Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat dunkt u van de Christus? (10)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat dunkt u van de Christus? (10)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

HIJ IS ONZE VERTROOSTING

Meditatie

Want gelijk het lijden van Christus overvloedig is in ons, alzo is ook door Christus onze vertroosting overvloedig.

2 Kor. 1:5

Geliefde lezer, We geloven dat Gods volk op aarde de rechte bekwaamheid mist om te kunnen omschrijven wat zij van Christus denken. Daarom kunnen zij Christus' vertroosting in al hun lijden niet recht overdenken of omschrijven. O, hoe ver verheffen Christus' vertroostingen zich boven alle menselijke gedachten en woorden.

We moeten eerlijk bekennen weinig van Hem te kennen, en dwaas te zijn om de wijze leidingen van Gods voorzienigheid recht te doorgronden! Christus' gedachten zijn dikwijls verborgen als Hij Zijn volk leidt in wegen van verdrukking. Dikwijls gebruikt Hij deze wegen als heilzame middelen om hen van hun hoogmoed te genezen en hen in het dal van ootmoed te brengen. Alleen dan zullen zij het antwoord kunnen geven op de vraag: Wat dunkt u van de Christus, namelijk, ”Hij is onze ofwel mijn Vertroosting.”

De apostel Paulus was een goede raadgever, die de beproefde gemeente te Korinthe adviseerde hoe zij over Christus en Zijn lijden moesten denken. Hij spreekt in onze tekst over 'overvloedig lijden' en 'overvloedige vertroosting'. Hiermee stelt hij hen een weegschaal voor ogen met twee schalen. In de ene schaal bevindt zich al het lijden dat zij om Christus' wil hadden te verduren, en in de andere schaal al de vertroosting die zij van Christus mochten ontvangen.

En nu schrijft hij hen ter bemoediging dat de Heere de balans van deze weegschaal in evenwicht houdt: Want gelijk het lijden van Christus overvloedig is in ons, alzo is ook door Christus onze vertroosting overvloedig. Wanneer Paulus zelf vreemdeling van Christus' lijden en vertroosting zou zijn geweest, dan had hij de verdrukte leden van Christus' Kerk te Korinthe niet recht kunnen aanvoelen, noch hen van troostrijke woorden en versterkende adviezen kunnen voorzien. Doch hij mocht zichzelf erbij insluiten, en schrijft daarom over ons lijden van Christus, en over Christus als onze vertroosting.

Doch al was Paulus een metgezel van, en een goede raadgever voor de Korinthiërs, toch wees hij van zichzelf af, omdat hij persoonlijk geen troost aan de lijdende gemeente kon geven. Daarom wees hij in het begin van ons teksthoofdstuk op de enige Bron van alle vertroostingen: Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden, en de God aller vertroostingen, Die ons vertroost in al onze verdrukking (vers 3, 4). Wat een zielsbevindelijke kennis had Paulus toch van de drie Goddelijke Personen ontvangen. Hij prees God de Vader voor de vertroosting die zij van Hem door Christus hadden ontvangen, en God de Heilige Geest Die door middel van dit schrijven Gods strijdend erfdeel wilde vertroosten. Vrienden, het is onze wens dat de Heere ook middels deze meditatie ongetroosten in hun lijden wil vertroosten. Zien we niet duidelijk dat zonder het lijden om Christus' wil, wij Zijn vertroostingen niet deelachtig kunnen worden? Onderzoek dan toch of deze weegschaal met haar twee schalen van lijden en vertroosting u niet vreemd is. Weet dat alle leden van Christus' lichaam niet alleen verdrukking zullen hebben, maar dat Hij het lijden wat anderen hen aandoen, aanmerkt alsof het Hém wordt aangedaan.

We weten wel dat als Gods volk in lijden verkeert, zij niet altijd de andere schaal van vertroosting zien. Het zien op de drukkende omstandigheden veroorzaakt troosteloosheid en moedeloosheid. De gedachte vat dan snel post dat verlossing tot de onmogelijkheden behoort, waardoor zij met de profeet moedeloos onder de jeneverboom gaan zitten (1 Kon. 19:4, 5).

Gelijk het niet goed is voor de ogen om een lange tijd in het vuur te kijken, zo is het niet goed om op het vuur van lijden te zien, omdat wij dan ongetroost blijven. Zolang wij menselijk redeneren, komen we altijd verkeerd uit. De reden van sommige verdrukkingen kan voor ons duidelijk zijn, doch van andere weer niet. Een klein kind zal de bedoeling niet begrijpen waarom vader een knotwilg kapt en snoeit, zodat er een kale boom overblijft, tenzij het hem wordt uitgelegd. Kleine kinderen willen van alles het 'waarom' weten. Ouders behoren dan genegen te zijn om de reden op een begrijpelijke wijze uit te leggen. Toch kunnen er zaken zijn, waarvan zij tot het kind zeggen: ”Wanneer je wat ouder bent, hopen we dit nader uit te leggen.”

Oneindig wijzer handelt de Heere met Zijn kinderen op aarde. Bij de een zal Hij het nut ten tijde van de beproeving laten zien, en bij de ander kort erna, en weer een ander veel later. Denk maar wat Christus tot de discipelen zei: at Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan (Joh. 13:7). Doch zij allen zullen op Gods tijd het overvloedige lijden verzoet krijgen door Christus' overvloedige vertroosting.

Wanneer onze ogen niet op de verkeerde plaats staren, zien we op Christus als 'onze Vertroosting'. Het staren naar de schaal van lijden is tot grote schade voor het zielenleven. Indien Christus als de Oogarts der blinden, onze ogen niet recht zet, blijven we maar op die ene schaal van lijden zien. We veroordelen dan Gods leiding, murmureren tegen de Heere en beklagen onze ellendige toestand.

Niemand houdt van het prikken met een naald in de vinger, doch als we ons niet goed gevoelen, en de dokter acht het nodig om bloed te prikken, dan geven we ons aan hem over om de oorzaak te onderzoeken. Welnu, als Gods kinderen in Zijn wijze leiding mogen berusten, dan weten zij dat de Heere Zich niet vergist. Ook al begrijpen zij Zijn leiding niet, toch mogen zij dan zeggen: ”Al wat Vader doet is goed.”

Wanneer de Heere ons lot zelf zou laten kiezen, we zouden naar ons verduisterd oordeel het voordeel kiezen, doch achteraf blijkt het juist tot ons nadeel te zijn. Lot koos de plaats Sodom uit omdat die vlakte goed bevochtigd werd, doch de Heere regende daarop later vuur van de hemel (Gen. 13:10; 19:24). Had de Heere Lot niet uit Sodom verlost, hij zou zijn omgekomen, echter de Heere vertroostte hem en deed hem tot zijn voordeel in Zoar aankomen.

De opperzangmeester Asaf was nijdig toen hij het voordeel zag van de wereldse mensen, en het nadeel van het dienen van de Heere. Echter wat aanvankelijk tot zijn nadeel leek te zijn, mondde uiteindelijk uit tot zijn voordeel. Doch om daarachter te komen, moest hij zichzelf als een groot beest voor God leren kennen (Ps. 73). Op deze wijze mocht hij de inhoud van onze tekstwoorden ervaren: Want gelijk het lijden van Christus overvloedig is in ons, alzo is ook door Christus onze vertroosting overvloedig.

Vrienden, het lijden mag overvloedig zijn, maar de vertroosting in Christus is zo overvloedig, dat u het zwaarste kruis kunt dragen, en de meest onbegaanbare weg kunt betreden. Christus' overvloedige zegen is beter dan al de rijkdommen van de wereld, zodat u met David mag instemmen: Gij hebt vreugde in mijn hart gegeven, meer dan ten tijde als hun koren en

Meditatie vervolg

most vermenigvuldigd zijn (Ps. 4:8). Christus' overvloedige vertroosting is oorzaak dat u God mag prijzen, en zeggen: ij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende (Ps. 23:5).

Al moet u dan met Jakob hinkende door het leven gaan, met David smartelijke huiskruisen dragen, en met Paulus een scherpe doorn in uw vlees gevoelen, doch weet dat de balsem van Christus' vertroosting de rechte verlichting schenkt. U mag dan al hinkende uw weg met blijdschap vervolgen. U mag uw tijdelijk of chronisch kruis met lijdzaamheid dragen, en ervaren dat de door de doorn veroorzaakte wonden door Christus verzacht worden.

Vrienden, als u Christus nog niet kent als uw Vertroosting, wordt u dan niet begerig om Hem als uw Vertroosting te leren kennen? We hopen het van harte, want in Hem alleen vindt uw ziel troost in allerlei omstandigheden. Mocht u werkelijk een troosteloze in uzelf worden, opdat u de vertroosting in Christus niet vreemd zal blijven (Jes. 54:11). Alleen dan zult u een positief antwoord kunnen geven op de vraag: at dunkt u van de Christus, namelijk, dat Hij ook uw Vertrooster in uw lijden is.

Volk des Heeren, weet dat Gods goedheid eens uw druk, zal veranderen in geluk. Die Heere is uw enige Troost in leven en sterven. Straks zult u altijd bij God in Christus zijn. Welnu dan: ertroost elkander met deze woorden (1 Thess. 4:18).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 2006

De Wachter Sions | 10 Pagina's

Wat dunkt u van de Christus? (10)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 2006

De Wachter Sions | 10 Pagina's