toch ook weer niet meer dan een dienaar is. Hij is dan ook niet uit zichzelf gaan lopen, zonder gezonden te zijn, maar hij is door Christus in Zijn dienst aangesteld. Hij mag dan ook niet heengaan waar hij zelf graag heen wil gaan, maar hij moet weten waar de Koning hem heenzendt. Och, er is over die dienst van Gods knechten nog wel heel wat te zeggen. Maar we hebben nu wel in het bijzonder te letten op wat de apostel hier in hoofdzaak op het oog heeft.

HOPENDE: Hij moest het Evangelie Gods bedienen. Het Evangelie is een blijde boodschap. Maar het woord Evangelie moeten we toch ook altijd wel in een ruime betekenis zien. In deze tijd vooral verstaat men door het Evangelie niet anders dan een ruime aanbieding. Maar het Evangelie houdt geheel de ambtelijke bediening in, in de prediking van Gods Woord. Zo is het Evangelie een prediking van Wet en Evangelie beide. De tekst verklaart dat ook wel, als er gezegd wordt: "opdat de offerande der heidenen aangenaam worde, geheiligd door den Heiligen Geest". De apostel moest dus een offerande brengen. Zo moest hij het werk doen van een priester. Maar hij was een priester van het Nieuwe Testament. En als een priester van het Nieuwe Testament moest hij degenen voor wie de Heere zijn dienst tot zaligheid wilde gebruiken, als een offerande aan de Heere brengen. Dat hield nogal wat in. Hoe zou die offerande de Heere nu aangenaam zijn? De apostel zegt: "opdat de offerande der heidenen aangenaam worde". Hij voegt daar echter ook nog wat aan toe, als hij zegt: "geheiligd door den Heiligen Geest". De Heilige Geest deed dus ook Zijn werk door de arbeid van de apostel. En het werk van die Geest is om Christus te verheerlijken. Maar daartoe doet die Geest dan ook Zijn werk als een Geest des oordeels en der uitbranding. Ja, Christus heeft gezegd, dat Hij de wereld overtuigen zou van zonde, gerechtigheid en van oordeel. Daar begint dus het werk des Geestes mee door de arbeid van Gods knechten. De Kerk moet een offerande voor God en Christus worden. De offeranden Oud-testamentisch wezen naar Christus heen, zoals Hij het grote offer voor de zonden zou brengen. Door dat offer heeft Hij de zaligheid voor Zijn Kerk verdiend. Maar nu spreekt de tekst over de toepassing van de door Christus verworven zaligheid. De Kerk wordt daardoor een offerande voor Hem. Een offerande die Gode aangenaam is.

UITZIENDE: Och vriend, zo geven deze woorden ons dus wel heel wat te overdenken. Als we aan onze samenspraak beginnen aan de hand van het Schriftgedeelte dat voor ons ligt, dan denk ik gedurig weer: wat moeten we daar nu van zeggen? Maar er staat echt niets te veel in Gods Woord. Elk woord in de Bijbel is rijk van inhoud. Christus verlustigt Zich in Zijn Kerk als Zijn arbeidsloon. Hij mag er Zijn Beeld in zien, het Goddelijk deugdenbeeld. Daartoe heeft Hij die Kerk gekocht met de dure prijs van Zijn bloed. De mens, zo diep gevallen en zo gans en al ver

dorven, moet weer gereinigd en geheiligd door Zijn dierbaar bloed, zo rein en heilig voor God gesteld worden alsof men nooit gezondigd had. En die Kerk zelf moet het weten, dat ze daartoe door Christus' bloed zo duur gekocht is. Daar moet de arbeid van Gods knechten op gericht zijn. En de Geest doet daartoe ook Zijn arbeid door middel van het werk van Gods knechten, wat niet geschiedt in een vrome wettische weg. Neen, die Geest heeft heel wat arbeid aan een mens om van alle eigen werk de mens gans te ontbloten en het werk van Christus volkomen waarde te doen krijgen. Kortom, al degenen die zalig worden, zullen weten hoe zij zalig worden en met welk een dure prijs zij gekocht zijn. En daar mocht nu geheel de arbeid van de apostel op gericht zijn. Daar moet de arbeid van al Gods knechten op gericht zijn. Maar daar weet Gods Geest ook wel voor te zorgen. Die Geest is het Die Christus verheerlijkt in de Zijnen.

HOPENDE: De apostel laat er dan ook op volgen: "Zo heb ik dan roem in Christus Jezus in die dingen, die God aangaan". De apostel mocht dus roemen. Maar dat was geen ijdele roem, waarin hij eigen eer zocht, want zulk een roemen was hem waarlijk niet oorbaar, zoals hij op een andere plaats zegt. Hij zegt hier in de tekst, dat hij roem had in Christus Jezus in die dingen, die God aangaan. Dat waren dingen die tot volkomen verheerlijking van God Drieënig mochten dienen. Een Drieënig God komt volkomen aan Zijn eer in het zaligen van de zondaar. De ware door God geroepen knechten is het erom te doen dat degenen voor wie de Heere hun arbeid ten goede wil gebruiken, dat ook goed zullen weten. Ze moeten weten waartoe Christus het offer voor hen heeft gebracht. En waartoe dus ook Gods knechten als priesters des Nieuwen Testaments hen als een offer aan de Heere willen brengen. Dan schiet er geen roem voor het schepsel over. Ook niet voor die dienstknechten des Heeren. Het geldt hier de dingen die God aangaan.

UITZIENDE: Zij die hiertoe als een offerande voor God bearbeid worden, moeten dat ook goed weten. Daartoe moeten al hun wettische werken en hun aangename zielsgestalten er helemaal aan. Ze moeten op het vaste Fundament gebouwd worden Dat God in Sion gelegd heeft. Christus moet ze recht dierbaar worden als die enige Middelaar Gods en der mensen. Maar Zijn werk moet ook rechte waarde voor hun ziel krijgen. Ze zullen moeten weten hoe ze in Christus weer rein en heilig voor God gesteld worden. Dan worden die dingen die God aangaan ze toch zo dierbaar. Dan gaat het daarin eigenlijk niet meer om zichzelf God komt volkomen aan Zijn eer in het werk der zaligheid. En daarin krijgt de arbeid van Christus als die grote Hogepriester toch ook zulk een waarde voor de ziel. Als twaalf­ jarig Kind heeft Hij al gezegd, dat Hij moest zijn in de dingen Zijns Vaders. Zijn spijze was het om te doen de wil Zijns Vaders en Zijn werk te volbrengen. Zo heeft Hij als die grote Hogepriester daarin Zijn werk gedaan. En zo moeten Gods knechten als priesters van het Nieuwe Testament daarin ook hun werk doen. Gods eer moet de zaligheid van de Kerk worden. "Die roemt, roeme in de Heere". Maar zo vinden we dan ook een vaste grond van de zaligheid buiten onszelf Dan is het voornaamste niet meer of wij behouden worden, maar of God aan Zijn eer komt. En als dat het voornaamste wordt, kunnen we er niet meer buiten vallen, want die God is dan onze zaligheid.

HOPENDE: Daar zeg ik amen op.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 1998

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Hopende en Uitziende

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 1998

De Wachter Sions | 8 Pagina's