Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van Céfas gezien (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van Céfas gezien (3)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

"En dat Hij is van Céfas gezien." 1 Korinthe 15 : 5.

Maar ook als bewijs van de van Christus uit de dood. opstanding

De apostel heeft in dit hoofdstuk aangetoond, dat Christus waarhjk uit de dood was opgestaan. En dat heeft hij aangetoond (dat is opmerkehjk) niet met het bewijs ervan, dat hij aan de vrouwen was verschenen, maar hij heeft gewezen op de apostelen. Op de apostelen, die tot getuigen van Zijn opstanding werden gesteld. En hij was zelf ook een apostel, die kon zeggen: "En ten laatste van allen is Hij ook van mij, als van een ontijdig geborene, gezien."

Ik ben zelf een apostel. Ben ik niet een apostel? Ben ik niet vrij? Heb ik niet Jezus Christus, de Heere, gezien? "Als Hij is opgestaan uit de dood", zo zegt de apostel, "heeft Hij Zich ook aan mij willen openbaren."

Maar Hij is ook van Céfas gezien. En daar heeft hij getuigenis van mogen geven op de grote Pinksterdag, als hij heeft gezegd: "Dezen Jezus heeft God opgewekt; waarvan wij allen getuigen zijn." Zo heeft Céfas getuigenis kunnen en mogen geven van de zekerheid en van de waarheid van Christus' opstanding uit de dood. En dat is voor hem dan ook een wonder geweest. Want hij mocht die naam van Céfas, van steenrots wel dragen. Maar zijn geloof zou zeker zijn bezweken, als Christus niet voor hem gebeden had, dat zijn geloof niet op zal houden. En als Christus niet voor hem de dood was ingegaan en voor hem uit de dood was opgestaan.

De opstanding van de Middelaar is dan toch van zulk een grote betekenis. Hij is niet in de dood gebleven. Hij is uit de dood en uit het graf verrezen. Maar het is ook van een grote betekenis, dat Hij als opgestaan uit de dood is gezien geworden.

Dat Hij door de apostelen is gezien; dat Hij ook door Céfas is gezien, die Hem dus had verloochend en dat tot driemaal toe. Maar dan lag daarin toch een bewijs voor Céfas, dat hij in het Borgwerk van Christus begrepen mocht zijn. En zo wijst de opstanding van de Middelaar ons ook op dat volbrachte Middelaarswerk en op de grote betekenis daarvan.

Zo kon Petrus niet buiten de zaligheid vallen. Christus is niet in de dood gebleven, maar Hij is uit de dood verrezen. Hij heeft alle helse machten overwonnen. En Hij heeft Zich liefderijk aan de Zijnen willen openbaren. En dat ook aan een Céfas: "En dat Hij is van Céfas gezien."

Hij is niet gezien door de wereld, want Hij heeft gezegd: "De wereld zal Mij niet meer zien, maar gij zult Mij zien, want Ik leef en gij zult leven."

Hij is van Judas niet gezien, maar Hij is van Céfas gezien, die Hem verloochend had tot driemaal toe. En Hij is van de andere apostelen gezien. Maar Hij wordt nog gezien. En dat door het oog des geloofs. En dat als verrezen uit de dood, als men Hem in de kracht Zijner opstanding zal mogen leren kennen. En als dan Zijn opstanding rechte betekenis zal krijgen voor de ziel.

Overgeleverd om onze zonden en opgewekt tot onze rechtvaardigmaking. En als men dan zal weten, waarom Hij de dood is ingegaan. Omdat wij zo diep gevallen zijn. Maar hoe dat Hij ook uit de dood is opgestaan om een mens uit die gevallen staat weer op te richten. Dat hij met God verzoend zal worden en in Zijn gemeenschap zal worden hersteld. Maar het leven ook zal mogen vinden in een levende Jezus, Die voor hem gestorven en Die voor hem opgewekt is. En Die nooit meer sterft. Maar Die als een levengevend en - onderhoudend Hoofd van Zijn Kerk het leven onderhoudt in de harten van de Zijnen, zodat het in hen niet meer sterven kan. En zo verkrijgen ze in hun leven een bewijs van Zijn opstanding uit de dood. En dan zullen ze weten, wat die opstanding voor hen betekent. Maar dan altijd door een weg, waarin God hen in de vernedering weet te brengen zoals ook Petrus: "En gij, als gij eens bekeerd zult zijn, zo versterk uwe broeders." Dan is het laag met een mens afgelopen. Zo laag doet God het aflopen met een mens. Dan kan men het voor een ander meer geloven dan voor zichzelf Maar het zal het groot­ ste wonder zijn, als de Heere een mens zichzelf doet leren kennen. En dat Hij voor mij ook is opgestaan uit de dood. De Heere is waarlijk opgestaan. Dan zal men het weten, hoe God Zich in dat vrije, soevereine werk der genade verheerlijkt. En dat in het wegvallen van alles wat van de mens is. Petrus heeft alleen maar tegen kunnen werken en niet mee kunnen werken. Maar daarom zal de vrucht daarvan ook zijn: Wie is gelijk aan onzen HEER', Aan God, Die, tot Zijn eeuwig' eer. Zijn troon gevest heeft in den hemel? Die, daar Hij 't wereldrond gebiedt, Van Zijnen hogen zetel ziet Op 't laag en nietig aards gewemel?

TOEPASSING

En dat Hij is van Céfas gezien, daarna van de twaalven. Céfas wordt eerst genoemd.

De apostel begint met te zeggen: "Voorts, broeders, ik maak u bekend het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, hetwelk gij ook aangenomen hebt, in hetwelk gij ook staat; door hetwelk gij ook zalig wordt, indien gij het behoudt op zodanige wijze, als ik het u verkondigd heb; tenzij dan dat gij tevergeefs geloofd hebt. Want ik heb ulieden ten eerste overgegeven, hetgeen ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften; en dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derden dage, naar de Schriften; en dat Hij is van Céfas gezien, daarna van de twaalven. Daarna is Hij gezien van meer dan vijflionderd broederen op eenmaal."

Dat geeft ons ook wel wat te denken! Want de Heere Jezus heeft toch nog wel heel wat oprechte, ware volgelingen gehad. Dat blijkt wel, want aan de wereld heeft Hij Zich niet geopenbaard. Maar wel aan meer dan vijflionderd broederen op eenmaal. En we lezen ook gedurig: "Velen geloofden aldaar in Hem." Die zijn er toch echt wel geweest. Al heeft de grote massa begeerd dat Hij gekruisigd zou worden. Maar er zijn toch nog wel heel wat oprechte, ware volgelingen geweest. En aan die oprechte, ware volgelingen heeft Hij Zich willen openbaren. Maar dit is het wonderlijke, dat we lezen, dat Hij eerst van Céfas is gezien; daarna van de twaalven. En daarna is Hij gezien van meer dan vijflionderd broederen op

Meditatie vervolg

eenmaal. Hij is blijkbaar ook nog apart gezien van Jakobus, daarna van al de apostelen. En tot zijn verwondering zegt Paulus: "En ten laatste van allen is Hij ook van mij, als van een ontijdig geborene, gezien. Want ik ben de minste van de apostelen, die niet waardig ben een apostel genaamd te worden, daarom dat ik de gemeente Gods vervolgd heb."

Ik noem mezelf het laatste. Maar ik ben wel een apostel. Hij is ook van mij gezien; al ben ik de minste van de apostelen en al heb ik de gemeente Gods vervolgd. Ik kan wel onder Petrus gaan staan. Paulus kon wel onder Petrus gaan staan. En Petrus kon wel onder Paulus gaan staan. Paulus had de gemeente Gods vervolgd en Petrus had Hem verloochend.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1999

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Van Céfas gezien (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1999

De Wachter Sions | 8 Pagina's