Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De andere Maria

Onder de gezellinnen van Maria Magdalena willen wij nu nog bijzonder aandacht geven aan haar, die door Mattheüs "de andere Maria" genoemd wordt (Matth. 27:61 en 28:1). Zij is blijkbaar dezelfde als de Maria die in Matth. 27:56 wordt aangeduid als "de moeder van Jakobus en Joses". Zie ook Mark. 15:40, waar Markus spreekt van Maria, de moeder van Jakobus de kleine en van Joses, en voorts Mark. 15:47; 16:1 en Luk. 24:10.

Die toevoeging geeft aan, dat deze Jakobus en Joses voor de eerste christengemeenten, voor wie de evangelisten allereerst geschreven hebben, bekende personen zullen zijn geweest. Markus geeft een van hen nog de nadere aanduiding "Jakobus de kleine", kennelijk om hem te onderscheiden van een of meer anderen van die naam in de eerste kerk.

Voor die tijd dus bekend, maar daarmee nog niet voor ons. Wel lezen wij nog eens in de Schrift van twee broers die Jakobus en Joses heetten, in Matth. 13:55 en Mark. 6:3, onder de broeders des Heeren. En daarmee raken wij een moeilijk punt aan. Over deze broeders des Heeren zijn al eeuwenlang twee opvattingen.

Sommigen denken dat de Heere Jezus "echte" broers en zusters heeft gehad. Anderen zijn van mening, dat als de Schrift over Zijn broeders en zusters spreekt, daar bloedverwanten in ruimere zin, neven en nichten, mee bedoeld zijn. Het Hebreeuwse taaieigen laat deze ruimere opvatting toe (zie bijv. Gen. 14:14; 24:48; 29:12, 15).

Het is moeilijk hierin te beslissen. "Absolute zekerheid is er niet over te geven, " zegt dr Steenblok ervan (Geref Dogm., vr. 1453). In elk geval is dit niet een stuk dat de zaligheid raakt. Wie er meer over wil weten, verwijzen we naar de dogmatiek van ds Kersten, deel II, pag. 13. Bij zijn conclusies sluiten wij ons gaarne aan.

Maar zij die aan neven denken, zeggen dat het dan goed mogelijk is, dat Jakobus de kleine en Joses, de zonen van "de andere Maria", dezelfde zijn, die in Matth. 13:55 en Mark. 6:3 genoemd worden. Ook de kanttekenaars leggen dit verband, bij Matth. 13:55 en 27:56. De andere Maria kan dan een schoonzuster van Maria de moeder des Heeren zijn geweest. Immers, een zuster lijkt, omdat zij dezelfde naam dra­ gen, niet waarschijnlijk. Dit blijft echter nog een gissing.

Nu voegen wij erbij, wat de vierde evangelist over de vrouwen schrijft. Wij lezen in Joh. 19:25: En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder en Zijner moeders zuster, Maria, Klopas' vrouw, en Maria Magdalena. Daar wordt dus inderdaad van een zuster (of schoonzuster) van Maria de moeder des Heeren gesproken. Het is nog niet zo eenvoudig, precies aan te geven wat in dit vers staat. Van hoeveel vrouwen wordt er in Joh. 19:25 gesproken? Op het eerste gezicht zouden wij denken van vier: Maria de moeder des Heeren, een zuster van haar wier naam niet genoemd wordt, Maria de vrouw van Klopas en Maria Magdalena. Maar dat schijnt toch niet juist te zijn. Want tussen de tweede en de derde zou dan volgens het taaieigen van het nieuwtestamentisch Grieks beslist het woordje "en" moeten staan. Maar dat ontbreekt. Dergelijke kleinigheden luisteren nauw. Omdat het woordje "en" er niet staat, moeten we aannemen, dat Maria, Klopas' vrouw de naam is geweest van de (schoon)zuster van Maria. Johannes noemt in dit vers dus niet vier, maar drie vrouwen, die allen Maria heetten.

Kwamen we hierboven door vergelijking van Matth. 27:56 met Matth. 13:55 al tot de conclusie, dat "de andere Maria" wellicht een schoonzuster van Maria de moeder des Heeren is geweest, nu zien we dat Johannes ons doet weten, dat er werkelijk een (schoon)zuster van Maria bij het kruis heeft gestaan

Nu weten wij van "de andere Maria" niet alleen de namen van twee zonen, Jakobus de kleine en Joses, maar bovendien dat zij een schoonzuster van Maria was, en dat het daarom in elk geval goed mogelijk is, dat haar zonen elders in de Schrift genoemd worden onder de "broeders des Heeren".

Een en ander kan dan wel als ondersteuning dienen van de opvatting, dat met de broeders des Heeren inderdaad neven zijn bedoeld geweest, zonen van "de andere Maria".

Ds Kersten, die in de boven van hem aangehaalde plaats laat merken, dat hij de zaak niet van groot gewicht acht, schrijft tevens: "Toch is het opmerkelijk, dat vele gereformeerde godgeleerden van gevoelen zijn, "dat het gelooflijk is dat Maria maagd gebleven is tot haar dood toe". Hij noemt daarbij de namen van a Marck, De Moor, W. a Brakel en Van Mastricht.

Over Jakobus, de broeder des Heeren, is nog wel meer bekend. Hij heeft een belangrijke plaats in de kerk ingenomen als voorganger van de gemeente te Jeruzalem (Hand. 12:17; 15:13; 21:18. Gal. 1:19; 2:9, 12) en heeft de zendbrief geschreven die op zijn naam staat.

Van Joses weten wij verder niets, maar wel van nog een andere van de broeders des Heeren, te weten Judas. Het algeme­ ne gevoelen, is dat Judas, de schrijver van de zendbrief van die naam, een broer is geweest van deze Jakobus en dus ook behoorde tot de broeders des Heeren (vgl. Jud. vs. 1 met Matth. 13 : 55 en Mark. 6:3).

Johannes noemt "de andere Maria" in Joh. 19:25 "Maria van Klopas". Want het woord "vrouw" staat cursief in onze Bijbel, ten teken dat dit woord door de vertalers is ingevoegd. Zo schreef Markus ook in Mark. 15:47 "Maria van Joses" en in 16:1 "Maria van Jakobus". Daar hebben onze Statenvertalers de woorden "de moeder" tussengevoegd, op grond van wat in Mark. 15:40 staat. Maar in Joh. 19:25 hebben zij het het meest waarschijnlijk geacht, dat "Maria van Klopas" betekende, dat Klopas de man van Maria is geweest. Wel laten zij in de kanttekening nog een andere mogelijkheid open, waarop wij de volgende week nog terug willen komen.

Zo weten wij nu ook de naam van de man van "de andere Maria". Misschien is deze Klopas dezelfde geweest als Kleopas, een van de Emmaüsgangers, Luk. 24:18. De kanttekening op Joh. 19:25 neemt dit wel aan. In dat geval heeft het wel bijzondere betekenis, dat de Emmaüsgangers zeiden: "Maar ook sommige vrouwen uit ons hebben ons ontsteld, die vroeg in de morgenstond aan het graf geweest zijn, " enz. De mannen waren ontsteld. Dat houdt in, dat zij niet konden geloven wat de vrouwen verteld hadden, maar dat zij het ook weer niet wilden ontkennen. Dat wordt begrijpelijker wanneer Kleopas' eigen vrouw daarbij geweest is. Ontsteld, daar ligt ook in: zij wisten het niet meer. Nogmaals, zeker is het niet, dat deze Kleopas dezelfde is geweest als de Klopas van Joh. 19:25. Maar indien wel, dan heeft "de andere Maria" haar man beschaamd doen staan.

En ook al zou het haar eigen man niet geweest zijn, dan nog is het duidelijk, dat in de geschiedenis gelijk de Heere ons heeft doen optekenen van Christus' sterven, begraving en opstanding, de vrouwen de mannen beschaamd hebben in hun liefde, trouwe zorg, en geloof Hoe blinkt hierin des Heeren soevereine leiding uit met Zijn volk. Hij heeft vrouwen verkoren om de eerste prediksters van Zijn opstanding te zijn. Menselijk gesproken, zou hierin aanleiding zijn om de vrouwen van meet af mede ambtsdragers te doen zijn in Zijn kerk. Maar neen, daarvan zijn de vrouwen in het Nieuwe Testament nadrukkelijk uitgesloten. Maar deze geschiedenis maakt het onmogelijk, dat mannen zich ooit zouden verheffen boven de vrouwen.

Wij willen nog een keer op "de andere Maria" en haar zonen terugkomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 april 1999

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 april 1999

De Wachter Sions | 8 Pagina's