Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat dunkt u van de Christus? (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat dunkt u van de Christus? (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

En zeide: at dunkt u van den Christus? Matth. 22:42a

Geliefde lezer,

Als er een vraag is van het hoogste belang, dan is het wel deze vraag wat wij van Christus denken. Deze vraag is niet alleen hoogst noodzakelijk voor oude mensen, die al zo dicht op het grensgebied van de eeuwigheid gekomen zijn, maar ook voor onze jonge mensen die nog in de bloem van het leven zijn. Vele vragen komen op onze jonge mensen af, maar deze ene vraag plaatst jullie op het kruispunt van het leven. Mocht deze vraagstelling ons allen in de klem brengen en tot de Heere uitdrijven, opdat we door genade het antwoord kunnen geven.

Zowel jongeren als ouderen, zien jullie niet van hoe groot belang deze indringende en persoonlijke vraag is: Wat dunkt u van den Christus? En voelen jullie niet de noodzakelijkheid om de inhoud van deze vraag recht te kunnen beantwoorden?

Hebt u als een verdoemelijke zondaar Hem nodig om voor God te kunnen bestaan? Hebt u Zijn dierbaar bloed nodig om u zowel nabij God te brengen alsook om uw onreinheid daarin af te wassen? Hebt u Zijn enig geldende gerechtigheid nodig om voor God te kunnen bestaan, alsook om uw naakte ziel te bedekken?

Hebt u reeds alles schade en drek leren achten om de uitnemendheid van de kennis van Christus? Hebt u Zijn alles overtreffende schoonheid en Middelaarsheerlijkheid mogen zien? Heeft een gelovige blik op Jezus u in het dal van ootmoed gebracht, zodat u met Job uitriep: et het gehoor des oors heb ik U gehoord; maar nu ziet U mijn oog. Daarom verfoei ik mij, en ik heb berouw in stof en as? (Job 42:5).

Kunt u thans zeggen dat Hij uw Leven, uw Heil, uw Borg, en uw enige Steun is? Is Hij werkelijk in uw gedachten, in uw overdenkingen, en staat Hij in het middelpunt van uw leven, van het maken van uw plannen en uw beraadslagingen? Mediteert u gedurig Wie Christus voor u is, en kunt u zeggen dat uw overdenking van Hem zoet is? Hebt u al het grote nut voor uw ziel ontdekt gekregen, toen u als een verloren zondaar God in de handen mocht vallen en de weg der zaligheid in Christus tot uw grote verwondering ontsloten kreeg?

Weet, dat deze indringende vragen een grondig onderzoek vereisen om te weten hoe uw verhouding is ten aanzien van de Zoon van God. Een eerlijk antwoord op deze vragen bepaalt de grond van uw hoop voor de eeuwigheid. Weet, dat alle andere vragen in het niet verzinken bij het grote belang van deze ene vraag: Wat dunkt u van den Christus?

Nee, de vraag luidt niet wat u van uzelf denkt, of wat u van uw naaste, van een leraar of ambtsdrager denkt. Ook niet wat u denkt aangaande hemel of hel; aangaande de donkere tijd waarin u leeft of dat er nog een heerlijke kerkstaat te verwachten is, maar wat u dunkt van den Christus.

Ga eens nauwkeurig na aan de hand van Gods onfeilbaar Woord wat uw gedachte over Christus behoort te zijn. Smeek daarbij tevens om het licht van Gods Geest om hier een eerlijk antwoord op te geven of Christus uw zaligheid, ja u alles is. Temeer, als u bedenkt Wie de Vraagsteller is. Nee, het is niet een leraar of een andere ambtsdrager, die deze vraag stelt, maar Christus Zelf!

Allereerst stelde Christus deze vraag aan de Farizeeën die rondom Hem stonden. Zij stelden Hem strikvragen om Hem te verzoeken. Toch beantwoordde Christus ook deze vragen, om behalve hen terecht te wijzen, ook het volk dat Hem gevolgd was te onderwijzen. Doch daarna maakt Christus een einde aan al die vragen van Zijn tegenstanders, door op Zijn beurt een vraag te stellen. Deze vraagstelling was geen strikvraag of bijzaak, maar een hoogst noodzakelijke vraag.

Is het geen hoofdzaak om deze vraagstelling recht te kunnen beantwoorden? Er zijn mensen die van discussiëren houden, maar er helaas wars van zijn om over wezenlijke zaken te spreken. Zie, Christus sneed in één keer de discussie af, en richtte hen op het ene nodige.

Christus wist dat de Farizeeën wel geloofden dat Christus naar de beloften zou komen, zodat zij Hem allen verwachtten. Daarom stelde Hij hen deze vraag wat zij van Hem dachten.

Dit is de reden waarom Christus er direct eraan toevoegde: iens Zoon is Hij? Denkt u dat de beloofde Christus alleen als mens komt, of als God en mens, als de Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus? (1 Tim. 2:5).

Denkt u dat Christus zal komen om u van de Romeinen te verlossen, of om uw ziel en lichaam vrij te kopen? Meent u dat

Christus als Koning een aards of een geestelijk koninkrijk zal oprichten? Zij gaven Hem als antwoord: Davids Zoon. Daarop onderwees Christus hen uit Psalm 110, dat Hij behalve als mens uit David zou voortkomen, ook Gods Zoon is. Toen Christus hen daarna opnieuw een vraag stelde, namelijk: Indien Hem dan David noemt zijn Heere, hoe is Hij zijn Zoon? , lezen we dat zij daarop geen antwoord konden geven.

Welnu, als de vraag: Wat dunkt u van den Christus aan sommige mensen wordt gesteld, dan zal blijken dat zij in het geheel geen gedachten van Christus hebben. Een heiden heeft zelf nog nooit van Christus gehoord, zodat Christus niet eens in zijn gedachten kan opkomen. Een atheïst denkt niet aan Christus, maar probeert te geloven dat er geen God bestaat. Een moslim denkt van Christus dat Hij als Profeet ondergeschikt is aan zijn profeet Mohammed. Een farizeeër dacht van Christus dat Hij een antinomiaan was, Die Zich niet aan de wet wilde onderwerpen. Een remonstrant denkt wel aan Christus, maar dan in een verkeerde zin. Hij loochent de toerekening van Christus uit genade alleen, daar hij meent een wil te hebben om in God te geloven.

Dan zijn er velen die van hun goede werken en geloof een Christus maken. We bedoelen hiermee niet alleen Joden, roomsen en remonstranten, maar ook degenen die van een bepaalde gemoedsgesteldheid, tijdelijke uitreddingen, en bijzondere gaven hun Christus maken. Echter, zij hebben nog nooit hun geestelijke armoede, hun verlorenheid en verdoemelijkheid voor God ingeleefd, zodat Christus voor hen niet anders is dan een Rots der ergernis en een Steen des aanstoots.

Er zijn anderen die wel goed van Christus denken vanwege Zijn zondaarsliefde en ontferming, maar vreemdelingen zijn van de genade om God goed en recht te keuren als Hij hen voor eeuwig voorbijgaat. Zij gevoelen zich wel verbonden aan de prediking waarin Christus centraal staat, maar worden mistroostig als de prediker hen tevens het zuivere en noodzakelijke evenwicht van wet en evangelie verklaart. Zij achten de Christusprediking 'een lied der minne', doch hebben geen behoefte om Christus te volgen in een weg van zelfverloochening (Ezech. 33:32). De reden hiervan is dat zij Christus niet door een waar geloof zijn ingelijfd, en daarom de rechte genegenheid tot Christus missen.

Vrienden, ook thans wordt u allen de indringende vraag gesteld: Wat dunkt u van de Christus? Wat is uw persoonlijke gedachte van Christus? Wij worden allen

Meditatie vervolg

christenen genoemd. Echter, we vrezen dat er een groot aantal onder onze lezers is, dat zelden aan Christus denkt. U denkt wel aan uw gezin, uw zaak, uw boerderij, en aan uw gezellige avonden, maar vindt het moeilijk om een kwartier aan Christus te denken. U denkt wel aan uw godsdienst, het stipt naleven van uw godsdienstplichten, uw ondervinding, en aan uw verandering van levenswandel, maar Christus bant u uit uw gedachten.

Jongens en meisjes, wat denken jullie van de Christus? Is Hij wel in jullie gedachten? Indien jullie dit positief beantwoorden, dan vragen we vervolgens hoe en op welke wijze dan? Indien niet, dan geldt het van jullie: aar zij denken kwaad tegen Mij (Hos. 7:15). Als jullie de genadetijd verbeuzelen door allerlei vermaak en plezier te zoeken, dan is het een duidelijk bewijs dat Christus niet in jullie gedachten is. We wensen van harte dat de Heere deze meditatie wil zegenen aan het hart van onze lezers, zodat alle gedachten gevangen worden tot de gehoorzaamheid van Christus (2 Kor. 10:5).

Weet, dat alleen de ware gelovigen in Christus goede gedachten van Hem hebben. We lezen toch: dan die gelooft is Hij dierbaar (1 Petr. 2:7a). Het ware geloof alleen waardeert en bemint Christus ten hoogste. Het richt zich op Christus, en is oorzaak dat men zowel voor het tegenwoordige als het toekomende op Christus gericht is. De volgende maal hopen we nogmaals te onderzoeken wat het antwoord is op de vraag: at dunkt u van de Christus? Moge de Heere ons tot Hem uitdrijven, opdat we op Zijn tijd een gelovig antwoord kunnen geven!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 2006

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Wat dunkt u van de Christus? (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 2006

De Wachter Sions | 8 Pagina's