Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hervormd

Met 51 tegen 24 stemmen heeft de synode van de Hervormde Kerk besloten, deze kerk te laten opgaan in de nieuwe Protestantse Kerk. Zouden er maar twee tegenstemmen meer geweest zijn, dan zou de vereiste tweederde meerderheid niet zijn gehaald.

’De uitslag is veelzeggend over de diepe verdeeldheid van de kerk', zei de secretaris van de Gereformeerde Bond. Hij had ook kunnen zeggen: veelzeggend over de diepe verdeeldheid in hervormd-gereformeerde kring. Wat niemand namelijk had verwacht, de stemmen van twee 'bonders' in de synode gaven de doorslag.

Ds. G. de Fijter en ds. H. de Jong zeiden, dat zij voor de nieuwe kerk hadden gestemd, omdat volgens hen aan de bezwaarden genoeg tegemoetgekomen was. 'Wij kunnen in de Protestantse Kerk voluit gereformeerd zijn en blijven. De bezwaarden hebben het recht gekregen om zich blijvend gebonden te weten aan de gereformeerde belijdenisgeschriften.'

Onbegrijpelijk, dat dit voor hen voldoende was om hun stem te geven aan een kerkstructuur waarin het oude belijden en de tegenspraak gelijke rechten krijgen. Zodra men zich buiten zijn gemeente beweegt op het niveau van classis, provincie of synode, zal men hebben te respecteren dat ongereformeerde opvattingen en praktijken een wettige plaats in de kerk hebben. Natuurlijk kan de vraag gesteld worden of de nieuwe kerk, die 1 mei moet ingaan, wezenlijk anders zal zijn dan de Hervormde Kerk al was. Inderdaad, sinds jaar en dag worden er al onbijbelse leringen en praktijken gevonden. Maar op papier gold nog steeds alleen de gereformeerde belijdenis. Dat wordt in de nieuwe kerk anders. De structuur is in overeenstemming gebracht met de al lang bestaande praktijk van het pluralisme.

Pluralisme betekent meervoudigheid. Met dit woord wordt een manier van kerkzijn aangeduid die ervan uitgaat dat de waarheid niet eenvormig is. Het pluralisme erkent het bestaan van verschillende, elkaar zelfs fundamenteel tegensprekende waarheidsopvattingen, waarin men elkaar binnen één kerkelijke organisatie respecteert en met elkaar tot samenwerking komt. Dit kerkzijn staat dwars tegenover wat Gods Woord leert over de kerk als pilaar en vastigheid der waarheid.

Bij deze uitdrukking, 1 Timotheüs 3:15, hebben onze vaderen de volgende kanttekening geplaatst: Alzo wordt de gemeente Gods genaamd, omdat God in Zijn gemeente de waarheid bevestigt, en door haar aan anderen openlijk bekendmaakt, gelijk de overheid haar plakkaten en wetten aan pilaren en andere vastigheden pleegt aan te slaan en te hechten om allen bekend te worden. Hier wordt dienvolgens verklaard het ambt en de schuldige plicht der gemeente te zijn, dezelve waarheid te verbreiden en tegen alle dwalingen te bevestigen. Wanneer zij dit niet doet, zo valt zij lichtelijk in dwalingen en dolingen.'

Hiermee is de opzet van de nieuwe Protestantse Kerk fundamenteel in strijd. De vorige secretaris-generaal van de Hervormde Kerk, dr. K. Blei, groot voorvechter van Samen op Weg, schreefeerder dit jaar in het blad Woord en Dienst: 'Of scheuringen zullen plaatsvinden dan wel uitblijven, zal ervan afhangen om men bereid is, kerk te zijn samen met anderen die vanuit hun Schriftverstaan tot andere conclusies komen. Wie straks, bij de kerkvereniging, blijft, geeft daarmee impliciet aan, daartoe inderdaad bereid te zijn. Die zal dan, alle tegensputteren ten spijt, de claim van het alleenbezit van de Waarheid althans feitelijk hebben losgelaten.'

Toch zegt het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond: Ondanks onze bezwaren mogen wij niet weg; wij moeten in de nieuwe kerk op onze post blijven, zoals we dat in de oude kerk ook hebben gedaan, te meer omdat ons plaatselijk ruimte gelaten wordt onszelf te blijven. Anderen, zoals het Comité tot behoud van de Hervormde Kerk en het Gekrookte Riet zeggen: Meegaan in de Protestantse Kerk betekent verkwanselen van de gereformeerde belijdenis. Zij roepen op om de Hervormde Kerk voort te zetten. Zij beschouwen degenen die met Samen op Weg meegaan, als de weglopers, die zich van de Hervormde Kerk afscheiden. Het GBhoofdbestuur vindt echter dat wie meegaat, de oude vaderlandse kerk juist vasthoudt, en dat de anderen haar in de steek laten en bezig zijn onder hervormde vlag een 'afgescheiden-kerktype' op te richten.

Helemaal niet, zeggen de mannen van het Comité en het Gekrookte Riet, wij zetten gewoon de Hervormde kerk voort op basis van de huidige kerkorde van 1951. Dat is echter niet zo eenvoudig als het lijkt, en dan denken we nog maar helemaal niet over rechtszaken om kerkelijke goederen. Wat denkt men te doen, om maar iets te noemen, met een vrijzinnige gemeente die - om heel andere reden - ook niet naar de Protestantse Kerk wil en 'gewoon hervormd' wil blijven? Wat gaat men doen met de vrouw in het ambt en andere onschriftuurlijke praktijken die sinds jaar en dag al onder de kerkorde van 1951 gevonden worden? Realiseert men zich wel, dat juist het meest behoudende deel der kerk in 1951 grote bezwaren had tegen deze kerkorde omdat daarin wel schoon gesproken werd over 'in gemeenschap met de belijdenis der vaderen', maar nadrukkelijk geweigerd was op te nemen, dat de gehele kerk in al haar handelingen aan haar belijdenisgeschriften gebonden is? Wat te denken van de bevoegdheden van raden en organen in deze kerkorde, die de rechten der gemeenten ontoelaatbaar aantasten? En hoe denkt men over de zg. geboorteleden? '1951' kan dan ook hooguit een uitgangspunt zijn om een voortgezette Hervormde Kerk drastisch te reformeren. Dat zal allerminst eenvoudig zijn, ook al omdat zij die de Hervormde Kerk willen voortzetten, het onderling over vele dingen niet eens zijn en kansels voor elkaar gesloten houden. Grote verwarring en onzekerheid alom. Wellicht dat dat tot een wat bescheidener houding leidt. Tot voor kort placht men in gereformeerde-bondskring laatdunkend te spreken over de 'gescheiden kerken' met al hun scheuringen. De gescheiden kerken waren door mensen opgericht, daarentegen roemden de bonders hun eigen kerk als 'planting Gods', geen werk van mensenhanden, maar 'de kerk van Christus in ons vaderland, door de God des Verbonds vastgemaakt aan ons Nederlandse volk'. Alsof de 'gescheidenen' verbondsbrekers waren, die het verbond vrijwillig en trouweloos verlaten hadden om het isolement te koesteren in een groep gelijkgezinden. Duidelijk was het toch, zo zei men, dat op dat separatisme sinds 1834 tot heden het oordeel rustte van steeds verdere versplintering. Wellicht oordeelt men nu toch iets anders, nu de hervormdgereformeerden in korte tijd zo totaal tegen zichzelf verdeeld zijn geraakt.

De eerlijkheid gebiedt vast te stellen, dat de oude vaderlandse kerk al in de Franse tijd verdwenen is. In haar plaats werd een nieuwe kerkelijke organisatie in het leven geroepen, van bovenaf opgelegd door koning Willem I in 1816. Die kerk wordt nu opgeheven. Maar Groen van Prinsterer zag al scherp, dat de oude vaderlandse kerk niet alleen in de Hervormde Kerk van 1816 voortleefde, maar ook in de kerken der Afscheiding. Ook wij mogen ons een voortzetting van de oude vaderlandse kerk noemen. Laat dan elke kerk voor zichzelf maar de vraag stellen, of de erfenis in getrouwheid beheerd is.

En wat de uitdrukking 'planting Gods' betreft, het verbaast ons, dat men die zo gemakkelijk gebruikt voor de zichtbare openbaring der kerk, terwijl de Schrift haar juist bezigt voor het genadewerk in de harten der uitverkorenen. Het zijn de treurigen Sions, aan wie gegeven wordt sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwde geest, opdat zij genaamd worden eikenbomen der gerechtigheid, een planting des HEEREN, opdat Hij verheerlijkt worde, Jes. 61:3. Wie denkt dan niet aan Psalm 92: e rechtvaardige zal groeien als een palmboom, enz. Die planting ziet op de krachtdadige, onwederstandelijke roeping. Zij doet ons denken aan wat de apostel deed zeggen: ant wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, Ef 2:10. Laten kerkelijke richtingen deze uitdrukking dan niet misbruiken in kerkstrijd, gelijk Abr. Kujrper destijds zijn partij durfde noemen 'de slagorden van de levende God'.

Een en ander vond plaats in de advents­ tijd. Wij hebben moeten denken aan Mal. 3:1: nellijk zal tot Zijn tempel komen die Heere, Dien gijlieden zoekt. Zijn tempel, dat is niet kerk A of voortzetting B, maar de levende kerk, de echte planting Gods. Maar ook dat volk ligt het zo bij om te offeren aan zijn eigen kerkelijke garen en te roken aan zijn kerkelijke netten, omdat het meent dat door dezelve zijn deel vet is geworden en zijn spijze smoutig. Zouden zulke ingrijpende gebeurtenissen waarin kerkelijke zekerheden wegsmelten als was voor het vuur, er wellicht toe moeten dienen om af te brengen van het steunen op werk van eigen maaksel, opdat van dat volk bij vernieuwing gezegd zou mogen worden: ie Heere, Dien gijlieden zoekt?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 2003

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 2003

De Wachter Sions | 8 Pagina's