Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Antwoord per brief

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Antwoord per brief

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geachte mevrouw N.N. te N.,

Uzult misschien wel een beetje lang op antwoord hebben moeten wachten als deze brief u bereikt. Dat wil echter niet zeggen dat ik geen aandacht aan uw brief met uw vraag daarin heb gegeven. Maar u zult zelf wel zien dat ik meerdere vragen van ongeveer een zelfde inhoud ontvang. En dan vraagt men mij ook wel om spoedig een antwoord te mogen ontvangen. Het doet me wel goed als ik zulke vragen onder de ogen krijg. Deze tijd is een tijd van veel bandeloosheid en onverschilligheid. Ook worden jonge mensen gemakkelijk met een verkeerde leer meegevoerd. En daarom doet het me goed als ik mag zien dat het bij andere jonge mensen nog anders is. U hebt mij een vraag gedaan over de geschiedenis van Ruth. In het bijzonder hebt u mij gevraagd hoe te moeten denken over wat Naomi tot Ruth gezegd heeft, als Orpa haar had verlaten. We lezen dat ze toen tot Ruth gezegd heeft: "Zie, uw zwagerin is wedergekeerd tot haar volk en tot haar goden; keer gij ook weder, uw zwagerin na.

U hebt er blijkens uw schrijven wel wat op nagelezen. Met andere verklaarders hebt u ook wel de kanttekening erop nagezien. Als Ruth niet heeft willen terugkeren, zegt de kanttekening daarvan: "Hiermede toont ze haar bekering tot de ware God en de gemeenschap Zijner Kerk, waarin het schijnt, dat Naomi haar met de voorgaande redenen, met het voorbeeld van haar zwagerin, had willen beproeven." De kanttekening spreekt dus over de bekering van Ruth. Het is al jaren geleden dat ik ergens sprak over de geschiedenis van Ruth en dan opmerkte dat Ruth als een wedergeboren mens die keus deed aan de grens. In de consistorie werd ik daarover aangevallen. Men zag dat zo niet. Maar ik begreep de ligging van die mensen wel en het kwam later wel uit dat ik me daarin niet vergiste. Ik gaf ten antwoord, dat ze wellicht liever hadden gewild dat ik gezegd had: "Mensen, doet nu ook eens zo'n keus als Ruth, dan zal de wedergeboorte daarop volgen en daaraan verbonden zijn.”

We hebben eraan vast te houden dat de keus van Ruth uit het nieuwe leven voortkwam dat ze door Gods genade deelachtig was geworden. Daarin openbaarde zich het grote onderscheid tussen haar en Orpa. Naomi heeft Ruth beproefd, zoals u bij de goede verklaarders ook gelezen hebt. Zo heeft de Heere Jezus Zijn discipelen ook beproefd, als Hij tot hen gezegd heeft: "Wilt gijlieden ook niet weggaan? " En in Lukas 13 : 24 lezen we dat Christus gezegd heeft: "Strijdt om in te gaan door de enge poort; want velen (zeg Ik u) zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen." U hebt in een Bijbelverklaring gelezen dat we moeten strijden en worstelen met God in den gebede en ons tot het uiterste toe er ons voor moeten inspannen. Maar dan schrijft u mij dat dit het nu juist is dat u niet kunt. Eerst hebt u gedacht dat u wel kon bidden en u hebt veel goede boeken gelezen en zijt trouw ter kerk gegaan en mocht ook veel van Gods volk houden. Maar nu kunt u niet anders zien dan dat dit alles niets is in Gods ogen. Het kan u voor uzelf en voor uw jonge kinderen wel aangrijpen als u ze aan tafel ziet zitten en dan bij uzelf vandaan gevoelende dat ze met u op de eeuwigheid aanreizen. En dan bidt u wel en dat geeft u ook wel een weinig rust, maar dan is er ook wel weer een stem in uw binnenste die u zegt dat de Heere overal van walgt, ook van uw bidden en van alles wat u in het werk stelt. En dan wordt u ook nog uw vijandschap gewaar. Dan komt u tot het besluit dat u maar stoppen moet, want dat u met alles uw oordeel nog te zwaarder maakt. Maar dan vraagt u toch ook weer of de Heere u echt wil leren bidden en uw slechte hart echt wil laten zien. U moet er u dan ook over beklagen dat u zo weinig last hebt van dat zondig hart en Gods eer niet recht beoogt.

Zo bent u gekomen tot het stellen van uw vraag aan mij. Ik heb aan het begin van deze brief geschreven dat u misschien wel wat lang op antwoord van mij moet wachten, maar aan het eind van uw brief laat u me weten dat u het me niet kwalijk zult nemen als u geen antwoord krijgt en als ik uw vragen dom vind, dat u me dan om vergeving vraagt en dat ik uw brief dan maar moet verscheuren. Nu, ik heb uw brief nog niet verscheurd. Graag wil ik u zelfs nog een antwoord geven, want ik mag in oprechtheid zeggen dat het me om het heil van onsterfelijke zielen is te doen. Maar ik moet daarin wel het spoor van Naomi volgen. Die legde zomaar niet haastelijk de handen op. Het is gevaarlijk als we dat doen. Als er een waar werk van God aanwezig mag zijn, dan kan dat wel een stootje velen. We kunnen wel geloven dat Ruth in haar schoonmoeder een goede baakster heeft gehad. Maar dat bracht de weg die Naomi heeft moeten gaan, als vanzelf ook met zich mee. Bethlehem was het broodhuis dat ze had verlaten. De Heere had haar daar kunnen onderhouden in de tijd van honger. Als ze terugkeerde naar haar land heeft ze tot de bewoners van de stad moeten zeggen: "Vol toog ik weg, maar ledig heeft mij de HEERE doen wederkeren." Er was dus ook bij haar nog geen noodzaak om naar Moab te gaan. De Heere is haar daarin dan ook tegengekomen. Haar man en beide zonen zijn haar ontnomen door de dood. Als zij nu wederkeerde naar haar land, was het voor haar inwendig ook niet zo breed. En toch heeft ze die weg moeten gaan, want

Ruth haar schoondochter die met haar nu overleden zoon gehuwd was, moest tot de oprechte keus komen. En uit haar huwehjk met Boaz moest de Christus eenmaal voortkomen. Als er ooit een geschiedenis is die van de wonderlijke leiding van Gods voorzienigheid getuigt, dan is het wel de geschiedenis van Ruth. Maar Naomi heeft het niet kunnen bekijken toen ze wederkeerde naar haar land, dat dit aan de verkeerde weg die ze was gegaan verbonden zou zijn. En Ruth heeft het ook niet geweten dat ze met een rijke Boaz in het huwelijk zou gaan en wat daar ook weer aan verbonden zou zijn. Maar nu zien we hierin ook weer die wonderlijke Goddelijke leiding. Hij doet de Zijnen treden in wegen die ze niet hebben geweten en in paden die ze niet hebben gekend. Zo moeten toch alle dingen medewerken ten goede voor degenen die naar Gods eeuwig voornemen geroepen zijn. Ook de verkeerde wegen die men soms zelf gaat.

Maar zo is dan toch ook de oprechtheid van het werk Gods bij Naomi en Ruth openbaar gekomen. Ruth kon niet terug en Naomi mocht buiten Ruth niet verder gaan. Het is inderdaad voor Ruth wel even een zware beproeving geweest, als ze niet alleen haar schoonzuster Orpa zag terugkeren naar haar land en goden, maar als dan ook Naomi nog ging zeggen: "Zie, uw zwagerin is wedergekeerd tot haar volk en tot haar goden; keer gij ook weder, uw zwagerin na." Maar de almachtige hand Gods hield haar staande. Zij mocht zeggen: "Val mij niet tegen, dat ik u zou verlaten, om van achter u weder te keren; want waar gij zult heengaan, zal ik ook heengaan, en waar gij zult vernachten zal ik vernachten; uw volk is mijn volk en uw God mijn God." Het werk Gods is onwederstandelijk. De vorst der duisternis komt wel op de been, als er een Ruth is die haar schoonmoeder niet kan verlaten. Van het begin af aan, als de Heere in de ziel gaat werken, blijven de bestrijdingen niet uit. De duivel zocht Ruth ook wel aan haar volk en afgoden verbonden te doen blijven. U hebt me ook geschreven wat er zich zo in uw binnenste afspeelt. Ze zeggen u van binnen dat u maar moet stoppen met bidden en goede boeken lezen. Maar u hebt toch een brief aan mij geschreven. Staat ge ook voor de grens? Ze zeggen u volgens uw schrijven van binnen dat ge nu met al wat ge doet het oordeel over u nog zoveel te zwaarder maakt. Maar zal het oordeel lichter zijn als ge terugkeert? Dat vertelt de vorst der duisternis u niet.

En wat is nu mijn plicht? Wel, om net als Naomi te doen. Ik moet u ook op de proef stellen. Maar inwendig hoop ik wel dat het een doorgaand werk bij u zal zijn. Ik denk wel dat Naomi toch innerlijk er wel verblijd mee zal zijn geweest als Ruth haar niet kon loslaten. Ze zal met haar schoondochters ongetwijfeld wel over de ware godsdienst hebben gesproken. We behoeven er niet aan te twijfelen dat ze die schoondochters wel zal hebben onderwezen in de reine inzettingen des Heeren. Juist ook de verdrietige weg waarin ze door eigen schuld is gekomen, heeft daar wel toe moeten dienen. Maar bij Orpa werd gemist wat bij Ruth wel te vinden was. Wat werd dan bij Orpa gemist? Wel, de liefde Gods was er bij Orpa niet en die mocht er bij Ruth wél zijn. De liefde tot de God van Israël deed haar ook in liefde aan Zijn volk verbonden zijn. Dat heeft haar doen zeggen: "Uw volk is mijn volk en uw God mijn God." De apostel Johannes wijst ons dat als kenteken van het nieuwe leven aan, dat men de broeders liefheeft. Maar de ware liefde doet ook over liefdeloosheid klagen. Als er geen liefde is, doet men altijd te veel. Maar de liefde doet nooit te veel, maar altijd te weinig. Met de ware liefde bidt men niet oprecht en ziet men nog niet genoeg hoe boos en verkeerd men is. Men moet er dan over klagen dat men de eer van God niet recht bedoelt. Er zijn dan toch altijd zoveel on- en wangestalten te beklagen. Echter is het nodig, als het werk Gods in oprechtheid bij ons te vinden is, dat de Heere Zelf een stempeltje op Zijn werk zal zetten. En dat is toch wel bij Ruth gebeurd. We lezen: "Als zij (Naomi) nu zag, dat zij vastelijk voorgenomen had met haar te gaan, zo hield zij op tot haar te spreken." Naomi is toch innerlijk wel verblijd over die keus van Ruth geweest. Maar verder heeft ze steeds in voorzichtigheid met haar gehandeld. De ervaring heeft me geleerd om dat ook te doen. Het is de Heere bekend hoe we er naar uitzien, dat er nieuwelingen in Sion zullen worden geboren. Maar we zien er ook naar uit, dat er nog eens zullen zijn die tot de kennis van de meerdere Boaz mogen komen. Als we de leiding Gods met Ruth aan anderen voorstellen, worden we er al gauw van beschuldigd dat we de geschiedenis van Ruth te veel vergeestelijken. Maar met zulke opmerkingen geeft men er duidelijk blijk van dat men van de ware zielsbevinding niet wil weten. Men spreekt het openlijk uit, dat men van een toeleidende weg niet wil weten. Niet anders kunnen we meer horen dan dat men tot Christus moet gaan en in Hem geloven. Maar wist Ruth er iets van af, dat er een rijke Boaz was in het land van Israël, die zich door haar op zo'n liefderijke wijze zou doen kennen, ja uiteindelijk met haar in het huwelijk zou gaan? En wist ze ook iets af van een wet der lossing? Als Naomi met haar over de losser heeft gesproken, dan heeft ze wel vreemd opgekeken. Een losser, wat was dat voor een man? Ja, maar Ruth was een heidin, die daar niet van weten kon. Wij leven nu onder het licht van het Evangelie. Wij behoeven dus niet als een blinde geleid te worden in een weg die ons onbekend is. Men heeft blijkbaar nooit gelezen dat de natuurlijke mens niet verstaat de dingen die des Geestes Gods zijn.

Maar het ware werk Gods doet de ziel ook altijd zo bang zijn voor zelfbedrog. In de weg die men moet gaan is men er zo bang voor dat het toch nog eens verkeerd uit zal komen. Het gaat op zo'n grote eeuwigheid aan. En al is er een betrekking der liefde op die God van Israël gevallen, men zal toch ook zien dat men tegen die God gezondigd heeft. O, het zal toch zo'n wonder zijn, als zulk een mens eens mag geloven door die God bemind en gekend te zijn! Maar al heb ik zulk een mens niet op te bouwen op een verkeerde grond, ik mag wel in alle liefde zulk een mens toeroepen: "Strijd toch maar om in te gaan door de enge poort." Voor al degenen die zalig worden, zal het toch zo eeuwig meevallen, ter onderscheiding van hen voor wie het eeuwig tegen zal vallen. Velen zullen zoeken en menen in te gaan en zullen niet kunnen. Daar worden godsdienstige mensen mee bedoeld. Maar dan zulke mensen die niet weten van tranenbrood en van banden tot de dood.

Ik ga nu de geschiedenis van Ruth niet nader toelichten. Het ligt nu op mijn weg om u slechts een antwoord te geven op de vraag die u me gesteld hebt. Ik hoop zo van ganser harte dat de weg die Ruth heeft moeten en mogen gaan, u niet onbekend zal blijven. Met een terugkeren net als Orpa, komt het zeker verkeerd met u uit. Voeg u ook maar bij de Godsgezinden. Ge mocht er Jezus als de meerdere Boaz nog eens vinden. Er zijn er in deze tijd niet zoveel meer van die ware Godsgezinden. Maar er zijn ook nog kostelijke geschriften ons door van God geleerde leraars nagelaten. Ze zeggen u tegenwoordig ook wel, dat u het daarin niet teveel moet zoeken. Men heeft met de mannen van de Nadere Reformatie niet zoveel op. Maar ik kan u de verzekering ervan geven, dat als God op een zaligmakende wijze in het hart gaat werken, dat men dan wel naar de goede oude geschriften gaat grijpen. Ik heb een keer aan iemand gevraagd die zich kwam melden voor de opleiding tot predikant, of hij ook de oude schrijvers gelezen had. Hij moest daarop ontkennend antwoorden. Dat stelde mij teleur. Toch is hij predikant en heeft zich ook wel een naam verworven. Maar u raad ik toch in liefde aan, om maar veel de goede oude geschriften te onderzoeken. Ze lossen voor mij in mijn ouderdom altijd nog raadselen op. Ik heb ze toch zo lief gekregen. Ruth heeft niet meer van Naomi af gekund, al zal ze later wel aan haar onderwijs veel hebben moeten denken, waarin ze haar van tevoren niet heeft verstaan.

Nu ga ik maar eindigen. Ik hoop dat mijn brieve u wat doen zal. De Heere mocht deze arbeid nog met Zijn onmisbare zegen willen bekronen. Dat is mijn innige wens ook voor u. Hartelijk gegroet en Gode bevolen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 2002

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Antwoord per brief

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 2002

De Wachter Sions | 8 Pagina's