Uit de Bron (30)

Jozef wordt onderkoning

"Alzo stelde hij hem over gans Egypteland." (Gen. 41 : 43)

Jozef had de koning van Egjrpte zijn dromen verklaard en hem daarna de raad gegeven een verstandig man aan te stellen, die in de zeven voorspoedige jaren voorraadschuren zou bouwen.

Deze raad was goed in de ogen van de Farao. Bovendien behoefde hij ook niet lang naar een geschikt iemand te zoeken. Wie zou voor dat werk beter geschikt zijn dan Jozef? In de Bijbel lezen we: "Daarna zeide Farao tot Jozef: Naardien God u dit alles heeft bekend gemaakt, zo is er niemand zo verstandig en wijs als gij. Gij zult over mijn huis zijn, en op uw bevel zal al mijn volk de hand kussen; alleen dezen troon zal ik groter zijn dan gij. Zie ik heb u over gans Egypteland gesteld."

Wat een ontzettende verandering voor Jozef Nog niet zo lang geleden was hij nog een gevangene en scheen het of hij van iedereen verlaten was. En nu werd hij verheven tot onderkoning van Egypte. Als teken van waardigheid kreeg hij de ring van Farao, waardoor hij op deftige brieven het stempel van de koning zetten kon. Verder ontving hij koninklijke klederen van fijn linnen en mocht een gouden keten om zijn hals doen. Zie, daar stond de dertigjarige onderkoning van Egypte. De Heere Zelf had op Zijn tijd naar Zijn kind omgezien. Hij was het immers geweest. Die Jozef de hemelse wijsheid gegeven had de dromen te verklaren.

Nu kon Jozef wel zingen:

Gij hebt mijn weeklacht en geschrei Veranderd in een blijde rei; Mijn zak ontbonden, en mij weer Met vreugd omgord; opdat mijn eer Niet zwijg'. Zo klimt Uw lof naar boven; Mijn God, U zal ik eeuwig loven. (Ps. 30:8)

Nadat Jozef deze hoge onderscheiding gekregen had, werd hij op een koninklijke wagen door Egypte gereden. In de Bijbel staat dat Farao hem liet rijden op de tweede wagen. De eerste wagen was voor de koning zelf en deze tweede wagen was voor onderkoning Jozef bestemd. Bovendien liepen er koninklijke herauten voor zijn wagen, die het volk toeriepen: "Knielt voor de hoogste dienaar van Farao!"

Zo werd Jozef in heel Eg3rpteland als de machtigste man op de koning na toegejuicht. Zoveel macht kreeg hij van Farao, dat deze sprak: "Zonder u zal niemand zijn hand of voet opheffen in gans Egypteland!" Ook kreeg hij van de koning een andere naam: Zafnath Paaneah. Die naam betekent: "Uitlegger van verborgenheden" en herinnerde aan de uitleg-ging van de wonderlijke dromen door Jozef Ook wordt wel gezegd, dat die vreemde naam betekent: "Behouder van het land" en dan wil het zeggen, dat Jozef voor voorraadschuren gezorgd heeft.

Want Jozef zat niet stil. Als onderkoning is hij meteen aan het werk gegaan. Hij regelde en leidde de hele voorbereiding bij het opslaan van de reusachtige hoeveelheid voedsel voor de tijd van schaarste die aanstaande was. In het hele land stelde hij ambtlieden aan om korenhuizen en voorraadschuren te laten bouwen en rond elke stad kon men dergelijke gebouwen aantreffen. "Alzo bracht Jozef bijeen zeer veel koren als het zand der zee, totdat men ophield te tellen; want daarvan was geen getal, " staat er in Gods Woord. In die zeven jaren van voorspoed werden onder leiding van Jozef enorme voorraden aangelegd.

Maar er kwam een einde aan de zeven jaren. Meteen diende zich de hongersnood aan. Niet alleen in Egypte, maar ook in de omliggende landen werd de honger gevoeld. In de Bijbel lezen we: "En er was honger in al de landen, maar in gans Egypteland was brood."

Toen het volk van Egypte dan ook om voedsel vroeg, klonk het: "Ga naar Zafnath Paaneah! Hij zal u brood geven!"

Op Jozefs bevel werden de voorraadschuren geopend en stonden overal de verkopers klaar om het volk koren te verkopen. Uit alle oorden kwamen de mensen vandaan, want de honger was heel zwaar!

Jozef trouwde in deze jaren met Asnath, een dochter van Potifera, een aanzienlijke man uit de stad On. Niet lang hierna werden er in het gezin twee jongens geboren. De oudste jongen heette Manasse en de tweede zoon werd Efraim genoemd. Beide namen werden door Jozef gegeven om de Heere te erkennen voor het feit, dat Hij hem in dit vreemde land voorspoed en eer had willen geven. Nee, Jozef vergat zijn Weldoener niet. In zijn hart leefde het: Loof, loof mijn ziel, den Hoorder der gebeden; Vergeet nooit een van Zijn weldadigheden. Vergeet ze niet; 't is God, Die z' u bewees. (Ps. 103:1)

Hoe belangrijk was Jozef in korte tijd geworden. Door zijn toedoen bleven mensen die anders zeker de hongerdood hadden moeten sterven, nu in leven.

"En alle landen kwamen in Egypte tot Jozef om te kopen; want de honger was sterk in alle landen, " staat er in de Bijbel. Gelukkig dat Eg5rpte zo'n wijze onderkoning had!

Hij kreeg van Farao in handen 't Bestier van huis en goed en landen; Dies bond hij vorsten naar zijn lust. Van zijn verstand en deugd bewust, Deed gans Egypte's opperheer Al d' oudsten luist'ren naar zijn leer.

(Ps. 105:12)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen