Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Bron (6a)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Bron (6a)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De geboorte van de Heere Jezus Christus

En zij baarde haar eerstgeboren Zoon en wond Hem in doeken en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg. (Lukas 2:7)

Jozef en Maria waren onverwachts in grote moeilijkheden gekomen. Terwijl het niet meer zo lang zou duren dat het Kindeke werd geboren, kwam er een bericht van de keizer van Rome.

De machtige heerser Augustus wilde een volkstelling houden. Hij wilde weleens weten hoe machtig hij was en hoeveel belasting hij van zijn onderdanen kon vorderen. Daarom gebood hij aan hen die eigenaar van een stukje grond waren, dat opnieuw te laten beschrijven. Die beschrijving moest gebeuren in de plaats waar zij hun erfgrond, eenmaal geërfd van hun voorouders, hadden liggen.

Er zat voor Jozef en Maria, die beiden afstamden uit het huis van David, dan ook niet anders op dan de lange reis naar Bethlehem, de stad van David, te maken. Niet opgaan naar Bethlehem hield voor hen in dat zij hun erfgrond voor de Romeinse wet zouden verliezen.

We weten hoe in Israël de grond het wettige eigendom was van de stam en de familie aan wie de Heere die oorspronkelijk had toegewezen. Daarom kon Naboth zijn vaderlijk erfdeel niet voorgoed aan Achab verkopen. Toen Achab de wijngaard van Naboth wilde kopen, sprak de vrome man: at late de HEERE verre van mij zijn, dat ik u de erve mijner vaderen geven zou (1 Koningen 21:3). Om het recht op hun grond in Bethlehem te kunnen behouden, moesten Jozef en Maria naar Bethlehem gaan. In die plaats werden de familieregisters bewaard en daar lagen de eigendomsgronden waarover belasting moest worden betaald. Duidelijk kwam hierin uit, dat de Joden geen baas in eigen land meer waren. Hun land behoorde tot de Syrische provincie, waarover de Romeinen de scepter zwaaiden.

Er zat voor veel mensen niets anders op dan de reis te maken naar de plaats van hun afkomst. Het leek wel of ineens alles in rep en roer was.

Ook Jozef en Maria moesten de lange tocht naar Bethlehem ondernemen. Het was een afstand van 180 kilometer, die in vijf dagen lopend kon worden afgelegd.

Vooral voor Maria was de reis dubbel zwaar. Zij verwachtte immers het Kindeke en jullie kunnen wel begrijpen dat zij tegen de reis heeft opgezien. Heel graag was ze thuis gebleven, maar het gebod van de keizer moest worden gehoorzaamd. Hoe ongelegen dat gebod ook kwam, er moest naar geluisterd worden.

Jozef en Maria, die beiden de Heere kenden, zullen wel tot de Heere om hulp en bijstand hebben geroepen. Ook al begrepen ze niet waarom dat bevel van de keizer juist in deze moeilijke omstandigheden was gekomen, toch wisten zij dat de Heere alles bestuurde. Ook op de lange, vermoeiende en gevaarlijke reis zou de Heere voor hen zorgen.

Het was een grote drukte in de oude Davidsstad Bethlehem. Van heinde en ver waren de mensen gekomen om zich opnieuw te laten inschrijven.

De herberg, een eenvoudige logeergelegenheid, was bijna helemaal bezet toen Jozef en Maria er vermoeid aankwamen en vroegen om binnengelaten te worden.

Maar daar was geen sprake van. Er konden nog wel wat reizigers bij, maar voor een vrouw die elk ogenblik een kind kon krijgen, was geen plaats. Daarom staat er zo opvallend in de Bijbel dat er ”voor henlieden” geen plaats was in de herberg.

In plaats dat de mensen medelijden betoonden en hun uiterste best deden om in ieder geval voor deze uitgeputte vrouw en haar man te zorgen, werd er eenvoudig gezegd: ”Er is geen plaats voor u.”

Er zat voor de beide mensen daarom niets anders op dan maar verder te zoeken. Maar hoe zij ook zochten, er was nergens een geschikte plaats te vinden. Ten slotte moesten ze maar genoegen nemen met een onderkomen in één van de bijgebouwen van de herberg. Dat waren overdekte ruimten, een soort stallen, waar de reizigers met hun lastdieren een onderdak konden vinden. Hier en daar stonden tegen de wand de kribben waaruit de beesten aten. In zo'n overdekte stal kregen de beide nakomelingen van David uiteindelijk een onderkomen. Het was een sober en armoedig verblijf, maar ze mochten blij zijn dat ze hier nog een plaatsje hadden kunnen vinden. En in deze armoedige plaats gebeurde hét grote wonder.

In de Bijbel staat: En het geschiedde als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou. Dat betekent dat Jozef en Maria in die armoedige ruimte de geboorte van het Kindeke hebben afgewacht.

En op zekere nacht werd de lang verwachte Heere Jezus in deze beestenstal geboren. Terwijl alle mensen in Bethlehem sliepen, gebeurde het onbegrijpelijke wonder: de Zoon van God werd als een hulpeloos Kindeke geboren. In de Bijbel lezen we van Maria: En zij baarde haar eerstgeboren Zoon en wond Hem in doeken en legde Hem neder in de kribbe.

Omdat er geen wieg aanwezig was, werd het Kindeke in een kribbe, dat is een etensbak voor de dieren, gelegd. Daar lag de Heere, de Zaligmaker! Naar Hem hadden alle vromen in Israël verlangd. Van Hem hadden de profeten gesproken! Alle offers hadden op Hem gewezen. Veel psalmen hadden Zijn heerlijkheid bezongen en Zijn komst aangekondigd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 april 2007

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Uit de Bron (6a)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 april 2007

De Wachter Sions | 8 Pagina's