Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gedurig vragen en zoeken naar Christus’ sterkte (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gedurig vragen en zoeken naar Christus’ sterkte (2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

meditatie

Vraagt naar den HEERE en Zijn sterkte, zoekt Zijn aangezicht geduriglijk. Ps. 105:4

Geliefde lezer,

We hebben vorige week overdacht bij welke gelegenheid David het grootste gedeelte van Psalm 105 door Asaf en zijn broederen heeft laten zingen. Het was toen de ark des Heeren weer was teruggebracht, en David zijn blijdschap uitte door de Heere brandoffers en dankoffers te brengen en het volk voorzag van een bol brood, een stuk vlees en een fles wijn, en tevens haar zegende in de Naam des HEEREN. O, als Christus, de meerdere David Zich aan ons openbaart als de Sterkte van onze ziel, dan mogen we ook de zegen des Heeren ontvangen, die Hij in een weg van lijden en sterven heeft moeten en willen verwerven. Hoe wordt de ziel dan door de Heere versterkt met een bol brood, hetwelk ons wijst op Christus als het verbrijzelde Broodkoren in de staat van Zijn diepe vernedering! Maar wat heeft ook dat stuk vlees en die fles wijn Gods volk tijdens de bediening van het Heilig Avondmaal veel te zeggen. Want waar anders is dit een zinspeling op dan dat Zijn vlees waarlijk spijs en Zijn bloed waarlijk drank is? Niets anders kan de ziel van Gods volk versterken dan Christus Zelf Hij is de Sterkte van hun hart in alle omstandigheden en te allen tijde. Zal men dan ook de Heere niet danken voor de onverdiende verbondsweldaden die door Christus, de meerdere David zijn verworven? Zie, dat wordt ook duidebjk afgebeeld in deze geschiedenis, want David heeft nog méér aan het volk gegeven. David heeft Psalm 105 gegeven om de Heere te loven en te danken voor Zijn onverdiende weldaden.

Wat is David toch een tj^e van Christus geweest. Christus Zelf is de Ark van Gods sterkte, en met dat Hij Zijn geestelijk Israël versterkt door middel van een bol brood, een stuk vlees en een fles wijn, geeft Hij tevens ook oorzaak en begeerte om Hem te eren en te danken.

Vervolgens kunnen we Davids liefde voor de dienst des Heeren opmerken. We lezen hierover het volgende: ant de ijver van Uw huis heeft mij verteerd (Ps. 69:10). Maar de kanttekenaren zeggen daarbij, dat dit wordt geduid op onze Heere Christus (Joh. 2:17; Rom. 15:3). Juist omdat David in Christus werd aangezien, mocht hij ook oprechte liefde tot de dienst des Heeren hebben. Davids liefde voor de dienst des Heeren kwam vervolgens ook duidelijk aan het licht door een zangkorps voor de dienst van het heiligdom te organiseren. David was echter niet alleen op de godsdienstoefening in Gods huis gesteld, maar ook op die in de woningen van elke Israëliet. Daarom gaf hij deze psalm als eerste aan Asaf en de Levieten, opdat zij dit tijdens de dagelijkse dienst in de tabernakel zouden zingen. Degenen onder het volk die de tabernakel bezochten, hoorden aldaar het zingen van deze psalm en later ook de andere psalmen, en namen deze mee naar hun huizen opdat zij die ook daar konden zingen. Dit geeft ons vervolgens te kennen dat ook wij liefde behoren te hebben zowel voor het zingen tijdens de eredienst alsook voor het zingen in onze woningen. We vrezen dat dit laatste maar al te zeer wordt nagelaten. Weet, dat het zingen ook behoort tot onze godsdienst. De Heere laat dit duidelijk in onze geschiedenis zien. David heeft niet alleen de psalmen gedicht, maar ook de melodie aangegeven waarop zij moesten gezongen, en zelfs op welke instrumenten zij gespeeld moesten worden. Hij stelde zelf de zangers onder de Levieten aan, zodat hij voornamelijk dit deel van de Goddelijke eredienst leidde. In 1 Kron. 23:5 lezen we dat bij de voorbereiding van de tempelbouw David een korps van vierduizend man uitkoos voor de tempelmuziek. Zo stelde David orde op zaken, opdat de Heere zou worden geëerd door het gehele volk. Koning David was dan behalve koning ook zanger naar Gods hart, zodat hij de leidingen die de Heere met hem had gehouden in de psalmen tot uitdrukking bracht. De Heilige Geest heeft David zowel genade gegeven tot zaligheid alsook gaven om de ondervindingen der genade in muziekvorm aan de Levieten te geven tot stichting en vertroosting. We kunnen daarom wel stellen dat David met zijn koninklijke scepter en met zijn dichterlijke harp Christus gediend heeft tot Zijn eer en tot heil van zowel het volk van Israël als de kerk van alle tijden en eeuwen. Deze door Gods Geest geïnspireerde zanger, vertolkte in zijn psalmen de tonen van smart over de zonde en Godsgemis en de tonen van vreugde over de genade Gods in Christus. Denkt niet, dat dit alleen bestemd was om te laten horen hoe de Heere Zijn volk leidt door dit aardse tranendal, maar ook om anderen tot h.e\\ige jaloersheid te verwekken om die Heere en Zijn leiding te mogen leren kennen, alsook om Gods volk te versterken in ziels-en lichaamsnoden en hen tevens op te wekken om naar Christus' sterkte te vragen en Zijn aangezicht gedurig te zoeken. Zij mochten door middel van Davids psalm de echo van hun ziel horen en de leiding van God de Heilige Geest opmerken. Het volk van Israël had David dan ook om zijn psalmen lief, en zeker bij de gelovigen onder het volk. En dat niet zozeer omdat de melodie en woorden aangenaam voor hun oren waren, maar omdat David hun zielsgesteldheid vertolkte. Zij waren lieflijk voor hun hart, waardoor David lieflijk in psalmen Israels wordt genoemd (2 Sam. 23:1).

Wanneer er onder het volk waren, die in strijd en aanvechtingen verkeerden, en zij kwamen bij het gedeelte van onze tekst, namelijk: Vraagt naar den HEERE en Zijn sterkte, zoekt Zijn aangezicht geduriglijk, dan zullen zij hun vinger daarbij hebben gelegd, en tijdens het lezen gedacht hebben, dat zij deze aansporing nu juist nodig hadden, omdat zij de Heere zo aan Zijn plaats konden laten. Zie, dan werd de opwekking van David als noodzakelijk geacht en uit genade betracht. O, als de Heilige Geest er in mee kwam, dan trok de gelovige Israëliet zich terug in zijn verborgen bidvertrek en zal tot de Heere gezegd hebben: "Ach Heere, ik heb Uw sterkte nodig, en daarom smeek ik U of U Uw aangezicht over mij wilt doen lichten. Ja, of ik Uw aangezicht gedurig mag zoeken."

Zelfs nu wil de Heere de psalmen van David nog gebruiken tot aansporing om Christus' sterkte en aangezicht geduriglijk te zoeken. Al leeft David dan nu niet meer, echter zijn wij bevoorrecht zijn

Meditatie

psalmen te bezitten. En wat oneindig groter is, is dat de God van David leeft, en dat Hij deze geïnspireerde psalmen kan heiligen aan ons hart. Maar juist daarom heeft Gods ware volk behalve David en zijn psalmen in het bijzonder die God van David en zijn psalmen hartelijk lief, omdat de Heere hun hart door middel van deze psalmen wil uithalen en versterken. Nee, we mogen niet in Davids psalmen blijven hangen, maar moeten door genade opgeleid worden tot Christus, de meerdere David waarop David zelf altijd gewezen heeft. David heeft gezongen van Christus, en we kunnen zelfs lezen dat Christus uit Davids psalmen geciteerd en zijn psalmen heeft gezongen. Denkt bijvoorbeeld aan het onderwijs wat Christus na Zijn opstanding gaf aan Zijn discipelen: it zijn de woorden, die Ik tot u sprak, als Ik nog met u was, namelijk dat het alles moest vervuld worden, wat van Mij geschreven is in de Wet van Mozes en de Profeten en Psalmen (Luk. 24:44). Leest u het en Psalmen. En dan lezen we vervolgens dat Christus hun verstand opende opdat zij de Schriften verstonden (Luk. 24:45). Dit hebben we nu bij het overdenken van deze onze tekstwoorden nodig, opdat we het zielsbevindelijk mogen verstaan. Zie, dan wordt Christus ons in de Schrift aangewezen, en zal de dienst van God en Christus ons ook dierbaar zijn.

Kunnen wij, jong en oud ook zeggen, dat de dienst des Heeren ons dierbaar is, en zingen wij ook mee tijdens de eredienst?

Zingen we dan alleen omdat we de wijs mooi vinden, of omdat de zaken van de woorden in ons leven ons niet vreemd zijn gebleven? David achtte het noodzakelijk dat er in de huizen gezongen zou worden als onderdeel van de huisgodsdienstoefening en daarom ook van de dienst des Heeren. Kan ook van onze huisgezinnen gezegd worden, dat er dagelijks gezongen wordt? Wie onder onze lezers kan zeggen, dat de psalmen van David de vertolkingen van het hart zijn? Welnu, dan zal het ook niet vreemd zijn wat hij zegt aangaande ons tekstvers: Vraagt naar den HEERE en Zijn sterkte, zoekt Zijn aangezicht geduriglijk.

Volgende week hopen we nader stil te staan bij de inhoud van Davids aansporing.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 2003

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Het gedurig vragen en zoeken naar Christus’ sterkte (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 2003

De Wachter Sions | 8 Pagina's