Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Petrus op de zeef van satan (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Petrus op de zeef van satan (2)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

"En de Heere zeide: Simon, Simon, ziet, de satan heeft ulieden zeer begeerd, om te ziften als de tarwe; maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude; en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uwe broeders.”

De satan begeerde Petrus te ziften als de tarwe, opdat het met Petrus nog voor eeuwig verloren zou zijn. Maar nee, Petrus kon niet buiten de genade en de zaligheid vallen. Maar hij kwam wel op de zeef terecht. En o, dat is wat geweest, als hij op die zeef van satan is gekomen. Er is wat in zijn hart omgegaan als hij zijn Meester tot driemaal toe verloochend heeft en als hij daarover berouw gekregen heeft. Er is wat in zijn binnenste afgespeeld, vóór de Heere Jezus Zich als opgestaan uit de dood aan hem heeft geopenbaard en voordat er een verzoening tot stand kwam over hetgeen er nu geschied was. O, ze hebben hem van binnen gezegd, dat hij nu voor eeuwig er buiten gevallen was.

Dat dit nu de weg was tot de zaligheid heeft Petrus niet kunnen bekijken. Dat hebben de andere discipelen ook niet kunnen bekijken. De Herder werd geslagen en de schapen werden verstrooid. En de boze heeft de vurige pijlen op Petrus in het bijzonder afgeschoten. Het leek nu toch wel duidelijk, dat hij zich in alles had bedrogen. Moest dat nu de Middelaar zijn? Moest dat nu de Verlosser zijn? Was in die Persoon nu de weg tot het leven en de verlossing geopend? Hij was de dood ingegaan. De dood, die alles afsneed. Die alle hoop en verwachting de discipelen ontnam.

En toch, ze zijn door zulke onverbrekelijke banden aan die Persoon des Middelaars verbonden gebleven. Dat is toch duidelijk gebleken, als de Middelaar de dood is ingegaan en als ze dan bij elkander zijn gekomen met gesloten deuren.

Ze konden de wereld niet in en ze konden elkander ook niet verlaten. Ook konden ze van die Persoon niet af De weg tot de zaligheid was in die Persoon ontsloten. En als velen Hem verlieten, heeft Hij de vraag ook nog gedaan: "Wilt gijlieden ook niet weggaan? " En dan was het ook Petrus geweest, die heeft gezegd: "Heere, tot wien zullen we anders henengaan? Gij hebt toch de woorden des eeuwigen levens." Ze hebben de kracht van Zijn Woord en van het profetisch onderwijs in de ziel ervaren. Ze konden niet meer van Hem af, want door Zijn onderwijs waren ze zo nauw aan Hem verbonden. Maar nu was Hij de dood ingegaan en hadden ze in Hem de weg tot het leven ontsloten gezien. Hoe moesten ze nu het leven door Hem vinden? Kijk, dat wordt nu de grote vraag voor de ziel. Al is het leven in die Persoon geopenbaard, als die Persoon Zich verborgen gaat houden; als het recht op de voorgrond komt; als de Eerste Persoon gaat eisen; als de schuld weer gaat drukken en als men met een ongeredde ziel en een onopgeloste staat over de wereld gaat, dan vraagt de ziel zich af: "Hoe moet het nu op het leven aan; en dat door die Persoon? " Dat is het, wat de ziel verborgen is. Dat was voor Petrus en voor al de discipelen verborgen.

O, wat is Petrus heen en weer geschud geworden op de zeef van satan, want ik wilde u er allereerst even bij bepalen, dat die zifting een smartelijke zifting is geweest. Het was wat, wat Petrus deed: zijn Meester verloochenen.

We weten de geschiedenis, nietwaar. De Heere Jezus is gevangen genomen in de hof van Gethsémané. En toen heeft Petrus er gelijk op ingeslagen. Hij hieuw bij de dienstknecht van de hogepriester het rechteroor af Maar dan heeft Jezus tot hem gezegd: "Steek uw zwaard in uw schede. Petrus! Allen, die het zwaard nemen, die zullen door het zwaard vergaan. Of meent ge, dat Ik Mijn Vader niet kan bidden en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen bijzetten! De drinkbeker, die Mij de Vader gegeven heeft, zoude Ik die niet drinken? "

En wat is er toen gebeurd? Toen hebben ze Hem allemaal verlaten. Petrus ook! Maar Petrus heeft zich gauw hersteld. Hij is er over door gaan denken, wat hij nu toch gedaan heeft. Hij heeft gezegd: "Ik heb gezegd, dat ik Hem nooit verlaten zou. Al zouden ze het allen doen, dan zou ik het niet doen. Dus dat moet ik nu toch gaan bewijzen." En vandaar is hij Hem achterna gegaan, als Hij in de zaal van Kajafas was gebracht.

Petrus kwam dus in die zaal van Kajafas en er was een dienstmaagd, die deed hem open. En ze keek hem aan en ze zei: "Zo, jij bent er ook ééntje van. Dat zie ik wel! Ik ken je wel." Petrus zegt: "Mens, je weet niet, wat je zegt. Ik ken die Mens helemaal niet." Daar begon hij Hem al te verloochenen. Een uur later komt er een andere dienstmaagd, en die zegt: "Hij is er ook één van." En dan, voor de tweede maal, verloochent hij zijn Meester, zeggende: "Ik ken de Mens niet." Dan zet hij zich neer onder degenen, die zich daar zitten te warmen en neemt een onverschillige houding aan, even alsof hij ook bij hen hoorde en dus niet bij Jezus' volgelingen. Maar één van hen kijkt hem aan en zegt: "Ja, maar gij waart toch ook bij de volgelingen van die Jezus? En ook uw spraak maakt u openbaar!" En hij begon zichzelven te vervloeken en hij begon te zweren, zeggende: "Ik ken de Mens niet!" En Jezus, Zich omkerende, zag Petrus aan. En terstond kraaide de haan en daar brak zijn hart, want hij werd indachtig wat Jezus gezegd had: "Eer de haan gekraaid zal hebben, zult ge Mij driemaal verloochend hebben." En naar buiten gaande, weende hij bitterlijk. Nu had hij die dierbare Persoon, aan Wie hij toch zo nauw verbonden was geweest, verloochend. En dat tot drie keer toe. Nu was toch eigenlijk hetgeen in zijn hart lag openbaar gekomen. Nu was het toch duidelijk gebleken, dat de liefde bij hem geen zuivere en geen ongeveinsde liefde was.

Ge voelt toch wel, dat hij toen op de zeef kwam? En dat er toen wat in zijn hart is omgegaan? Ze hebben hem van binnen van alles wijsgemaakt. Naar zijn eigen waarneming is hij er buiten gevallen. Hij is er ook schoon buiten gevallen.

2. Het noodzakelijke van die zifting

Daarom was die zifting voor Petrus ook een noodzakelijke zifting. Daar wilden we u nader bij gaan bepalen.

Satan heeft zijn doel met Petrus niet kunnen bereiken. God heeft juist Zijn doel met Petrus bereikt. Door de beproevingen heen wordt het zuivere Godswerk bevestigd. En wat horen we hier de Heere Jezus dan zéggen? "Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude."

Meditatie vervolg

Jezus spreekt hier dus over Zijn voorbede. En die voorbede behoort tot Zijn HogepriesterUjke bediening. Als Hogepriester moest Hij Zich opofferen en als Hogepriester moest Hij ook bidden. En als Hogepriester zegent Hij ook de Zijnen met tijdelijke, geestelijke en eeuwige zegeningen. Hij moest dus als Hogepriester Zich gaan opofferen. Dat had Hij Zijn discipelen steeds gezegd. In Zijn Profetische bediening had Hij daar steeds op gewezen. Maar ze hadden dat maar niet verstaan. Maar nu zou Hij ook als Hogepriester, als Hij het Offer had gebracht, ingaan in het binnenste Heiligdom. En dat om ten goede voor Zijn Kerk daar werkzaam te zijn aan de rechterhand des Vaders. Om voor Zijn Kerk dus te bidden. Maar Hij had al gebeden. En daar moet ge erg in hebben, dat dat er ook zo opmerkelijk staat! De Heere Jezus zegt niet: Ik zal voor u bidden. Nee. Maar Hij zegt tot Petrus: "Maar Ik HEB voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude."

Toen de Heere Jezus op aarde was, ging Hij des nachts al op de berg om te bidden. Hij had voor Petrus al gebeden. Hij was met Zijn voorbede de val van Petrus al voor geweest. "Ik HEB voor u gebeden", zegt Hij, "dat uw geloof niet ophoude."

Wat is die voorbede van de Middelaar? Wel, het is de Voorspraak, waarmede Hij voor de Zijnen intreedt bij de Vader. Dus we moeten geen verkeerde opvatting hebben over de voorbede van de Heere Jezus. We moeten er niet menselijk van denken, alsof het een vragen en alsof het een smeken zou zijn. Nee, de voorbede van de Heere Jezus is een eisen. Een eisen op grond van Zijn volbracht Middelaarswerk. Dus die voorbede is verbonden aan Zijn volbracht Middelaarswerk. Hij zegt: "Vader, Ik weet dat Gij Mij altijd hoort." Hij werd gehangen aan het kruishout. En daar heeft Hij dadelijk gebeden. Wat heeft Hij daar gebeden? Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat ze doen. Voor wie bad Hij dat nu? Voor al die mensen, die daar stonden? Nee, want dan waren ze allemaal zalig geworden. Maar dat bad Hij voor de uitverkorenen, die er onder waren. Onder degenen, die Hem kruisigden. Zo moeten wij Zijn voorbede dus verstaan. Die voorbede is niet los te maken van het door Hem gebrachte Offer. Alleen voor degenen, voor wie Hij Zich opgeofferd heeft, bidt Hij dus maar. Dat zegt Hij Zelf in Zijn Hogepriesterlijk gebed: "Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt."

Zo had Hij dus gebeden voor Petrus en dat in tegenstelling van Judas. Wat Judas heeft gedaan, dat kon Petrus niet doen. En wat horen we de Heere Jezus dan ook zeggen in Zijn Hogepriesterlijk gebed? Die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard, en niemand uit hen is verloren gegaan, dan de zoon der verderfenis, opdat de Schrift vervuld worde. Judas was niet in die voorbede van de Middelaar begrepen. Want wat Judas deed, dat kon Petrus niet doen. Dat was onmogelijk! Want u moet het grote onderscheid duidelijk zien tussen wat Judas gedaan heeft en wat Petrus deed. Er zijn wel mensen, die soms zeggen: "Ja, ik ben maar een Judas." En zeker, we kunnen er nooit bang genoeg voor zijn. Maar dit is wel waar (dat wil ik u wel even zeggen): Als er kennis mag zijn gekomen van de Persoon des Middelaars, zullen we toch zomaar niet kunnen zeggen: Ik kan wel een Judas zijn." Nee. Waarom niet? Wel, dat zal ik u zeggen.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 2001

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Petrus op de zeef van satan (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 2001

De Wachter Sions | 8 Pagina's