Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Bron (73b)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Bron (73b)

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rachab en de twee verspieders

"Door het geloof is Rachab ( ) niet omgekomen met de ongehoorzamen, als zij de verspieders met vrede had ontvangen." (Hebreeën 11:31)

Omdat Rachab wist, dat de Heere haar volk zou verdelgen, vroeg ze de verspieders: "Zweer mij toch bij de Heere, dat u mij en mijn familie sparen zult, wanneer straks de stad veroverd en haar inwoners gedood zullen worden. Vergeet niet, dat ik u geholpen heb en nog verder helpen zal." De verspieders beloofden dat en zeiden: "Wij zullen u niet doden als we deze stad innemen." Daarop nam Rachab een sterk touw en liet de mannen uit een van haar vensters één voor één langs de stadsmuur naar beneden zakken. "Haast u naar de bergen en verberg u daar drie dagen. Intussen zullen de mannen die u zoeken weer naar Jericho zijn teruggekeerd", sprak ze bezorgd.

De mannen deden wat de vrouw aanraadde en zeiden bij het weggaan tot haar: "Als wij Jericho binnentrekken, hang dan dit bloedrode koord waarmee u ons laat ontsnappen uit het venster, zo zullen wij het herkennen. Verzamel uw hele familie in uw huis, want achter dat koord zult u veilig zijn.”

Na drie dagen verlieten de verspieders het gebergte en trokken ze de Jordaan over. Behouden kwamen ze bij Jozua aan. De knechten van de koning hadden alles afgezocht maar niemand gevonden. Teleurgesteld kwamen ze bij de koning terug.

Toen de verspieders aan Jozua verteld hadden wat ze hadden meegemaakt, sprak Jozua: "Zekerlijk, de HEERE heeft dat ganse land in onze handen gegeven; want ook zijn al de inwoners des lands voor onze aangezichten gesmolten. Wat zijn de heidenen bang voor ons.”

Hierna ging Jozua Israël op de grote onderneming voorbereiden. Eerst zouden ze door de Jordaan moeten trekken en dan zou het op Jericho aangaan. Uit de woor­ den van de verspieders bleek duidelijk hoe bang de heidense volkeren voor de Israëlieten waren. Jozua twijfelde er niet aan of spoedig zou Jericho als eerste stad in de handen van de Israëlieten vallen.

In Jericho wachtten de heidense mensen in bange vrees op de dingen die komen zouden. Alleen één familie behoefde niet bevreesd te zijn. Dat was Rachab en haar familie. Het roodscharlaken koord, waarmee ze de twee verspieders had neergelaten, was aan haar huis vastgemaakt, j Achter dit koord zouden zij net zo veilig zijn als de Israëlieten die tijdens de paasnacht veilig waren achter het bloed dat aan de bovendorpel en de beide zijposten van hun huis was aangebracht.

De HEER' zal opstaan tot den strijd; Hij zal Zijn haters, wijd en zijd. Verjaagd, verstrooid doen zuchten. Hoe trots Zijn vijand wezen moog'. Hij zal voor Zijn ontzaglijk oog. Al sidderende vluchten. (Psalm 68:1)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 2003

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Uit de Bron (73b)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 2003

De Wachter Sions | 8 Pagina's