Uit de Bron (226a)

Jeremia, de valse profeet Hananja en de Rechabieten

"Toen nam de profeet Hananja het juk van den hals van den profeet Jeremia, en hij verbrak het." (Jeremia 28:10) "En ik zette den kinderen van der Rechabieten huis koppen vol wijn en bekers voor; en ik zeide tot hen: rinkt wijn." (Jeremia 35:5)

Jeremia had voorzegd dat de Heere met Zijn straffen over Juda komen zou. Maar de valse profeten hadden geroepen: "Vrede, vrede en geen gevaar". Zij hadden de mensen gerustgesteld. "Laat je niet bang maken door die Jeremia, " riepen ze het volk toe.

Maar het oordeel van God was gekomen. Het kwam precies uit zoals Jeremia geprofeteerd had.

Koning Jójakim, die eens het woord van de Heere in stukken gesneden en verbrand had, werd door Jeremia aangezegd dat hij een "ezelsbegrafenis" zou krijgen en na drie jaren geregeerd te hebben, kwam hij als vazal van Babel in opstand tegen Nebukadnézar.

Hoewel Jeremia had aangeraden naar de koning van Babel te luisteren, zo weigerde Jójakim dat te doen. Daarom werd Jójakim met twee koperen ketenen gebonden naar Babel gevoerd. Onderweg moet hij waarschijnlijk zijn omgekomen. Zijn lichaam bleef ergens onbegraven aan de kant van de weg liggen.

Zo werd Gods oordeel, door Jeremia uitgesproken, uitgevoerd.

Na Jójakim was Jójachin of Jechonja, ook wel kortweg Chonja genoemd, koning geworden.

Weer drong Jeremia erop aan om naar de koning van Babel te luisteren en een onderdanige vazal van Nebukadnézar te blijven. Maar het was tevergeefs. Ook koning Jójachin wilde eigen baas zijn en kwam in opstand tegen het machtige Babel.

”Omdat u niet naar de Heere luistert, daarom zult u in dat verre land kinderloos sterven, " sprak Jeremia tot de koning. Het gevolg van zijn opstand was de eerste grote wegvoering naar Babel. Vijftigduizend mensen werden door Nebukadnézar weggevoerd en Jójachin werd zeven en dertig jaar in de gevangenis opgesloten.

Na hem werd Mattanja koning, een oom van Jójachin. Ook hij was een vazal van de koning van Babel, die zijn naam veranderde in Zedekia.

Luisterde Zedekia naar Jeremia? Of luisterde hij naar zijn verkeerde raadgevers en valse profeten?

Op een keer komen vazalvorsten van Edom, Moab, Ammon en andere heidense volken in Jeruzalem samen.

Zedekia heeft hen laten roepen, want hij heeft een prachtig plan. Niet langer wil hij luisteren naar de koning van Babel. Wat Jójakim en Jójachin niet konden bereiken, zal hij wel bereiken! Ook hij zal in opstand komen tegen Babel. Maar hij doet het niet alleen. Ook de vorsten uit de omliggende heidense landen zullen met hem in opstand komen en met z'n allen moet het mogelijk zijn om het juk van Babel af te werpen.

De raadgevers van Zedekia spreken hem moed in en daar komt ook een heel belangrijke profeet aan. Zijn naam is Hananja en hij behoort tot één van de belangrijkste hofprofeten.

”Profeet? Zal de opstand lukken? " vraagt Zedekia.

”Natuurlijk lukt het! Kom in opstand en de Heere zal uw plan zegenen, " zegt Hananja.

”Ja, maar de profeet Jeremia wil dat ik me onderwerp aan Babel en niet in opstand kom, " werpt Zedekia tegen.

Maar Hananja, de valse profeten en de raadgevers van de koning spreken ver-achtelijk over Jeremia en noemen hem een landverrader, iemand die het met de vijand houdt.

"Wees dapper en flink, en luister niet naar die Jeremia, " raden ze de koning aan.

Kijk eens wie daar in de voorhof van de tempel loopt?

Het is Jeremia, de knecht van de Heere. Deze keer draagt hij wel iets heel bijzonders. Hij heeft een houten juk op zijn schouders liggen. Dat moet hij dragen van de Heere en zo moet hij naar Hananja gaan, die ook in de voorhof is. Even later staan de twee mannen tegenover elkaar.

”Hananja", zegt Jeremia, "ziet u dat ik een juk draag? Weet u wat dat betekent? U hebt zojuist tot het volk gezegd dat de naar Babel weggevoerden over twee jaar zullen terugkeren en dat het juk van Babel spoedig verbroken zal worden. Het allerergste is dat u hen dat verteld hebt in de naam van de Heere. U doet net alsof de Heere tot u gesproken heeft en dat is niet waar. Kijk eens wat ik in opdracht van de Heere dragen moet? Het is een juk en dat betekent dat koning Zedekia naar de koning van Babel moet luisteren. Hij moet vazal van die vorst blijven, dan zal het hem en ons volk welgaan. Daarom raad ik vorst en volk aan om de koning van Babel gehoorzaam te blijven.”

De mensen in de voorhof horen wat Jeremia zegt. En ze horen ook wat Hananja zegt! Wie van de twee heeft er nu gelijk? Hananja wordt boos op Jeremia.

Onbeschaamd trekt hij het juk van Jeremia's schouder en breekt het in stukken. "Kijk, " zegt hij, "zo zegt de HEERE: zoals ik dit juk in stukken breek, zo zal het juk en de macht van Babel binnenkort gebroken worden."

Bedroefd en teleurgesteld over zoveel onbeschaamdheid verlaat Jeremia stil de voorhof Maar kort hierna wordt hij door de Heere weer naar de voorhof teruggestuurd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen