Noodzakelijk onderwijs om de wegen van de Goddelijke regering niet nieuwsgierig te onderzoeken maar ootmoedig te aanbidden (4)

meditatie

Het is Gods eer een zaak te verbergen, maar de eer der koningen een zaak te doorgronden. Spr. 25:2

Geliefde lezer,

Als wij in een bepaalde omstandigheid of positie verkeren, en we lezen in Gods Woord of in een andere geschrift iets wat ons bijzonder aanspreekt, dan schrijven we het over of we zetten er een potloodstreepje bij. Welnu, dit eerste was ook het geval toen de Godvrezende koning Hiskia over het volk van Israël regeerde, en hij de spreuken van Salomo las. Door Gods Geest gedreven heeft Hiskia het grote nut ervan ontdekt, en voelde hij zich gedrongen om verschillende van Salomo's spreuken over te schrijven uit de archieven van Salomo's regering, om deze als een aanhangsel toe te voegen bij het boek Spreuken. Daarom lezen we in vers 1 van het teksthoofdstuk: Dit zijn ook spreuken van Salomo, die de mannen van Hiskia, den koning van Juda, uitgeschreven hebben. Tijdens het lezen, ontdekte hij ook de spreuk die we thans met de hulp des Heeren overdenken: Het is Gods eer een zaak te verbergen, maar de eer der koningen een zaak te doorgronden.

U begrijpt omdat Hiskia zelf koning was, deze woorden hem zeker hebben aangesproken. Er zijn dan ook uitleggers die daarom de opmerking hebben gemaakt, dat koning Hiskia deze spreuken heeft laten opnemen, omdat zij betrekking heboen op koningen en hun regering. Het dient ook tot eer van een koning of staatsplan een helder inzicht te hebben om een land te regeren ten goede van het volk en tot eer van God. Was het niet tot eer van koning Salomo, dat hij tijdens het onder-zoek tussen de twee moeders die beweerden dat het levende kind van hun was, een vernuftige inval kreeg? Hij vroeg de scherprechter om met het zwaard het levende kind te doorsnijden. Het leek wreed van hem om deze opdracht te geven, doch het was zijn bedoeling niet om het kind te doden, maar om de ware moeder van het levende kind te ontdekken. Op deze wijze diende het tot zijn eer een zaak te doorgronden, zodat we van hem lezen: n geheel Israël hoorde dat oordeel, dat de koning geoordeeld had, en vreesde voor het aangezicht des konings; want zij zagen, dat de wijsheid Gods in hem was om recht te doen (1 Kon. 3:28). Doch weet, dat Salomo de wijsheid niet van zichzelf had, maar van de Koning der koningen, zodat hij de zaken kon doorgronden, zowel in het rechtspreken en in het regeren van zijn volk, alsook in het zalig worden uit genade alleen.

Christus, de meerdere Salomo is de opperste Wijsheid Zelf, voor Wie het een eer is om zowel een zaak te verbergen als om deze bekend te maken. Hij is behalve wijs en verstandig ook vrij en soeverein, en wil de verborgenheid der godzaligheid aan Zijn volk naar Zijn eeuwig trouwverbond tonen. Degenen aan wie Hij Zijn Goddelijke wijsheid tot zaligheid meedeelt, mogen koningen genoemd worden, voor wie het dan in geestelijke zin gelden mag: Maar de eer der koningen een zaak te doorgronden.

Alhoewel onze tekst dus spreekt van aardse koningen, die vanwege hun wijs beleid de zaken omtrent hun regering kunnen doorgronden, heeft het ons tegelijk ook veel voor het zielenleven te zeggen. De vrijheid om thans te spreken over de geestelijke koningen wordt door de apostel Paulus bevestigd, als hij aan Timotheüs het volgende schrijft: l de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is (2 Tim. 3:16). Alle ware gelovigen zijn door Goddelijke zalving geestelijke koningen geworden, want we lezen: ie ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader (Openb.l:6). Gods volk wordt dus bijzonder vereerd tot de verheven staat van koningen, omdat zij Christus' zalving deelachtig zijn geworden. Zij hebben daarom een koninklijke géést in zich, waardoor zij voortreffelijker zijn dan hun naaste (Spr. 12:26)

We lezen van Daniël dat een voortreffelijke geest in hem was, niet alleen met betrekking tot zijn kennis in burgerlijke zaken, maar ook tot dat van het geestelijke leven uit God (Dan. 5:12 en 6:4). In de harten van Gods ware volk is het koninkrijk der gerechtigheid en des vredes opgericht door het werk van God de Heilige Geest (Rom. 14:17). Welnu, omdat zij geestelijke koningen zijn, bedeeld met een voortreffelijke geest, behaagt het de Heere ook om hun verborgen zaken te openbaren, en naar de mate des geloofs mogen zij deze ook enigszins doorgronden. Met recht zijn zij dan ook de ware godgeleerden, en behoren zij tot Christus' arbeidsloon, aan Wie de Vader beloofd heeft: l uw kinderen zullen van den HEERE geleerd zijn (Jes. 54:13). Het behaagt de Heere om hun openbaringen van Zijn zalige verborgenheden te geven. Vrienden, hoe dierbaar is dat onderwijs wat de Heere hun geeft! Het gehele werk der zaligheid is één grote verborgenheid. Er zijn diepten in de leer van het evangelie, die onpeilbaar zijn, en hoe meer wij proberen deze te onderzoeken, hoe meer we moeten erkennen dat zij verborgen zijn. We kunnen wel zeggen dat de ware godsdienst en godzaligheid één bundel verborgenheden is. Er zijn zelfs trappen in de verborgenheden. De grote theoloog H. Binning zegt dat er geen groter verborgenheid is in de natuur van de Godgeleerdheid dan de heilige Drie-eenheid, omdat deze Drie-eenheid het begin en einde van alles is. Alleen de Drie-enige Heere komt dit toe te weten, want niemand kent de Vader dan de Zoon, en niemand kent de Zoon dan de Vader, en niemand anders heeft de zin des Heeren gekend dan de Geest. Hoe wordt dan in het licht van onze tekstwoorden deze grootste verborgenheid in de volste zin van het woord bevestigd: et is Gods eer een zaak te verbergen. En toch wil de Heere deze verborgenheid zaligmakend aan Zijn volk bekendmaken, zodat het voor hen als geestelijke koningen geldt: aar de eer der koningen een zaak te doorgronden.

Alleen het ware geloof is het uitnemende middel waardoor zij deze heilgeheimen in Christus ontdekt krijgen tot zaligheid. De verborgenheid van Christus menswording, lijden, dood en opstanding is één van de grootste verborgenheden van de godsdienst. Alhoewel Christus de eeuwi

meditatie vervolg

ge en eniggeboren Zoon van God is, heeft Hij in de tijd onze menselijke natuur aangenomen om te lijden en te stei^en. Daarvan zegt de apostel Paulus: n buiten allen twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot: od is geopenbaard in het vlees (1 Tim. 3:16).

Vrienden, is deze verborgenheid ook voor ons nog steeds verborgen? Ach, tegenwoordig zijn Christus en de heilsfeiten voor veel mensen niet verborgen. Zij menen met hun bijbelse kennis er deelgenoot van te zijn, en verheffen zichzelf tot koning, maar zij zijn nog nooit als een ontkroonde koning voor God in gevallen. Degenen, aan wie de Heere de verborgen zaken tot zaligheid bekendmaakt, zullen eerst leren dat zij met Adam ontkroond zijn, en roepen daarom in verslagenheid uit: e kroon onzes hoofds is afgevallen; o wee nu onzer, dat wij zo gezondigd hebben (Klaagl. 5:16). Die krijgen eerst een inzicht in datgene wat voor hen altijd verborgen was, zodat zij thans hun hemelhoge schuld, hun gescheiden staat, en hun rechtvaardig oordeel helder voor ogen zien. Doch het is onmogelijk dat hun de weg der verlossing verborgen zal blijven, omdat het niet alleen tot Gods eer dient deze zaak voor een bepaalde tijd te verbergen, maar om dit ook op Zijn tijd bekend te maken: aar de eer der koningen een zaak te doorgronden.

Vrienden, dat maakt nu juist het grote wonder uit, wanneer niet alleen de weg der zaligheid hun ontsloten, maar ook Christus als die dierbare Borg en Middelaar voor hun geloofsoog ontdekt wordt. Al is er voor hen geen ander persoon die zo verborgen is dan die dierbare Christus, toch kunnen we er aan toevoegen dat er voor hen geen ander persoon zo dierbaar, beminnelijk, getrouw en liefdevol is dan Christus. Met één vingeraanraking ontvlamt Hij het hart tot ijver en liefde voor Hem en Zijn dienst; en met het spreken van één woord maakt Hij het hart brandende van begeerte om Hem al meer en meer te kennen als de Schoonste aller mensenkinderen. Strekt het ook niet tot Gods eer om het heilgeheim van Christus' hemelvaart bekend te maken? We hopen daar volgende week nader op in te gaan. Het behaagt God om Zijn geestelijke koningen de zalige verborgenheden te openbaren tot versterking van hun geloof, gelijk Paulus schrijft: pdat de God van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve den Geest der wijsheid en der openbaring in Zijn kennis; namelijk verlichte ogen uws verstanes (Ef 1:17 en 18).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen