Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gezangen

Waarom zijn wij tegen het zingen van gezangen? Het is vroeger ook nooit gebeurd, en dat zal vast wel een goede reden hebben gehad, en waarom zouden we het gaan doen; de meeste gezangen zijn remonstrants van inhoud en bovendien: we hebben toch 150 psalmen, zijn die dan soms niet goed meer?

Dit antwoord is volkomen begrijpelijk. Wat daar ten antwoord gegeven wordt, is waar. Maar toch zullen we er begrip voor moeten hebben, dat onze jonge mensen door zo'n antwoord niet voldaan zijn. Wanneer ze daarop door gaan vragen, moeten we dat niet als een bewijs van een verkeerde geest zien. Van groot belang is, dat de ouderen, de ouders in de eerste plaats, hun op Gods Woord gegronde standpunten goed geargumenteerd aan de jonge generatie overdragen.

Het onderzoek waarover we vorige week schreven, ging over leerlingen van het reformatorisch voortgezet onderwijs en hun ouders. Er blijken verschuivingen te zijn in opvattingen, die ook aan onze gezinnen niet voorbijgaan. Op sommige punten groeit een kloof in opvatting tussen ouders en kinderen. Soms (we zeggen met nadruk soms) kan dat een gevolg zijn van een niet goed overdragen van de opvattingen en gewoonten van de oudere generatie, waardoor de reden waarom we zo denken of doen, niet echt duidelijk wordt.

Er zijn zeker belangrijker onderwerpen, maar het heeft zijn reden, dat we deze week eens speciaal stilstaan bij het zingen van gezangen. We kregen een brief van een jongen die schreef: Waarom eigenlijk niet? We zijn toch niet tegen gezangen, want we hebben ze in ons eigen psalmboekje staan. Het zijn er weliswaar weinig, maar principieel waren onze vaderen dus niet tegen gezangen, anders hadden ze die enkele gezangen ook niet moeten toelaten.

Zo'n redenering kan erachter zitten, dat uit het genoemde onderzoek ook bleek, dat 42 procent van de reformatorische jeugd (en trouwens ook 24 procent van de ouders) niet tegen het zingen van gezangen in de kerk is.

Daar kwam nog bij, dat onlangs een van de voormannen van de gereformeerde gezindte in een interview zei, dat onze kring geen dingen moet verdedigen, die niet te verdedigen zijn. En toen hem gevraagd werd om een voorbeeld zei hij: "In onze achterban is men gewend om op zondag in de kerk Psalmen te zingen met twaalf gezangen. Als je nu Psalmen zingt en twaalf gezangen, kun je moeilijk verdedigen dat het er geen dertien mogen zijn. Al kun je best je bedenkingen hebben. Zelf heb ik helemaal geen behoefte om allerlei oppervlakkige gezangen in onze kerken te zingen. Maar als je eenmaal gezangen zingt, kun je moeilijk stellen: twaalf mag wel en dertien niet. Het maakt natuurlijk wel uit of je twaalf of negentig gezangen hebt, dat is een andere orde van grootte. Ik ben niet zo direct voor invoering van meer gezangen, want je moet dan wel weten wat je gaat zingen. Maar met het zingen van een aantal gezangen is in zekere zin de grens al gepasseerd, die men bijvoorbeeld in de Schotse Free Presbyterian Church niet voorbijging. Daar zingen ze alleen Psalmen.”

Dat getuigt van een aantal misverstanden.

De regel in ons gereformeerde kerkelijke leven is, dat wij in de kerk alleen berijmde Schriftgedeelten zingen.

Dat was ook de regel van de oude kerk. Nog in 563 bepaalde het concilie van Bracatara, dat in de kerkdiensten alleen "psalmen of liederen aan de canonieke boeken van Oude en Nieuwe Testament ontleend" gezongen zouden worden. Tot die laatste behoorden in die dagen onder meer het lied van Mozes (Exodus 15), het gebed van Hanna (1 Samuel 2), het gebed van Hizkia (Jesaja 38) en de lofzangen van Zacharias en Maria.

Maar in de Middeleeuwen liet de kerk dit standpunt varen. Johannes Calvijn herstelde het oude beginsel.

Calvijn ijverde voor een berijming van de psalmen in het Frans, waaraan evenwel van meet af ook toegevoegd waren de berijmde Tien Geboden, het Gebed des Heeren, de apostolische geloofsbelijdenis en de lofzang van Simeon. Later kwamen daar nog de lofzangen van Zacharias en Maria bij.

Datheen vertaalde het Franse psalmboek in 1566 in het Nederlands, met achterin ook deze zes berijmingen.

Er waren er wel, in bepaalde streken in het oosten van het land, die wellicht onder invloed van het lutheranisme in Duitsland voor het zingen van gezangen waren, maar de Dordtse Synode nam een besluit, waarin vastgelegd werd wat er in de kerk mocht worden gezongen: "In de kerken zullen alleen de 150 Psalmen Davids, de tien geboden, het Onze Vader, de twaalf artikelen des geloofs, de lofzangen van Maria, Zacharias en Simeon gezongen worden. Het gezang "O God Die onze Vader bist" wordt in de vrijheid der kerken gesteld om hetzelve te gebruiken of na te laten. Alle andere gezangen zal men uit de kerken weren, en waar er enige airede ingevoerd zijn, zal men dezelve met de gevoeglijkste middelen afstellen.”

Zo staat het nog altijd in onze kerkorde.

Men ziet dat onze vaderen daarmee het principe "alleen berijmde Schriftgedeelten" trouw zijn gebleven. De geloofsbelijdenis staat strikt genomen zo niet in de Bijbel, maar als deze belijdenis elke zondag in de kerk gelezen wordt, zou het vreemd zijn, wanneer ze niet gezongen zou mogen worden. Het gezang "O God Die onze Vader bist", de zogenaamde bedezang voor de predikatie, was blijkbaar een grensgeval. Strikt genomen hoorde het volgens het beginsel in de kerkdiensten niet thuis, maar het werd toentertijd zoveel gezongen, dat de synode hier tot een compromis heeft besloten.

In elk geval is het duidelijk, dat de Dordtse Synode met het toelaten van deze berijmingen op geen enkele wijze de deur (in principe) heeft opengezet voor het vrije lied. "Alle andere gezangen zal men uit de kerken weren, " zo werd er duidelijk besloten.

Maar nu zal iemand vragen: Dat is niet waar, want in ons psalmboek staan wel degelijk nog meer gezangen, en die zijn - hoe goed ook van inhoud - toch echt geen berijmde Schriftgedeelten. Dat is waar, maar die waren dan ook niet bedoeld om gezongen te worden in de kerk. Het psalmboek was destijds evenzeer een huisboek voor de huiselijke godsdienstoefeningen. Wij kunnen dat direct zien, wanneer we letten op de bedezang en de dankzang voor en na het eten. Ieder kan begrijpen, dat die niet bedoeld waren voor in de kerk. En datzelfde geldt voor de morgenzang, de avondzang en het eigen geschrift Davids.

En nu kan het best wel zijn - en wij weten dat het ook wel gebeurd is - dat ze zelfs nog met stichting in de kerk gezongen zijn. Maar het standpunt kan dus duidelijk zijn: in de kerkdienst alleen berijmde Schriftgedeelten.

Calvijn zeide: "Wij hebben liederen nodig die niet alleen eerbaar, maar ook heilig zijn, en die ons kunnen dienen als prikkels om ons aan te sporen tot God te bidden. God te loven en Zijn werken te overpeinzen, opdat wij Hem liefhebben, vrezen, eren en verheerlijken. Maar wat Augustinus zegt is waarachtig, dat niemand iets zingen kan wat Gode waardig is of hij moet het van God ontvangen hebben. Daarom zullen wij ook, na overal gezocht en rondgespeurd te hebben, geen liederen vinden noch meer geschikt om dit te doen dan de psalmen Davids, welke de Heilige Geest geïnspireerd heeft. Als wij deze zingen, zijn wij alleen zeker dat God ons de woorden in onze mond legt, alsof Hij Zelf in ons zong om Zijn eigen glorie te verhogen."

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 oktober 1998

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 oktober 1998

De Wachter Sions | 8 Pagina's