Zie Deze!

Meditatie

Zie, Deze wordt gezet tot een val en opstanding van velen in Israël.

Lukas 2:34

Kerst 2007. Overal en op allerlei wijze wordt de komst van Christus herdacht. In navolging van heidense voorgeslachten proberen velen door sfeer en licht in deze donkere en jachtige tijd vrede en rust te vinden. Uit de geluidsboxen in de winkelcentra waaruit anders popmuziek te horen is, schallen nu de kerstliederen. Of het wordt in een meer godsdienstige vorm gebracht in kerstwijdingen met schoon gezang en muziek rondom het thema van de geschiedenis van de geboorte van Christus. Op deze manier probeert men de geestelijke leegheid op te vullen. Maar nu een indringende vraag aan u lezer: 'Hoe is het persoonlijk in uw hart gesteld met de herdenking van dit ontzaglijke heilsfeit? Heeft dit ooit voor u bevindelijk betekenis mogen krijgen? ' Leg uw hart dan eens eerlijk naast Gods woord dat wij hopen te overdenken.

In de tekst is de oude Simeon aan het woord. Veertig dagen na de geboorte van de Heere Jezus waren Maria en Jozef naar de wet van Mozes naar de tempel gegaan om hun Zoon voor te stellen aan de Heere. Hier ligt de volkomen vervulling van wat in de vorige eeuwen gedurig was afgebeeld. We zien ook hier weer de onwederstandelijke werking en openbaring van Gods welbehagen in Christus.

Door deze krachtige werking komt Simeon vervuld met de Heilige Geest naar de tempel. Wanneer hij daar deze armoedige ouders met het Kindeke Jezus ziet komen, komt het ware geloof in de dadelijkheid in beoefening. Zijn geloofsogen zien in dit Kind de volkomen Zaligmaker voor de ziel. Hij mag Hem ook persoonlijk toe-eigenen, betrouwen en liefhebben. Hij ziet Hem als de goddelijke Persoon, de reine en blanke Middelaar in vereniging met Zijn menselijke natuur. Hij is voor Simeon persoonlijk de Messias, Zijn Zaligmaker. Hier klinkt een waar kerstgezang, dat een begin is van het gezang van alle verlosten in de hemel: ij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht en taal en volk en natie; (Openb. 5:9). Nu kan Simeon sterven. Verwonderd staan Jozef en Maria te luisteren naar dit onverwachte getuigenis van de Persoon en het werk van Christus, het Kindeke Jezus.

Maar dan mag Simeon met dit Kind in de armen de veelbetekenende woorden uit onze tekst profeteren. Zie roept hij uit! Hij trekt met dit woord onze aandacht. 'Luister toch naar de woorden die de Heilige Geest mij komt in te geven.' Ook wij worden juist in dit woordje zie opgeroepen af te zien van al het zien-en zinlijke dat ons maar afhoudt van de enige mogelijkheid van zalig worden. Zo'n opmerkelijk en onwederstandelijk zie zal toch in ons leven moeten plaats vinden.

Als de Heere in de wedergeboorte de ziel levend maakt dan gaat de ziel de waardeloosheid ervaren van de dingen die we zien. Het is een goddelijke kracht waar de ziel mee bezet wordt. De herscheppende kracht van zaligmakende genade in de uitverkorene zien we vooral ook hier in Simeon zo werkzaam. Hierin komt God aan Zijn eer. Wat mag hier Simeon toch inblikken in de Persoon en het werk van de Middelaar.

Hij noemt Christus, Die hij in zijn lichamelijke armen mag houden naar Zijn menselijke natuur en met de armen des geloofs volkomen mag omhelzen: Deze'. Het is als het ware dat hij geen woorden kan vinden om Hem te omschrijven. Hij mag er in zien wat de engel Gabriël tot Maria zei: aarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden (Luk. 1:35). In het engels wordt dit Goddelijke mysterie genoemd: at Heilige Ding (that holy thing). Zo riep ook de bruid in het Hooglied uit ten einde raad om haar Bruidegom te duiden: n al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk een is mijn Liefste, ja, zulk een is mijn Vriend, gij dochters van Jeruzalem (Hoogl. 5:16).

Met de woorden: Deze wordt gezet tot een val en opstanding van velen in Israël, profeteert Simeon al van de verhoogde staat van de Middelaar. Hij ziet helder met zijn geloofsogen dat Hij zal triomferen over dood en hel. Hij mag Deze al zien als de verhoogde Profeet, Priester en Koning. Hij is daartoe gezet, of anders gezegd, van eeuwigheid daartoe verordineerd.

Het ligt dus vast hoe voor ons allen de komst van Deze, de Christus, zal zijn. Wat zal het toch zijn wanneer het voor ons geldt dat Hij gezet is tot onze val. Het woord val betekent hier het plotse-ling ineenstorten van ons huis van eigen hoop en verwachting. Dat zal voor allen gelden als het uur van sterven daar is en we menen een hoop te hebben voor de eeuwigheid en het blijkt niet gegrond te zijn. Dan zal ons huis dat op een zandgrond gebouwd was voor ons ineenstorten. Christus heeft daar Zelf van gezegd: n de slagregen is nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid en zijn tegen hetzelve huis aangeslagen, en het is gevallen, en zijn val was groot (Matth. 7:27).

Dan zal Deze Christus voor ons alleen maar een eeuwige val zijn en verschijnen als de onkreukbare Rechter, Die rechtvaardig ons zal oordelen. Als de Koning der koningen zal Hij dan zeggen: och deze mijn vijanden, die niet hebben gewild dat ik over hen koning zou zijn, brengt ze hier en slaat ze hier voor mij dood (Luk. 19:27). O, wat een rampzalige val zal dat toch zijn. Velen ook in Israël en daarbuiten hebben gemeend zo in te kunnen gaan, maar het werd een ontzettende val. Dan zal Deze voor ons zijn een eeuwige Steen des aanstoots Die ons verpletteren zal. Moge de schrik des Heeren ons doen vlieden van deze toekomende toorn als ons huis van hoop niet rust op de Enige Rots der behoudenis, welke is Christus de geboren Koning der Joden.

Maar welzalig zijn zij waarvan gezegd mag worden zoals wij het hier lezen:

Deze wordt gezet tot een val en opstanding van velen in Israël. Lezer, kent u dat? Dan hebt u uw val toch ingeleefd? Er zal dan een moment in uw leven geweest zijn dat uw hoop volledig aan uw zijde is ingestort. Dan gaat de Heere door de ontdekkende werkingen van God de Heilige Geest de ziel overtuigen van zijn diepe val. Dat zal zolang doorgaan tot de ziel bekennen moet dat men nooit meer kan opstaan uit zichzelf. Er komt een diepe zielensmart dat men de deugden Gods geschonden heeft en het nooit meer goed kan maken. Verloren en verwoest ligt men op de aarde. Dan wordt het praktijk wat de dichter riep: n alle hoop mij gans ontviel, Daar niemand zorgde voor mijn ziel (Ps. 142:4 ber.).

Dan weet u er ook iets van als Hij Zich als die Hoeksteen, Wiens werk volkomen is, aan uw ziel heeft geopenbaard. Toen werd het voor u een opstaan in een nieuw leven. Het is een opstanding uit de geestelijke dood waarin men gelegen heeft. Verwonderd riep u met Petrus uit: Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Chris-

Meditatie vervolg

tus uit de doden (1 Petr. 1:3). De apostel spoort er toe aan om in een nieuw godzalig leven te wandelen, om zo als levende stenen op Hem als de Hoeksteen te mogen rusten. Zo wordt gij ook zelven, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus (1 Petr. 2:5). Deze val en opstanding in de zielen waarin Hij dat goede werk begonnen is, is een doorgaande zaak. Vanbinnen en vanbuiten zal er alles tegenop komen. Dan wordt Deze gedurig gezet tot een val en opstanding in uw hart. Johannes de Doper heeft van Deze gezegd: ij moet wassen, maar ik minder worden (Joh. 3:30).

Geliefde lezer, kent u dit in beginsel? Is het zo voor u al eens een onvergetelijke kerst mogen worden? Dat kan de Heere vanzelf ook doen in de zomer. De Heere is nooit aan tijd of plaats gebonden. Heeft het toen in het duister van uw hart geklonken dat: heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus de Heere, in de stad Davids (Luk. 2:11)?

De Heere openbare Zich zo nog eens in de kerstdagen aan Zijn zuchtende en uitziende Kerk als een verrassend God, Die nimmer laat varen het werk Zijner handen. Dan zult u in grote verwondering uitroepen: iet, Deze is onze God; wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons zalig maken. Deze is de HEERE, wij hebben Hem verwacht, wij zullen ons verheugen en verblijden in Zijn zaligheid (Jes. 25:9).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen