Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Golgotha

... de plaats genaamd Golgotha, welke is gezegd Hoofdschedelplaats, Matth. 27:33. ... de plaats Golgotha, hetwelk is, overgezet zijnde. Hoofdschedelplaats, Mark. 15: 22.

... de plaats genaamd Hoofdschedelplaats, Luk. 23:33.

... de plaats genaamd Hoofdschedelplaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Golgotha, Joh. 19:17.

Golgotha was eigenlijk Aramees of Syrisch, de omgangstaal der Joden ten tijde van Christus' komt in het vlees. Het klassieke Hebreeuws werd aan het begin van onze jaartelling alleen nog gebruikt in de s3Tiagoge. Onze Statenvertalers tekenen bij het woord Hebreeuws in Joh. 19:17 dan ook aan: 'Dat is, in het Syrisch, welke taal de Joden toen gebruikten, zijnde wel wat veranderd van de Hebreeuwse taal, maar evenwel voor één taal met dezelve in de grond gehouden.' Het Aramese woord golgoltha (vereenvoudigd tot golgotha) betekent hoofdschedel.

De evangelisten, die in het Grieks schreven, hebben het alle vier van belang geacht voor hun lezers die geen Aramees kenden, de betekenis van dit woord te verklaren. Men ziet dat Lukas dat het meest precies heeft gedaan. Bij hem staat 'plaats' in onze Bijbel cursief, dat wil zeggen dat het aangevuld is door onze overzetters. Lukas schreef alleen Hoofdschedel (Kranion in het Grieks). Maar het laat zich verstaan, dat de mensen (Grieks was in die tijd de tweede omgangstaal in Jeruzalem) de plaats Golgotha in de praktijk eerder in het Grieks Hoofdschedelplaats (Kraniou topos) genoemd zullen hebben dan Hoofdschedel. Zo hebben dan ook de drie andere evangelisten vertaald.

Misschien zal iemand zeggen: Waarom niet eenvoudig van schedel gesproken? Die is toch altijd van het hoofd? Zo simpel is het toch niet. Vroeger werd onderscheid gemaakt tussen de hoofdschedel en de aangezichtsschedel. Onder de hoofdschedel werd alleen dat deel van de schedel verstaan, dat de hersenen bevat, het bovenste deel van het hoofd dus. In de kanttekening op Matth. 27:33 worden ter verklaring de woorden bekkeneel en hoofdpan gebruikt. Ook met die woorden wordt alleen aan de hersenpan gedacht. Tegenwoordig spreekt men van schedel, als men een compleet doodshoofd bedoelt. Dat is nadrukkelijk niet de betekenis van de naam Golgotha.

Waarom heette deze plaats Golgotha?

Er is een oude Joodse overlevering, dat op die plaats de hoofdschedel van Adam begraven zou zijn. Althans, Origenes, een zeer geleerd theoloog van de oude kerk (hij leefde in de derde eeuw), schrijft dat hij van die overlevering gehoord heeft. En vermaarde kerkvaders als Cyprianus,

Augustinus en Hieronymus, hebben dit van hem overgenomen. Er zit dan ook een zinvolle gedachte in, die zij nader uitgewerkt hebben in hun preken: de tweede Adam is gekruisigd boven het graf van de eerste. Waar de dood getriomfeerd heeft over de eerste Adam, daar heeft de tweede Adam de dood overwonnen. Alleen, er is geen enkel bewijs van te vinden. In de Joodse geschriften zoekt men er tevergeefs naar. Het zou overigens niet onmogelijk zijn, dat Joodse geleerden deze overlevering uit vijandschap tegen het christendom later weggemoffeld hebben. Maar het lijkt toch maar beter, deze gissing te laten rusten.

Men vindt bij andere kerkvaders de gedachte, dat Golgotha dezelfde zou zijn als de berg in het land Moria waarop Abraham Izak moest offeren. Ook dat kan tot mooie gedachten leiden, maar het is eveneens een veronderstelling zonder grond, die bovendien nog in strijd lijkt met wat wij lezen in 2Kron. 3:1.

Onze Statenvertalers noemen deze verklaringen dan ook niet, maar geven twee andere mogelijke verklaringen van de naam Golgotha, in een kanttekening op Matth. 27:33, dat Golgotha 'alzo schijnt genaamd te zijn, omdat aldaar de justitie placht te geschieden en overzulks vele doodshoofden van misdadigen aldaar gevonden werden. Of, gelijk sommigen menen, omdat deze berg de vorm of gedaante had van een hoofdpan'.

De eerste verklaring lijkt aannemelijk. De Romeinen hadden overal in het rijk dergelijke executieplaatsen, waar misdadigers terecht werden gesteld. Golgotha zal naar alle waarschijnlijkheid zo'n plaats zijn geweest. Maar aan de andere kant weten wij ook, dat de Joden grote zorgvuldigheid betrachtten met dode lichamen, omdat die het land verontreinigden. Zie Deut. 21:23. Zij zouden die schedels nooit zo hebben laten liggen.

Daarom geven de meeste verklaarders van vroeger en later tijd de voorkeur aan de laatste verklaring: deze plaats heeft de naam Golgotha, hoofdschedel, gekregen omdat ze de vorm, de welving van een hoofdschedel had.

Overigens moeten wij daarbij wel bedenken, dat nergens in de Bijbel staat dat Golgotha een heuvel was. De Schrift noemt Golgotha steeds een plaats. Zie naast de boven dit artikel genoemde teksten nog Joh. 19:20, 41. Maar dat sluit niet uit, dat op dit veld een kale rots kan hebben gestaan, waaraan een afgrond grensde, en die zo deed denken aan de achterkant van een menselijke schedel, dat de mensen dat terrein de Hoofdschedel gingen noemen.

In geschriften van oudvaders komt men ook de naam Calvarië wel tegen. Calvaria is het Latijnse woord voor hoofdschedel en dus voor Golgotha. Men treft deze naam aan in de roomse Vulgata-vertaling.

Golgotha is in het huidige Israël niet meer terug te vinden. Dit is zeker, dat Christus buiten de stad is gekruisigd. Zo was het de gewoonte der Romeinen en dat was tevens in overeenstemming met de Joodse wet, die daarin gegrond was op Lev. 24:14, 23. Num. 15:35, 36. Deut. 17:5. Zo is ook het doodvonnis voltrokken aan Achan, Naboth, Stefanus en zo hebben ze reeds in Nazareth met Christus willen doen, Luk. 4:29.

Er is sprake van voorbijgangers, Matth. 27:39. Mark. 15:29, dus Golgotha lag aan een weg. Golgotha was ook nabij een hof, Joh. 19:41, 42. Dat kan volgens de oudheidkundigen dan niet anders dan aan de noordzijde van de stad geweest zijn, en wel aan de weg naar Sichem. Daar wijst de traditie ook de plaats aan. Thans staat daar de Heilige Grafkerk. Een Engelsman Gordon heeft op een heel andere plek een rots aangewezen, waarin enkele openingen zijn, die met enige fantasie aan oogholten en een mond doen denken, zodat deze rots op een schedel zou lijken. Maar deze opvatting wordt niet serieus genomen. Ze doet ook geen recht aan het begrip hoofdschedel.

Dat Golgotha buiten de stadsmuur was gelegen, maar niet ver vandaar, blijkt uit Joh. 19:17 en 20. De geestelijke betekenis daarvan verklaart de apostel in Hebr. 13:11 en 12. Zoals bij Israël in de woestijn op de grote verzoendag de lichamen der geslachte offerdieren, wier bloed door de hogepriester tot een offer voor de zonde werd gedragen in het heilige der heiligen, buiten de legerplaats moesten worden verbrand, zo moest Christus buiten de poort, daar waar de misdadigers als het gezelschap der mensen niet langer waardig, gedood werden, het vuur van Gods toorn lijden om de Zijnen met God te verzoenen.

De bezoldiging der zonde is de dood. Hoe bijzonder werd dat ervaren op deze plaats! Een afschrikwekkend, een schandelijk oord. Dat werd dan nog versterkt door de aard van de straf die daar werd voltrokken. De Romeinse schrijver Cicero noemde de kruisiging de wreedste en afgrijselijkste straf. De Joden kenden haar niet. De Romeinen evenmin. Het was een straf van Fenicische herkomst en werd alleen toegepast op slaven en verachten. De opgehangene was Gode een vloek. Christus heeft het kruis gedragen en de schande veracht, opdat Hij door deze gevloekte dood tenietdoen zou degene die het geweld des doods had, dat is, de duivel, en verlossen zou al degenen die met vreze des doods door al hun leven der dienstbaarheid onderworpen waren.

We kunnen het niet beter weergeven, dan met de woorden van ons Avondmaalsformulier (wat bezielt die mensen toch die deze kostelijke taal willen vervangen door nieuwe formuleringen? !), waar de levende kerk belijdt, dat Christus 'onschuldig ter dood veroordeeld is, opdat wij voor het gericht Gods zouden vrijgesproken worden; ja. Zijn gezegend lichaam aan het kruis heeft laten nagelen, opdat Hij het handschrift onzer zonden daaraan zou hechten; en heeft alzo de vervloeking van ons op Zich geladen, opdat Hij ons met Zijn zegening vervullen zou; en heeft Zich vernederd tot in de allerdiepste versmaadheid en angst der hel, met lichaam en ziel, aan het hout des kruises, toen Hij riep met luider stem: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? opdat wij tot God zouden genomen, en nimmermeer van Hem verlaten worden; en heeft eindelijk met Zijn dood en bloedstorting het nieuwe en eeuwige Testament, het verbond der genade en der verzoening, besloten, toen Hij zeide: Het is volbracht.'

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 2002

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 2002

De Wachter Sions | 8 Pagina's