Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij het schavot

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij het schavot

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een van de merkwaardigste onderdelen van de taak van een predikant in het verleden was het verlenen van geestelijke bijstand aan ter dood veroordeelden voor hun executie in de gevangenis, en ook op het schavot.

Zoals gemakkelijk te begrijpen is, was deze zielszorg weinig populair bij de predikanten. Geen wonder, vaak rekenden de veroordeelden hen tot de maatschappelijke orde die besloten had tot hun executie. Zij stelden de geestelijken op een lijn met de rechter en de andere gerechtsdienaars en zodoende konden de predikanten die hen wilden aanspreken, nog wel eens rekenen op een zeer grove bejegening, soms ook op onverschilligheid.

Daar staat tegenover dat de gesprekken zeer emotioneel geladen konden zijn en tot heftige gevoelsuitingen aanleiding konden geven. Overbodig waren de bezoeken nooit en hoewel zij vaak teleurgesteld werden, mochten de predikanten toch in sommige gevallen vrucht op hun arbeid zien. Er zijn daarvan nog wel verslagen bewaard gebleven, het blijkt ook uit een gebed dat te vinden is in een boekje van Caspar Sibelius, dat de titel heeft Christelijcke ghebeden ende danckseggingen (Dordrecht 1670). In dit boekje wordt een gebed gevonden met het opschrift 'Gebedt voor eenen misdadiger, die ter doodt verwesen is'. Het is de moeite waard om het nog eens door te lezen. Bij de schrijver Sibelius staan we nu niet stil, mogelijk kan in de toekomst iets over hem meegedeeld worden.

Gebed voor een misdadiger

Het gebed luidt als volgt:

'O Vader aller genade en God van alle vertroosting. Gij hebt gezegd: Zo waarachtig als Ik leef, zo Ik lust heb in de dood des goddelozen; maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijn weg, en leve. Op deze lieflijke en troostvolle belofte verschijnen we nu voor de troon Uwer genade en bidden u hartgrondig: Wil toch de ogen van Uw barmhartigheid van de hoge hemel neerslaan en buigen tot deze arme en bedroefde misdadiger, wiens zonden menigvuldiger zijn dan de haren van mijn hoofd, en meer in getal dan het zand aan de zee.

O Heere, straf hem niet in Uw toorn en kastijd hem niet in Uw grimmigheid. En ga toch niet in het gericht met deze Uw onnutte dienstknecht: want niemand die leeft zal voor Uw aangezicht rechtvaardig zijn. Zo Gij, Heere, de ongerechtigheden gade slaat, Heere, hoe zal hij bestaan? Groot en gruwelijk zijn zijn misdaden, maar Uw genade is nog veel groter en overvloediger. O God, wees hem genadig naar Uw goedertierenheid. Delg zijn overtreding uit naar de grootheid Uwer barmhartigheden. Was hem wel van zijn bloedrode zonden in de zuivere fontein van het bloed van Uw wel­ beminde Zoon, Die het onstraffelijke en onbevlekte Lam is, dat de zonden in Zijn lichaam op het hout van het kruis gedragen heeft. Neem de bloedige offerande en de dierbare verdienste van Jezus Christus aan tot een volkomen betaling van al zijn misdaden.

O Heere, vertroost hem in deze, zijn droevige val met Uw hulp en laat hem de vrijmoedige Geest ondersteunen. Laat dit troostrijke woord in zijn oren klinken en zijn hart verheugen: Zoon, zijt welgemoed, uw zonden zijn u vergeven.

O goedertierenste Vader, geef dat hij zich verkwikke met de zekerheid van zijn zaligheid, eer dat hij heen gaat, en niet meer zij. Verwek in zijn hart een oprecht berouw en leedwezen over al zijn zonden; en laat hem in zijn misdaden niet sterven noch versmoren. Versier hem met het schone bruiloftskleed, doe hem om de mantel der gerechtigheid en de onschuld van Uw lieve Zoon, opdat hij, wanneer zijn aards huis van deze tabernakel afgebroken zal zijn met het Lam Gods moge aanzitten en de eeuwige en vrolijke bruiloft in de hemel houden. Wapen hem met het schild van het zaligmakende geloof en met de helm van de vaste hoop van het eeuwige leven, opdat hij daarmee al de aanklachten van zijn consciëntie en de aanvechtingen van de satan moge overwinnen. Verzacht zijn smarten, verminder en verkort de angst en pijn van zijn dood. Geef hem de overwinning door onze Heere Jezus Christus. Gij zijt getrouw, en laat hem niet verzocht worden boven hetgeen hij vermag, maar geef met de verzoeking ook de uitkomst, opdat hij ze kan verdragen.

O, Trooster aller bedroefden, o Helper aller zwakken, o, Ontfermer van alle ellendigen, verbreek dit gekrookte riet niet, en blus deze rokende vlaswiek niet uit. O, goede God, het is met hem aan de avond, de dagen van zijn leven zijn gedaald, de nacht van de dood nadert. Blijf op hem, o Heere, blijf op hem met Uw Geest, genade en troost. Vertroost hem en geleid hem met Uw stok en staf door het dal van de schaduw van de dood in het licht van het eeuwige leven. Zend Uw heilige engelen, dat zij zijn ziel in Abrahams schoot dragen. Bind zijn ziel in het bundeltje der levenden, neem haar in Uw handen en laat ze in geen vreemde handen komen. Ja, Heere Jezus, ontvang zijn geest. Dat het zij: Gij hebt hem verlost, Heere, Gij God der waarheid. Spreek tot hem vertroostende woorden waarmee Gij eertijds de arme bekeerde moordenaar aan het kruis verkwikt hebt: Voorwaar zeg Ik u, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.

Eindelijk, o genadige en rechtvaardige God, geef dat jongen en ouden, rijken en armen, aan dit droevige voorbeeld zich spiegelen, dat ze het kwade haten en vermijden en het goede liefhebben en doen. Dat ze Godzalig tegenover U en rechtvaardig tegenover hun naasten en matig ten opzichte van zichzelf leven, opdat ze in zodanige droevige zonden en wereldlijke schande niet vervallen. O Heere, verhoor ons! O Heere, help deze arme zondaar! Jezus, Gij Zone Davids, ontferm U zijner. Amen!’

Verzet

Dat de veroordeelden de predikanten, als die hen aanspraken in de gevangenis, nog wel eens als hun vijanden zagen, blijkt bijvoorbeeld uit de laatste dagen van Johan van Oldenbarnevelt.

Nadat hij in 1619 ter dood veroordeeld was, omdat hij het land bijna in een burgeroorlog had gebracht, bezocht ds. A. Walaeus hem. Van Oldenbarnevelt ontving hem ronduit onvriendelijk. Hij had volgens zijn zeggen wel wat anders te doen dan met Walaeus te praten. Walaeus ging daarop zitten en wachtte rustig af Later sprak hij toch met Van Oldenbarnevelt en toen deze met tranen in de ogen opmerkte dat de doodstraf nu het loon werd voor 43 jaar arbeid voor het land, kon ook Walaeus zijn tranen niet bedwingen. Dit brak het ijs: na dit medeleven bleek Van Oldenbarnevelt veel meer aanspreekbaar.

Soms bleven de veroordeelden met grofheid een gesprek onmogelijk maken. Een voorbeeld van hen was Henricus Slatius (1585-1623).

Henricus Slatius was een tijdlang remonstrants predikant geweest, maar hij had ruzie gekregen met zijn geloofsgenoten. In 1622 raakte hij betrokken bij een samenzwering van de zonen van Johan van Oldenbarnevelt tegen prins Maurits. De zaak kwam voortijdig uit en ook Slatius werd gearresteerd. Na verhoor werd hij ter dood veroordeeld. Ook naar Slatius werden enige predikanten gestuurd om te vertroosten en te versterken, maar Slatius bejegende hen - volgens de historieschrijver - met grote schamperheid. Toen zij met hem wilden spreken over belijdenis van zonden, de bekering en de voorbereiding op de dood, wees hij hen bot af Hij wist die dingen zelf wel, zo verklaarde hij, en mogelijk nog wel beter dan zijn bezoekers ook. Zij hoefden hem dat niet te vertellen. Verder probeerde hij staande te houden dat het geoorloofd was om een tiran (in dit geval prins Maurits) te doden.

Toen hij op het schavot stond, vroeg de predikant Lamotius of hij nog een gebed voor hem zou doen. Slatius antwoordde bits: 'Nee, ik zal zelf wel bidden.' Zo ver is het niet gekomen, althans niemand heeft het hem zien doen. Nadat Slatius een doek voor zijn ogen gebonden had, knielde hij in het zand en werd hij onthoofd. Bij hem hadden de aanspraken duidelijk geen nut gehad.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 november 1999

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Bij het schavot

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 november 1999

De Wachter Sions | 8 Pagina's