Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Scheppingsorde

Blijkbaar is de laatste jaren onvoldoende uitgelegd dat het strijdt met hun bijbelse roeping, wanneer vrouwen zich laten kiezen in politieke organen. Zo is gereageerd op het bericht, dat 57 procent van de SGP-jongeren er niet tegen is, als de SGP een vrouw zou afvaardigen naar het parlement. Welnu, dan moet hetzelfde nog maar weer eens gezegd worden.

We beginnen met een tekst die in dit verband altijd genoemd wordt, 1 Timotheüs 2:11 en 12: en vrouw late zich leren in stilheid, in alle onderdanigheid. Doch ik laat de vrouw niet toe dat zij lere, noch over de man heerse, maar wil dat zij in stilheid zij.

Men heeft zich afgevraagd of Paulus in deze opvatting wellicht een kind van zijn tijd was. Anderen zeggen: enk erom dat wat hij hier zegt, alleen geldt voor het kerkelijk leven. Of zij gelijk hebben, zal hierna wel blijken. Maar we vestigen nu de aandacht op de onderdanigheid, die de apostel verlangt. Een afschuwelijk woord voor velen. In de tekst die hierbij doorgaans ook aangehaald wordt, 1 Korinthe 14:34, staat in het Grieks hetzelfde woord, maar in de vertaling klinkt het nog erger voor moderne oren: at uw vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de Wet zegt.

Dergelijke bijbelwoorden komen thans niet zelden in een sfeer van lacherigheid ter sprake. Een teken hoe we besmet zijn door de tijdgeest. Zelfs ons taalgevoel is bedorven door de moderne cultuur met haar emancipatiedriften. Want we denken dan welhaast vanzelf aan slaafse onderworpenheid. Daar gaat het Paulus echter allerminst om. Hij bedoelt niet dat de vrouw zich moet gedragen als een doetje. Het Griekse woord dat in de ene tekst met onderdanigheid en in de andere met onderworpen zijn vertaald is, heeft een geweldige lading. 'Hupotassein' is een werkwoord dat letterlijk betekent: onderordenen, onderschikken. Het veronderstelt een hiërarchisch geordend wereldbestel, waarin ieder zijn eigen plaats van de Schepper heeft gekregen. Paulus ziet de hele schepping zo harmonisch geordend. We gaan de teksten eens na, waar dit woord staat:

- Alle mensen moeten onderdanig zijn aan God en Zijn wet, Hebr. 12:9. Jak. 4:7. Rom. 8:7; 10:3.

- Aan de politieke overheid, Rom. 13:1, 5. Tit. 3:1. 1 Petr. 2:13.

- Kinderen aan hun ouders. Luk. 2:51. 1 Tim. 3:4.

- Dienstknechten aan hun heren. Tit. 2:9. 1 Petr. 2:18.

- Jongeren aan ouderen, 1 Petr. 5:5. - Vrouwen aan hun mannen, Ef 5:22. Kol. 3:18. 1 Tim. 2:11. Tit. 2:5. 1 Petr. 3:1, 5. 1 Kor. 14:34.

- De leden der gemeente aan de ambtsdragers, 1 Kor. 16:16. Hebr. 13:17.

- Gods knechten aan elkander, 1 Kor. 14:32.

- Gods volk aan elkander, krachtens hun gemeenschappelijke zalving, 1 Petr. 5:5 (zie de kanttekening!). Ef 5:21.

- De gemeente aan Christus, Ef 5:24. 2 Kor. 9:13.

- De engelen, machten en krachten aan Christus, 1 Petr. 3:22.

- Alle dingen aan Christus, 1 Kor. 15:27. Ef 1:22. Fil. 3:21. Hebr. 2:5, 8.

- En wat het alomvattende is: anneer alle dingen onderworpen zullen zijn aan de Zoon, zal ook de Zoon Zelf onderworpen worden aan de Vader, opdat God zij alles in allen, 1 Kor. 15:28.

Heel de emancipatiebeweging in al haar geledingen en speerpunten, met het daaraan verbonden streven naar 'consequente democratisering' van de samenleving, is één reusachtig verzet van de gevallen mens tegen de scheppingsorde van het hupotassein, met als uitgesproken of onuitgesproken bedoeling: Laat ons Hun banden verscheuren en Hun touwen van ons werpen. Maar in Gods hiërarchisch geordend scheppingsbestel is het leven goed. Want God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Hij heeft in Zijn schepping al de creaturen van Zijn hand hun eigen plaats gegeven.

Het zit ons in het bloed immer naar het waarom te vragen. Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? Zal ook het maaksel tot degene die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt? Oneindig beter is het eindigen in de aanbidding: O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods! Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid, Amen.

Inzake de verhouding van man en vrouw wijst Paulus terug naar het begin der wereld, 1 Kor. 11:8, 9. 1 Tim. 2:13. De onderschikking van de vrouw komt voort uit de schepping. Daarom kan zij onmogelijk als een vernedering gezien worden. Het is onze blindheid voor de goede schepping, wanneer wij dat zo ervaren. Hij schiep de vrouw uit de man. Hij schiep de vrouw om de man. Hij gaf haar aan de man, omdat deze haar nodig had en zonder haar niet leven kon. Wie zou, als het gaat om de schepping van de vrouw als hulp van de man (Gen. 2:18), nog van iets minders in rang durven spreken, als het voor de God Jakobs Zelf niet te gering is geweest, de Hulp Zijns volks genaamd te worden (Ps. 146:5; 33:20; 70:6; 115:9, hetzelfde Hebreeuwse woord 'ezer')? De man is in Gods scheppingsorde het hoofd van de vrouw, 1 Kor. 11:3: och ik wil dat gij weet, dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw, en God het Hoofd van Christus. De formulering in de grondtekst maakt duidelijk, dat Paulus hier niet alleen de verhouding van man en vrouw binnen het huwelijk bedoelt, maar het algemeen houdt: et mannelijk geslacht is het hoofd van het vrouwelijk geslacht. Zijn oproep aan de vrouwen om met gedekt hoofd de godsdienstoefeningen bij te wonen, hangt daar onmiddellijk mee samen. Zie ook Ef 5:23. Hoofd en hulp. De Schrift wijst mannen en vrouwen elk hun plaats in Gods bestel. Een bestel dat hiërarchisch geordend is. De man ontvangt een verantwoordelijke plaats boven de vrouw, waarbij hij Christus boven zich weet en Christus onder God de Vader. Zo is het begrip onderdanigheid, onderwerping een sleutelwoord in de bijbelse maatschappijleer. Het doet ons een blik slaan op de oneindige rijkdom van de inrichting van Gods schepping.

Er is in onze tijd een grote tegenzin gegroeid tegen alles wat te maken heeft met autoriteit en met een positie van de een boven de ander. Maar waar Christus de plaats van Zijn Vader in onderworpenheid eerbiedigt (1 Kor. 15:28), betaamt het ons mensen allerminst andere plaatsen in te willen nemen dan die ons gewezen zijn. Deze scheppingsorde blijft onverminderd van kracht. Ze is eigen aan ons mens-zijn. Overigens is daarin de hoogste mens niet meer dan de laagste (Pred. 3:20. Job 34:19. Rom. 3:22, 23), die het vatten kan, vatte het.

De vragen vermenigvuldigen, als het erom gaat, hoe maatschappelijk hieraan vorm te geven. Zeker in een samenleving die zich steeds radicaler van Gods Woord verwijdert. Maar dat aan de vrouw de bekleding van het overheidsambt niet toekomt, buitengewone omstandigheden daargelaten, kan onder hen die zich willen richten naar het Woord Gods, geen punt van meningsverschil zijn.

Het getuigt van een merkwaardige kortzichtigheid, wanneer gezegd wordt, dat men niet in hoeft te zitten over deze SGPjongeren, omdat uit hetzelfde onderzoek bleek dat zij wel achter het theocratisch gedachtegoed staan. Zij zouden graag zien dat onze samenleving geheel volgens bijbelse principes zou worden ingericht. Maar zij vinden het 'vrouwenstandpunt' daarvoor een 'hinderlijk bijverschijnsel', dat de SGP zo'n slechte naam bezorgt, dat daardoor de doorwerking van de theocratie nog moeilijker is geworden. Alsof het hier maar om een bijkomstigheid ging!

We lazen een uitspraak van een vooraanstaand SGP-er: Het hart van de SGP is niet gelegen in het vrouwenstandpunt. Dat is niet het wezenlijke.' Wij zeggen: et hart van de SGP is gelegen in de gehoorzaamheid aan des Heeren inzettingen. Wie dan Matth. 5:19 overdenkt, zal van geen enkele bijbelse richtlijn zeggen, dat zijn hart daar niet bij behoeft te zijn. Daarenboven is de scheppingsordening van het hupotassein niet de minste van des Heeren ordinantiën, zeker niet nu alles lijkt te moeten wijken voor het gelijkheidsdenken. Groen van Prinsterer zei: egen de Revolutie het Evangelie! Dat is onverminderd actueel. Anno 2003 is het toegespitst: egen de consequente democratisering Paulus' maatschappijleer van het hupotassein! Loslaten hoe de Heere Zijn schepping geordend heeft, leidt tot de volstrekte chaos. De mening van de genoemde jongeren getuigt meer van beïnvloeding door het moderne levensgevoel dan van een eerbiedig willen leren van de bijbelse openbaring.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 mei 2003

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 mei 2003

De Wachter Sions | 8 Pagina's