Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wie zijn de vermoeiden en belasten? (slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wie zijn de vermoeiden en belasten? (slot)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Boston, de kanttekeningen en Hellenbroek)

Luisteren we tenslotte nog naar de bekende predikant Hellenbroek.

Hij heeft een verklaring gegeven over het boek Jesaja, "De evangelische Jesaja", genoemd. Wat zegt Hellenbroek nu over een tekst als: "O alle gij dorstigen, komt tot de wateren", de bekende tekst uit Jes. 55 : 1? Hij merkt op, dat we ten opzichte van het woord "dorst" kunnen denken aan "een staat van gebrek", maar ook aan "een staat van gevoel". De Joden en ook de heidenen verkeerden in "een staat van gebrek". Dat wil zeggen: ze verkeerden in een ellendige staat en toestand. Zoals iemand die dorst heeft er ellendig aan toe is, zo is ook een onbekeerd mens er heel ellendig aan toe. In die algemene zin genomen, kunnen we dus zeggen dat iemand die de Heere niet kent in "een staat van dorst", dat is in "een staat van ellende" verkeert. Boston zal hier ook aan gedacht hebben, toen hij sprak over een dorst naar geld en goed, een verkeren in een geestelijke duisternis, een leven in zijn natuurstaat. Het woord "dorst" geeft in dit geval te kennen de ellendige, rampzalige staat waarin elk onbekeerd mens verkeert.

Na dit nu aangetoond te hebben, vervolgt Hellenbroek zijn betoog en gaat uitvoerig in op het woord "dorst" in bijzondere zin: het voelen van zijn dorst. Hij zegt dan: "Nochtans acht ik, dat men hier ook nog een stap verder moet gaan en deze "dorstigen" moet aanmerken, niet alleen in haar gebrek, maar zoals dorstig te zijn bijzonder insluit een zekere aangedaanheid omtrent het gebrek; welke aangedaanheid wel allereigenlijkst "dorst" wordt genoemd.

En zo dan "dorstigen", niet alleen zoals haar het Evangelie vond, maar ook zoals haar het Evangelie maakte en welk wilde om betamelijke onderwerpen van de aangeboden Verbondsgoederen te worden: zoals "dorstigen" hier een geëiste hoedanigheid en conditie (voorwaarde) is om tot de wateren te komen. Zoals dorstig te zijn niet (al)gemeen is... aan alle Joden en heidenen, maar alleen aan sommigen onder hen, die de Heere Zelf dorstig maakt. Met een woord: zoals "dorstig" te zijn al een beginsel van genade is”.

In dit stukje zegt Hellenbroek dat het woord "dorst" vooral insluit een aangedaanheid, een gevoel van zijn gebrek. Dit gevoel is niet algemeen, zegt hij. Nee, dit gevoel van dorst is een door de Heere gewerkte voorwaarde (conditie) om "betamelijke onderwerpen van de aangeboden verbondsgoederen te worden", een "geeiste hoedanigheid om tot de wateren te komen”.

Heel eenvoudig wil hij zeggen, dat de verbondsgoederen zoals o.a. de vergeving van zonden alleen aangeboden worden aan de "betamelijke" onderwerpen, dat wil zeggen aan hen die een gevoel van schuld en zonden omdragen.

Daarna gaat Hellenbroek verklaren dat die "dorst" bestaat in een bewustheid van geestelijk gebrek en een smartelijke droefheid daarover, in een begeren en verlangen dat gebrek te vervullen. Het is "een allerwezenlijkste zieledorst", zegt Hellenbroek. En een bladzijde verder vat hij alles kort samen en zegt dat zulke verlegen mensen, voelende de toorn des Heeren en denkende voor eeuwig om te komen, de Heere Jezus in het oog beginnen te krijgen, Die de "allerverlegenste" en verdoemelijkste zondaren wil zaligen. Hierna past Hellenbroek deze waarheid toe overeenkomstig zijn uitleg.

In de eerste plaats zegt hij dat de uitwendige prediking tot Joden en heidenen komt, daar hun staat zeer ellendig is. Hij spreekt hier eerst weer over "dorst" als "een staat van gebrek", dus over "dorst" in algemene zin.

Maar in de tweede plaats worden rijken en armen, jongen en ouden, ja een ieder tot de Fontein geroepen die in een bijzondere zin een dorst van gevoel heeft. "Zulke allen dan en die in een zo dorstige gestalte zijn, worden hier geroepen met vrijheid te komen. En die ook maar alleen: het zijn geen ongevoeligen, geen in eigen oog verzadigden... neen, de hongerigen vervult Hij met goederen en de rijken zendt Hij ledig weg. Men vindt daarom doorgaans in het Woord dat treurigen, gebrokenen, verbrijzelden, armen, verslagenen, vermoeiden en belasten het voorwerp zijn van de Goddelijke genadebeloften. Onnodig hier te tonen: die alleen en die ook allen: Alle gij dorstigen" (pag. 602, Rotterdam, 1710).

U ziet het wat hij zegt: De treurigen, de vermoeiden enz. zijn de voorwerpen van de Goddelijke genadebeloften. Dat wil zeggen dat de geestelijke beloften alleen aan treurigen en vermoeiden wordt gedaan. Wat een strijd is hierover in onze gemeenten gevoerd.

We laten het bij deze duidelijke uiteenzetting van Hellenbroek. Wat komt hij overeen met Boston. Immers ook die sprak van een "dorst" in algemene zin: "de staat van gebrek" waarin mensen, levende in hun natuurstaat, begerig zijn naar geld en goed. Ook tot die mensen komt het Woord met bevel van geloof en bekering. Dat zegt Boston en dat zegt ook Hellenbroek. De uitwendige roeping komt tot alle hoorders. De kanttekeningen nemen het woord "dorst" vooral in de betekenis van "een staat van gevoel": een kermen, een zuchten onder de last der zonden.

In die bijzondere zin verklaarde ook Hellenbroek vooral het woord "dorstig". Kernachtig zei hij: "Die dorstigen alleen en die dorstigen allen worden genodigd tot de Fontein, daar zij "de geëiste hoedanigheid" bezitten, namelijk een geestelijke werkzaamheid, door de Heere Zelf in het hart gewerkt". Maar ook Boston komt, zoals we aantoonden, in zijn nadere verklaringen uiteindelijk bij de bijzondere betekenis van "dorst" als een staat van gevoel terecht. Geen wonder, beide knechten des Heeren brachten het Woord naar de zin en mening van de Heilige Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 maart 2000

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Wie zijn de vermoeiden en belasten? (slot)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 maart 2000

De Wachter Sions | 8 Pagina's