In de leer bij een kruisdominee (25)

De bate van het geloof

ZONDAG 23

1. Waarom vraagt de catechismus in deze Zondag naar de bate (het nut) van het geloof?

Omdat in de Twaalf geloofsartikelen (vanaf Zondag 7 t/m Zondag 22) verklaard is wat een christen nodig is te geloven.

2. Kan dan niemand buiten deze leergronden zalig worden?

Neen. Het is een dwaalleer dat de mensen in alle religies zalig kunnen worden. De Heilige Geest vervloekt degene die een ander Evangelie verkondigt. Gal. 1 : 18.

3. Moet een christen dan niet in Gods eer en besluit berusten en zich over geen baat of loon bekommeren?

Neen, door de geloofsbaat wordt de Heere verheerlijkt. Daarom worden de christenen uit Zijn Woord en door voortreffelijke voorbeelden met loon aangemoedigd in de strijd. Gen 15 : 1; Ps. 19 : 12; Jes. 45 : 19; Hebr. 6 : 17.

4. Zijn de uitverkorenen van eeuwigheid gerechtvaardigd ?

Neen. Zij zijn wel geliefden des Vaders en op de borgstelling van de Zoon is het Gods voornemen, dat zij in de tijd gerechtvaardigd zullen worden. Rom. 8 : 29, 30.

5. Worden zij dan in het uur der minne in het hof des hemels gerechtvaardigd?

Ja, dan wordt de lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid van Christus hen als goddelozen en vijanden om niet toegerekend en wordt de wortel des geloofs in hun harten geplant.

Rom. 3 : 24; 4 : 5; 5 : 10; Job 19 : 28.

6. Zijn er ook trappen in de toegerekende rechtvaardiging of schuldvergiffenis?

Neen. Dit zou strijden tegen de huishouding van de heilige Drie-eenheid Die geen onvolmaakt werk kan doen. Allen ontvangen een recht ten eeuwigen leven en dat gaat gepaard met innerlijke liefde Gods. Luk. 15 : 20.

7. Wordt de toegerekende rechtvaardiging daarna niet in hun ziel uitgewerkt?

Ja. De antinomianen leren: "Het is alles buiten de mens in Christus", maar zij maken God tot een leugenaar Ezech. 36 : 26, 27; 2 Kor. 5 : 19 en Ef 3 : 17.

8. Hoe worden zij in hun geweten gerechtvaardigd?

Zij worden voor God als Richter gedagvaard, door de duivel beschuldigd als een overtreder der Wet die hun doemvonnis eist, wat zij moeten billijken. Rom. 7 : 10, 12.

9. Maar hebben zij geen Advocaat als Voorspreker?

Ja, Christus veroordeelt het vonnis, wederlegt en bestraft de beschuldigers, niet van onwaarheid, maar wat Hij gedaan heeft en eist hun eeuwige gelukzaligheid. Joh. 17.

10. Neemt de hemelse Richter deze eis aan?

Ja, Gods verbondseisen zijn door Christus volbracht. Nu moeten Zijn heiligheid en rechtvaardigheid vrijspreken, waarop de beschuldigers verstommen. Joh. 17:11, 25 en Rom. 8:33.

11. Worden zij daarna ook in hun geest van hun rechtvaardiging verzekerd?

Ja, gelijk Christus in Zijn Geest van Zijn Middelaarswerk is gerechtvaardigd, alzo ontvangen Zijn leden de pardonbrief des Heiligen Geestes, gepaard met hemels geloof, licht en vrede. Jes. 50 : 8; 1 Tim. 3 : 16; Rom. 5 : 1 en 8 : 16.

12. Wat onderscheid bestaat er tussen gerechtvaardigd te worden of rechtvaardigmaking?

De rechtvaardiging geschiedt door toerekening van Christus' Priesterambt volmaakt, de rechtvaardigmaking of heiligmaking door Zijn Koninklijk ambt en Geest bij trappen, maar gaan onafscheidelijk samen. Joh. 19 : 34.

13. Leert Gods Woord ook een tweeërlei heiligmaking?

Ja,

a. de toegerekende heiligmaking van Christus waarin zij geheel volmaakt voor God zijn en

b. door de ingestorte heiligmaking worden zij naar Zijn deugdenbeeld vernieuwd. Kol. 2 : 10 en Rom. 8 : 29.

14. Door wie wordt de ingestorte heiligmaking tegengesproken?

Door de antinomianen die voorgeven vrijgemaakt te zijn van Jehovah's liefdewet, en zo het Koninklijk ambt van Christus en de godzaligheid verachten. Hebr. 8 : 10 en Tit. 2:11, 12.

15. Lezen wij ook in de Heilige Schrift van een tweeërlei rechtvaardigheid?

Ja,

a. een zonder de werken der wet door het geloof voor God en

b. een in hun eigen gemoed en voor de mensen uit de vruchten des geloofs van de goede werken. Rom. 4 : 2-8; Matth. 12 : 33 en Jak. 2 : 22-26.

16. Heeft het geloof ook enige waardigheid in zich voor de Heere?

Neen. Dit zou strijden tegen Christus' volkomen gerechtigheid. Zijn toerekening geschiedt door het geloof om niet. De geloofsomhelzing en de vruchten zijn giften uit het genadeverbond. Deut. 32 : 4; Rom. 3 : 24 en Ef 2 : 8.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen