Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om de handhaving van de Statenvertaling (3)

De verschijning van de Herziene Statenvertaling (HSV) heeft een kloof geslagen binnen de gereformeerde gezindte. Of misschien moeten we zeggen: de kloof die er al was, is voor aller oog zichtbaar geworden. Een kloof niet om uiterlijkheden als kleding of haardracht. Een kloof niet om kwesties als het gebruik van de moderne media of iets dergelijks. Maar een kloof om het meest fundamentele wat het refor­matorisch volksdeel tot nu toe steeds samen­bond: het Woord des Heeren.

De reformatorische wereld is op allerlei punten verdeeld. Die verdeeldheid is de laatste jaren alleen maar toegenomen. We groeien uit elkaar. De samenwerking is daardoor onder druk komen te staan. Met name doet zich dat voor in het voortgezet onderwijs. Het RD worstelt ermee. Het gaat de SGP niet voorbij. Maar nog altijd was er de verbondenheid rondom de ene Bijbel. Die is nu ineens verbroken.

Kan men de felheid begrijpen waarmee hierop is gereageerd? Daarmee praten we niet elke uitdrukking goed die er in de bestrijding van de HSV gebezigd is. Maar van de andere kant zijn er ook dingen gezegd en geschreven die de perken van Filippenzen 4:8 te buiten gingen.

Dieptepunt

Een dieptepunt was wel de discussiebijdrage in het RD van 14 december, geschreven door een psychiater in opleiding, een manager in het bedrijfsleven en een promovendus in de internationale betrekkingen. Het verzet tegen de HSV is niets nieuws onder de zon, zo betogen zij. Zo gaat het vaak in het kerkelijk leven. In deze kwestie doen zich volgens hen twee zaken voor. Het eerste is, dat zij die hun geloof beleven in de taal van de Statenvertaling, zich niet thuis voelen in een andere vertaling en daar bang van worden. Ze noemen dat heel menselijk en begrijpelijk. Het tweede dat er gebeurt, is volgens hen dan dat degenen die een leidinggevende positie in de kerk hebben, de nieuwe ontwikkeling in haar geheel met forse woorden afwijzen. 'Ook hieronder gaat angst voor het nieuwe en onbekende schuil. Dit onbekende zou een bedreiging voor de stabiliteit van de kerkelijke gemeenschap kunnen betekenen.'

Deze twee reacties komen heel vaak samen voor en dan ontzien de schrijvers zich niet om als 'duidelijkste voorbeeld' erop te wijzen dat de Heere Jezus door de leiders van toen gezien werd als bedreiging voor het voortbestaan van de maatschappelijke en religieuze orde en daarom moest sterven, getuige de bekende uitspraak van Kajafas. 'Op Golgotha is te zien hoe de zondige mensheid zich keert tegen het Lam van God. (…) Wat er nu gebeurt rond de komst van de HSV is dus niet verwonderlijk.' Men moet maar durven!

Gijzeling

Nadat in het blad van de Gereformeerde Bond De Waarheidsvriend van 9 december drs. P. J. Vergunst de klok luidde onder de alarmerende titel 'Gereformeerde gezindte kraakt', schreef hij de week daarop over 'Gijzeling in de kerk'. Hij bedoelt daarmee, 'dat christenen elkaar in een soort houdgreep houden die hen belet om als gemeente of als gelovige voor Gods aangezicht te leven, op basis van het Woord keuzen te maken en het leven in te richten. Dan is er een verstikkend klimaat.' Hij noemt de discussie over de HSV niet rechtstreeks, maar ieder voelt wel aan dat het niet toevallig is dat hij dit nu aan de orde stelt. Vergunst besluit zijn artikel: 'Mensen – leidinggevenden in kerk en samenleving – kunnen het Woord van God aan banden leggen en de ander in geestelijke zin gijzelen. Maar alle machten moeten het afleggen tegen het Evangelie, omdat Jezus Christus uit de doden opgewekt is. Zijn Woord gaat volgens het slot van het bijbelboek Handelingen 'onverhinderd' zijn gang. Dat is bemoedigend en hoopgevend voor degenen die als christenen werken op eenzame posten, zelfs in de kerk, zelfs binnen christelijke organisaties.' In dit verband, waarin hij het nog net niet over 'reformatorische organisaties' had, haalt hij ook het woord van de apostel aan: 'Maar het Woord Gods is niet gebonden'.

Vergunst wil toch niet beweren dat zij die de onveranderde Statenvertaling gehandhaafd willen zien, daarmee het Woord van God aan banden leggen?

Verstaanskloof

We zagen vorige week dat het oppervlakkig en onvolledig is om te spreken van een verstaanskloof tussen mensen van de 21e eeuw en de 17e-eeuwse taal van de Statenvertaling. Zo er van een verstaanskloof sprake is, loopt deze tussen de bijbellezers van de 17e én de 21e eeuw enerzijds en anderzijds de zo letterlijk mogelijke vertaalmethode van de Statenvertalers.

Het is onmogelijk, de Statenvertaling begrijpelijker te maken door hertaling zonder af te wijken van de vertaalprincipes die aan deze vertaling ten grondslag liggen. De moeilijkheid wordt voornamelijk bepaald door de lange zinnen, de soms ingewikkelde zinsbouw, het vele gebruik van deelwoorden ('zeggende', bijv.), die voor de Statenvertalers bepaald werden door de grondtekst. Wie op die punten begrijpelijker wil vertalen, wijkt af. De Statenvertaling is dan geen Statenvertaling meer.

Een van de stuwende krachten achter de HSV, de vertaaldeskundige dr. R. de Blois signaleerde dit zelf in Terdege van 5 november 2003. Hij zei daar: 'Ook in de 17e eeuw was het al een vertaling die je niet zomaar even las. Dit komt doordat de vertalers er niet op uit waren om de Bijbel in hedendaags Nederlands te vertalen. Ze wilden bewust dicht bij de structuur van de grondtekst blijven. Ook daarom is het een moeilijk toegankelijke vertaling.' Hij wilde daarmee zeggen dat voor het oplossen van het probleem eigenlijk een heel nieuwe vertaling nodig zou zijn.

Begrijpelijk, want de doelstelling is anders geworden. De moderne mens wil nu eenmaal zo snel mogelijk snappen wat er bedoeld wordt. Inderdaad, de Statenvertalers streefden niet naar een Bijbel in het hedendaagse Nederlands van hun tijd. Ze wilden de structuur van de grondtekst zo getrouw mogelijk meevertalen.

Nadenken

Moeilijk toegankelijk. Je zou het ook positief kunnen uitdrukken: en Bijbel waarbij je moet nadenken. Is dat zo verkeerd? In de grondtekst staan ook dingen, zwaar om te verstaan (2 Petr. 3:16). Mag dat dan niet in de vertaling? De Statenvertalers hebben 'verklarend vertalen' zoveel mogelijk vermeden. Daarmee hebben zij het hun lezers niet gemakkelijk gemaakt, maar daartegenover stond de nodige hulp in de kanttekeningen.

Maar hoe komt het nu, dat men eeuwenlang geaccepteerd heeft, dat men bij het bijbellezen moest nadenken over het verheven 17e-eeuwse Nederhebreeuws (wat nog extra moeilijk was omdat de meeste mensen niet méér hadden dan lagere school én doordat dan bovendien nog tot in de negentiende eeuw de Statenbijbel in ongewijzigde oude druk werd gelezen), maar dat men nu eenvoudige, heldere, direct te begrijpen taal vraagt? Heeft dat iets met de tijdgeest te maken?

Mag het lezen van de Bijbel niet wat inspanning vragen? We willen met één oogopslag begrijpen wat er staat. Maar zo is de Bijbel niet. Wie zich moeite getroost voor bijbelonderzoek, wordt rijk beloond.

De Bijbel heeft zijn eigen taal. De Statenvertalers sloten zich niet bij voorbaat aan bij het gangbare taalgebruik van hun tijd. Zij kozen bewust voor een verheven, gewijde taal. Het is de klassieke geloofstaal van de kerk van alle eeuwen.

De Bijbel is in de loop der jaren niet verder van ons af komen te staan, maar wij staan verder van de Bijbel af. De taal van de Bijbel moet niet worden aangepast aan onze steeds geestelijk armer wordende Nederlandse taal, maar wij moeten terug. Het is de taal niet alleen van de Statenvertaling, ook van de belijdenisgeschriften, ook van de geschriften der vaderen, die ons dreigt te ontglippen, wanneer we zorgeloos zouden zijn.

Niet gebonden

Inderdaad, het Woord Gods is niet gebonden. De Heere opent telkens wegen voor Zijn Woord, opdat het zijn wederbarende werking doet, onwederstandelijk. Want wanneer Hij werkt, wie zal dat dan keren? Hij doet soeverein met Zijn Woord wat Hem behaagt en het zal nooit ledig tot Hem wederkeren, maar voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Hij het zendt. Daar kan de mens niets aan binden en daar hoeft hij ook niets aan te ontbinden. De Heere gebiedt Zijn kerk dat Woord te bewaren, in de volle, bijbelse zin van het woord. Zalig zijn degenen die het Woord Gods horen en hetzelve bewaren.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 2010

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 2010

De Wachter Sions | 8 Pagina's