Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hemelvaart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hemelvaart

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

Heft uwe hoofden op, gij poorten, ja, heft op, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga. Ps. 24:9.

Weer mogen wij gedenken het ontzaggelijk feit dat de Heere Jezus ten hemel is opgevaren. Hij, Die het geen roof geacht heeft Gode den Vader evengelijk te zijn, heeft onze menselijke natuur aangenomen en is, nadat Hij de reinigmaking der zonden Zijns volks heeft teweeggebracht, naar ziel en lichaam voor de ogen Zijner jongeren van de Olijfberg ten hemel opgevaren. Ziedaar hetgeen wij thans weer gedenken mogen: de hemelvaart van Christus, waardoor de gesloten hemelen zijn geopend voor des Vaders uitverkorenen, voor de gekochten met het bloed des Lams

Hij, Die ten hemel opvoer is dus waarachtig God én waarachtig en rechtvaardig mens. Dat de Heere Jezus deze beide naturen in de eenheid van Zijn Persoon verenigd had, lijdt geen twijfel. Gods Woord heeft ons dit ontzaglijk mysterie ten volle geopenbaard. God de Vader heeft het van de hemel uitgeroepen, zeggende: ”Deze is Mijn geliefde Zoon”.

De Heere Jezus heeft het in Zijn omwandeling op aarde bij herhaling en onder ede onomwonden betuigd, en God de Heilige Geest heeft zowel in de boeken van het Oude als van het Nieuwe Testament het bij herhaling doen beschrijven, dat deze is de waarachtige God en het eeuwige leven.

Wij hebben in dezen het waarachtig getuigenis der drie Goddelijke Personen. Wie de Godheid van Christus loochent, stelt én de Vader én de Zoon én de Heilige Geest tot Leugenaar. Groter gruwel is niet denkbaar. De zaligheid is ook in geen ander dan in Hem, Die waarachtig God en waarachtig en rechtvaardig mens is. De verlossing van verloren zondaren is zo groot, dat alle schepsel in hemel en op aarde daartoe geheel onmachtig is. Die verlossing is Gods werk. Alleen de eeuwige God vermocht een eeuwige gerechtigheid aan te brengen tot wegneming van de eeuwige straf der zonde.

Welnu, Gods eigen, enige en natuurlijke Zoon heeft die gerechtigheid aangebracht. Op grond van Zijn voldoening is Hij opgewekt uit de dood en voer Hij, nadat Hij nog veertig dagen lang met Zijn jongeren op aarde had vertoefd, ten hemel op. God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God. Hij, Gods Zoon, is opgevaren en verheerlijkt met de heerlijkheid Die Hij had eer de wereld was.

Die verheerlijking gold Hem als Middelaar en representerend Hoofd Zijner uitverkorenen. Zij was het inbrengen van Zijn menselijke natuur in de hemel. Naar Zijn Godheid kon Hij niet verminderd, noch uit de hemel ooit verbannen worden. Maar naar Zijn menselijke natuur zijn de hemelen Hem gesloten geweest. Vooral aan het kruishout is ons daarvan getuigenis gegeven. Drie uren lang, op het midden van de dag, verduisterde de zon. Die zonsverduistering was geen gewoon natuurverschijnsel. Integendeel, zij ging tegen de loop der natuur in. Zij was uitdrukking van de heilige toorn des Vaders, die op Christus nederdaalde. De hemelen werden Hem gesloten

Uit de onpeilbaar bange nood, waarin Hij droeg de angsten der hel, die Zijn volk zich met alle Adams nakomelingen onderworpen had, riep Hij uit: ”Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? ” In die diepe vernedering is Christus geweest, om de schuld Zijns volks. Daarin heeft Hij volkomen volbracht. Hij heeft de toorn Gods doordragen en voor de Zijnen eeuwig weggenomen. Hij heeft het leven in onsterfelijkheid aan het licht gebracht. Van de dood kon Hij niet gehouden worden. De hemelen zijn Hem geopend. Onze ziel en ons lichaam brengt de Heere ten hemel in. God vaart op met gejuich; de Heere met geklank der bazuin. Gods recht ontsluit de hemelen. Des Vaders welbehagen zal door de hand van Christus gelukkiglijk voortgaan. De duivelen vlieden, en de hemelingen begroeten de eeuwige Koning van Sion met gejuich, om Hem eer en heerlijkheid en aanbidding te geven tot in alle eeuwigheid.

Wie zal het wonder van de hemelvaart van Christus ooit beschrijven? Onze woorden zijn te arm om uitdrukking te geven zelfs aan het weinige dat wij door het geloof ervan mogen verstaan. Eenmaal zullen al Gods gunstgenoten de kroon voor hun verheerlijkte Immanuël neerwerpen, voor Hem Die tot de dood is vernederd en daarna met eer en heerlijkheid is gekroond. Dat zal eens het eeuwige heil zijn van Gods volk.

Maar nu blijkt dan toch wel klaar van welk een grote betekenis de hemelvaart van Christus is en hoe noodzakelijk het is dat feit naar de Schriften te kennen. De Heere is waarlijk, zichtbaar en plaatselijk opgevaren. Waarlijk voer Hij op. (…)

En zichtbaar. Zijn jongeren hebben Hem nagestaard zoolang zij konden, tot een wolk Hem wegnam voor hun ogen. Hij is opgevaren terwijl zij het zagen, zegt de Schrift. Ja dat is de betekenis van deze hemelvaart, dat de Heere Jezus plaatselijk opvoer van de ene plaats, zijnde de Olijfberg, naar de andere plaats, namelijk naar de derde hemel, welke is de troon Gods; het huis des Vaders, waarvan de Heere zei: aldaar zijn vele woningen; ziet, Ik ga heen om u plaats te bereiden. (…)

Juist dit is de hemelvaart van de Heere Jezus, dat Hij ons lichaam en onze ziel ten hemel inbracht. Dat deed Hij als de Plaatsbekleder. Zijn volk is in Hem in de hemel ingezet, en zal eens dadelijk met Hem verheerlijkt worden. Ja reeds hier worden Gods uitverkorenen de hemelen geopend. Voor de verheerlijkte Immanuël zijn de poorten ontsloten. Als ware het te gering de poorten te openen, zingt de dichter in Psalm 24 van de opheffing der hoofden. Geheel de poorten werden weggenomen, opdat de Koning der ere inging.

En zo nu is de ingang der ziel in de hemel bereid. Christus trekt Zijn uitverkorenen uit het verderf, waarin zij liggen door de zonde. Hij doet dat volk zich kennen als vloek-en doemwaardig. Zo het aan God denkt maakt het misbaar. De hemelen zijn gesloten. Toorn en gramschap roepen zij uit vanwege het recht Gods, dat de zonde niet ongestraft laten kan.

Maar o, wonder van genade, de hemelen scheuren. Zij worden geopend voor de ellendige zondaar, die verwaardigd wordt zijn nood aan God te klagen en uit de diepte tot Hem te roepen. Er komen ogenblikken, dat de gramschap Gods zich verbergt achter Zijn goedertierenheid, die beter is dan het leven. Gods eeuwige liefde daalt door die geopende hemelen in het hart van de verlorene en vernedert hem en doet hem God wederkerig liefhebben en zingen:

God heb ik lief, Want die Getrouwe Heer' Hoort mijne stem.

Hoe dieper de levende en oprechte erkenning van schuld en zonde wordt, hoe ruimer zich de hemelen openen. Hier ontdekt Zich Christus Zelf aan een volk, dat de weg ten leven niet kent, en dat alle hoop om zalig te worden ontvalt. Hij leidt door de Heilige Geest zijn uitverkorenen in Zijn Middelaarsbediening en leert hen hoe de poorten zijn geopend door Zijn bloed. Hij wordt hun dierbaar, door het geloof.

Groter wordt het wonder voor Gods volk

Meditatie vervolg

dat gebogen gaat onder het recht Gods, dat voldoening eist en waaraan het geen kwadrantpenning opwegen kan. O, de hemelen kunnen zo gesloten zijn, onder het gevoel van Christus nog te moeten missen. Het onvoldane recht perst het volk van God, opdat het niet rusten zal dan in Christus alleen. Satans geweld is groot en de vertwijfeling van het ongeloof sterk. Geen bevindingen kunnen de gesloten hemelen openen. Geen tranen, geen gebeden, geen ontvangen beloften, maar Christus alleen. Een inplanting in Christus is nodig; een ware vereniging met Hem door het geloof. Met niet minder kan de ziel rust en vrede verkrijgen.

Maar in Hem is die opening ook volkomen. Hier de vrijspraak van schuld; hier het herstel in de gemeenschap en gunst Gods. Het mocht onze ziele Hemelvaart worden. Ook in ons hart mochten de poorten hun hoofden verheffen, opdat de Koning der ere inging. Ons oog mocht op Hem geslagen zijn, Die verheerlijkt is aan des Vaders rechterhand. Hij zal Zijn werk niet verlaten. Hij zal Zijn Woord bevestigen en Zijn belofte vervullen. Zoo Hij vertoeft, verbeidt Hem; komende zal Hij gewisselijk komen en niet achterblijven. Hij maakt onze gebonden zielen vrij.

Heft uwe hoofden op, gij poorten! Alle belemmeringen waren weg. Satans hellemacht lag verplet onder Zijn voet. Christus voer ten hemel in als eeuwig Triomfator. O, troostbron voor de strijdende Kerk op aarde!

Bemerk toch, volk van God, dat satan op u niets vermag buiten de toelating Gods. En de Heere zal hem niet toelaten u enig leed ten verderve te doen. In Hem Die ten hemel inging zijn wij meer dan overwinnaars. Gods gunst bestrale ons. Uit geopende hemelen komen de weldaden voor tijd en eeuwigheid het met Christus' bloed gekochte volk toe.

Zo wij het recht beseffen mochten, wij zouden het weinige van de rechtvaardige beter achten dan de overvloed der goddelozen. Want de goddelozen ontvangen wat zij op aarde hebben uit gesloten hemelen. Gods oordeel rust op hen. Vloek en verdoemenis is hun deel. Welhaast zullen de hemelen hun eeuwig gesloten zijn.

Och, of de Heere het de onbekeerde zondaar deed verstaan, opdat Hij vluchten mocht eer het te laat is, en de wereld verzaken, om liever met Gods volk verdrukt te worden, dan de genietingen der zonde te hebben. Want zelfs de verdrukking van het volk Gods zal tot zijn zaligheid dienen. In de verdrukking wil de Heere dikwerf de hemelen openen en de vertroosting Zijn volk niet onthouden, dat welhaast de druk zal verwisseld worden in geluk.

Heft dan op uw hoofden, gij poorten! De Koning is ingegaan! Hij ging Zijn volk voor. Welhaast zult ook gij de loop voleindigd hebben en ingaan in heerlijkheid. Aanschouw de hemelen volk! Daardoor ging Christus heen naar de hemel der hemelen, waar Hij blijft tot de jongste dag om u met al de verkorenen des Vaders naar ziel en lichaam in eeuwige heerlijkheid te doen ingaan. In de hemelvaart van Christus heeft Hij de hemelvaart van Zijn volk verworven. De hemelen zullen ook de Zijnen geopend worden en zij zullen eeuwig bij de Heere zijn. Mocht in die enige troost de Heere ons blijmoedig doen dragen alle moeiten en ellenden in dit leven, die welhaast zullen voorbij gaan.

Wijlen ds. G.H. Kersten (De Saambinder van 25 mei 1933).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 2007

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Hemelvaart

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 2007

De Wachter Sions | 8 Pagina's