Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerkhervorming

De mis (of zoals roomsen zelfbij voorkeur zeggen: de eucharistie) is het hart van de roomse kerk. "De eucharistie is het hart en het hoogtepunt van het leven van de kerk, " staat in de officiële roomse catechismus.

De mis is noodzakelijk tot zaligheid. Enerzijds spreekt Rome van het ene offer, dat Christus eens en voor altijd op het kruis gebracht heeft. Maar anderzijds leert Rome de noodzakelijkheid dat Christus nog dagelijks geofferd wordt in de mis.

"In dit goddelijk offer dat tijdens de mis voltrokken wordt, is dezelfde Christus, Die Zichzelf eenmaal op het altaar van het kruis op bloedige wijze offerde, aanwezig en wordt Hij op onbloedige wijze geofferd." "De eucharistie is dus een offer, omdat zij het kruisoffer tegenwoordig stelt, omdat zij er de gedachtenis van is en er de vruchten van toepast." (Wat in dit artikel tussen aanhalingstekens staat, zijn letterlijke citaten uit de roomse catechismus.)

De roomse leer is dus, dat de mis nodig is voor de toepassing van de vergeving der zonden die Christus aan het kruis heeft aangebracht. Dat houdt in, dat Zijn offer aan het kruis geen kracht heeft, als Hij niet steeds opnieuw geofferd wordt. Alsof Christus' offerande aan het kruis ook maar op enigerlei wijze voltooid zou kunnen en moeten worden in het gelovig bewustzijn ervan door de mensen. Zijn offerande is volkomen genoegzaam, eeuwig geldend. Die behoeft geen herhaling meer om voltooid te worden, in welke vorm dan ook.

Zeer krachtig wordt de roomse leer van de herhaling van Christus' offer weersproken in de brief aan de Hebreeën. Christus was het niet nodig, alle dag slachtoffers op te offeren, want dat heeft Hij eenmaal gedaan, als Hij Zichzelven opgeofferd heeft. Hij is door Zijn eigen bloed eenmaal ingegaan in het heiligdom, een eeuwige verlossing teweeggebracht hebbende. Noch ook opdat Hij Zichzelven dikmaals zou opofferen, maar Hij is eenmaal geopenbaard om de zonde teniet te doen door Zijns Zelfs offerande. Alzo ook Christus, eenmaal geofferd zijnde om veler zonde weg te nemen. Want met één offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen die geheiligd worden (Hebr. 7:27; 9:12, 25, 26, 28; 10:14). Tegen dit overduidelijk getuigenis der Schrift houdt Rome toch vol, dat de mis, als een gedurige onbloedige herhaling van Christus' enige offerande aan het kruis, noodzakelijk is, opdat degenen die Hem in de mis lichamelijk eten, in die weg de toepassing verkrijgen van Zijn offerande. Deze leer kan de zielen alleen maar aftrekken van Hem Die gekomen is om zondaren zalig te maken. Door de bewering, dat zonder de mis de offerande van Christus aan het kruis geen kracht heeft, maakt Rome zich schuldig aan wat de Heidelbergse Catechismus terecht een verloochening van de enige offerande en het lijden van Christus noemt.

Het is trouwens ook een grote dwaling, te denken dat het toepassende werk zou bestaan uit het lichamelijk met de mond in zich opnemen van de Zich gedurig opnieuw offerende Christus. Te menen dat Christus lichamelijk gegeten zou moeten worden om met Hem verenigd en in de dadelijkheid door Hem met God te worden verzoend, is een dwaze, maar tevens gruwelijke leugenleer, die geleid heeft tot schrikkelijke afgoderij.

Want om dit te kunnen handhaven, leert Rome dat het wezen van het brood en het wezen van de wijn veranderd worden in het wezen van het lichaam en bloed van Christus (de zg. wezensverandering, of in het Latijn transsubstantiatie). Dat betekent volgens hen, dat Christus naar Zijn menselijke natuur lichamelijk op het misaltaar ligt. Daarom moet de hostie (die immers geen brood meer is, maar Zijn lichaam) worden aangebeden. "In de misliturgie drukken wij ons geloof in de werkelijke tegenwoordigheid van Christus onder de gedaanten van brood en wijn onder andere uit door te knielen of door een diepe buiging te maken als teken van aanbidding." "Met de grootste zorg bewaart zij (de kerk) de geconsacreerde hosties, biedt zij ze de christengelovigen ter plechtige verering aan en draagt zij ze in processie rond." Dat staat zo in de nieuwste roomse catechismus, in 1995 verschenen met voorwoord van de huidige paus. Zegt onze Heidelbergse Catechismus dan één woord te veel, wanneer zij spreekt van een vervloekte afgoderij? Dat is niet te hard, en zeker niet buiten Gods Woord. Zie maar 1 Kor. 10:19 en 20. Van het brood heeft men zijn god gemaakt, zodat er goddelijke eer aan bewezen wordt.

"Intercommunie", een gezamenlijke mis/ avondmaalsviering van roomsen en protestanten is voor Rome een totale onmogelijkheid en wordt dan ook in haar catechismus met beslistheid afgewezen. Het zijn inderdaad twee totaal verschillende zaken. Wel staat Rome in bijzondere gevallen toe, dat "andere christenen" mogen meedoen met de eucharistie. Een gemengd huwelijk geldt als zo'n bijzonder geval. Daar is echter wel een uitdrukkelijk voorwaarde aan verbonden: "Zij moeten het katholieke geloof betreffende deze sacramenten beamen en de juiste gesteltenis bezitten.”

Door mede ter communie te gaan bij het huwelijk van prins Maurits met de roomse mej. Van den Broek hebben enkele hervormde leden van het Koninklijk Huis dus hun instemming met de roomse misleer betuigd. We mogen toch niet aannemen, dat zij wetende van deze voorwaarde, als hypocrieten zijn aangegaan.

Toen een vooraanstaand hervormd predikant, dr. K. Blei uit Haarlem, bij kardinaal Simonis "intercommunie" bepleitte, vroeg de kardinaal hem op de man af of hij bereid was te knielen voor de hostie. Dr. Blei aarzelde, maar zei toen toch dat hij dat niet kon doen. "Dan hebt u geen recht op de eucharistie, " was het scherpe, maar vanuit rooms standpunt bezien wel eerlijke en terechte antwoord.

Hoe is het dan mogelijk, dat men van protestantse kant blijft ijveren voor deze "intercommunie", terwijl het verschil tussen het Heilig Avondmaal en de paapse mis zo ontzaglijk groot is? Dezer dagen trokken zelfs drie vertegenwoordigers van de "Samen-op-weg"-kerken naar Rome om wat soepelheid in deze te vragen tijdens een audiëntie bij de paus (die uiteindelijk maar 47 seconden duurde, meer tijd had de paus voor de Nederlandse protestantse kerkvorsten niet).

Terecht schreef ds. Tj. de Jong daarover in "Het Gekrookte Riet": "Wanneer een protestant deelneemt als gast aan de eucharistie door een priester bediend, dan loochent hij Christus. Wanneer ambtsdragers dat in Rome bepleit hebben, dan hebben ze Christus verloochend op dit punt.”

Het reformatorisch opinieblad Koers bejubelde de eucharistieviering bij het huwelijk van prins Maurits als een baanbrekende vernieuwing in de verhouding tussen de kerken. En in dezelfde lijn liet Koers enkele weken later ds. R. D. Kwint uit Canada aan het woord: "In Quebec gaan protestanten en rooms-katholieken ontspannen met elkaar om. Gelovige protestanten nemen bij bezoek aan roomskatholieke vrienden en familieleden gemakkelijk deel aan de eucharistie. Gelovige rooms-katholieken nemen in mijn gemeente soms deel aan het Avondmaal.”

Dat zegt een oud-leerling van de Lodenstein-school, die als student nota bene nog voorzitter van Depositum Custodi geweest is. Wat zijn dat voor gelovige protestanten, die met hun deelname aan de mis Christus verloochenen en zich schuldig maken aan vervloekte afgoderij? Wat zijn dat voor gelovige roomskatholieken, die ds. Kwint in zijn gemeente toelaat tot de bediening van het Avondmaal? De Heere alleen oordeelt de harten, maar zal men ook diegenen tot dit Avondmaal laten komen, die zich met hun belijdenis openbaren als aanhangers van een goddeloos en afgodisch leersysteem, en die in hun leven als lid van de roomse kerk klaarlijk het tegendeel betonen van wat Gods volk eigen is? Een predikant die zo doet, ontheiligt het verbond Gods en verwekt Zijn toorn over de ganse gemeente.

Kunnen wij nog wel de Kerkhervorming herdenken, wanneer ook het reformatorische volksdeel zo ontzaglijk in verwarring is geraakt, en dat niet alleen op dit, maar ook op zo ontzaglijk veel meer punten? De eigen wijsheid zit parmantig op de troon. Door die eigen wijsheid wordt het reformatorische erfgoed in steeds meer aangelegenheden in leer en in leven in discussie gebracht, om dan als niet meer geschikt voor deze tijd aan de kant te worden gezet.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 1998

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 1998

De Wachter Sions | 8 Pagina's