Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Hij openbaarde Zich aldus: Johannes 21:1b

Geliefde lezer,
In gedachten zien we zeven discipelen aan de oever van de Zee van Tibérias zitten. Waarom zijn ze daar? Omdat de Heere beloofd had daar aan hen te verschijnen. De Heere zál verschijnen want wat uit Zijn lippen ging blijft vast en onverbroken. Echter Hij verschijnt op Zijn tijd en Zijn wijze, nadat Hij plaats gemaakt heeft voor Zichzelf.
Het zijn zeven mannen die Christus kennen in de kracht van Zijn opstanding. Spreken ze over de grote werken des Heeren? Nee, ze zijn vervuld met ongeloof. Daarom kunnen ze niet wachten op de komst van hun Meester.
Als het geloof niet in beoefening is, dan regeert de oude verdorven mens. Dan komen ook de karakterzonden zo naar buiten. Dat zien we bij Petrus: Ik ga vissen! Hij wil zijn oude vissersberoep weer uitoefenen terwijl hij geroepen is om visser der mensen te zijn.
Hij gaat een weg die tegen de Heere in is.
Immers, Niemand die zijn hand aan den ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter is, is bekwaam tot het Koninkrijk Gods.
De andere discipelen volgen Petrus blindelings. Als het ongeloof regeert is er geen makkelijker weg dan van de Heere af. Daar heeft men alles in mee. De wereld, de godsdienst, de satan en ons boze vlees zullen ons niet hinderen als we God verdacht maken in Zijn trouw, liefde en macht. In een pijnlijke weg zullen de discipelen leren ongeschikt te zijn voor hun oude beroep. Wat hadden ze dan moeten doen? De Heere heilig lastig vallen zoals de Kananése vrouw dat deed. Haar geloof klom op tegen de muur van onmogelijkheid.
Zij gaan echter van de Heere af maar de Heere ziet hen wel. Zijn oog is altijd op Zijn Kerk ook al gaan ze als onverbeterlijke, dwalende schapen van Hem af. In Zijn liefde en trouw achtervolgt Hij hen door Zijn ontledigende genade. Want, in dien nacht vingen ze niets. Ervaren vissers die niets vangen. Het zijn pijnlijke wegen om te leren: Uit u worde geen vrucht meer in der eeuwigheid. Dan worden de benen gebroken en blijft er slechts een ellendige, arme, krachteloze, verdoemelijke maar ook vijandige zondaar over.
Toen de morgen aanbrak stond Jezus op de oever maar de discipelen wisten niet dat het Jezus was. Hieruit kunnen we leren dat Jezus zeer verborgen is en Zichzelf moet openbaren en verklaren. Iedere keer openbaart Hij Zich weer op een andere wijze. Daarom staat ook in ons tekstwoord En Hij openbaarde Zich aldus.
Jezus was hun zo dierbaar geworden tijdens de drie jaar dat ze met Hem gewandeld hadden. Hij had Zichzelf aan hen geopenbaard als de opgestane Levensvorst Die voor hen verzoening had aangebracht. Maar nu komt de Heere om Zijn vruchten. Ondanks hun verachten van Hem verwijt Hij hen niets. Integendeel, Hij spreekt hen zeer liefelijk aan als ’kinderkens’, hebt gij niet enige toespijs? Door Zijn liefelijke vraag dwingt Hij hen met hun armoede voor de dag te komen.
Het antwoord van de discipelen is kort: Neen.
De liefde maakt eerlijk en doet Gods ontledigde volk getuigen ’Heere, ik heb niets dat u kan behagen, ik kan slechts stinkende vruchten voortbrengen’. De Heere wacht op ’Neen’ voordat Hij de lege netten zal vullen met Zijn vis. Ds. Van de Woestijne zei het zo eenvoudig: ’De Heere werkt de mens eruit en werkt Zichzelf erin.’ Hij beveelt hen: Werpt het net aan de rechterzijde van het schip, en gij zult vinden. Maar omdat zij als beroepsvissers gewoon waren om links te vissen, was dit een opdracht die tegen het verstand in ging. Echter, als men uit genade mag buigen voor de Heere dan geeft de Heere wat Hij eist: gehoorzaamheid.
Ze wierpen het dan, en konden hetzelve niet meer trekken vanwege de menigte der vissen. Wat zal de verwondering groot geweest zijn voor de in zichzelf geheel ontledigde discipelen. Die verwondering is er bij iedere oefening van het geloof. Want bij iedere geloofsoefening worden (door de Heere leeggemaakte) ’netten’ vervult met de volheid die in Christus is. Alle zeven zien het wonder. Maar Johannes mag door het wonderwerk heen Zijn Meester zien. Hij roept uit: Het is de Heere. Het is onze Meester, onze Liefste, onze Zaligmaker, onze Bezitter Die ons gekocht heeft met Zijn dierbaar bloed en ons van alle heerschappij des duivels verlost heeft. Johannes mocht er het eerst van getuigen, maar ze zijn allen aan de oever gekomen. De onstuimige Petrus door het water en de anderen over het water.
Als zij dan aan het land gegaan waren, zagen zij een kolenvuur liggen, en vis daarop liggen, en brood. Eerst had Hij gevraagd om enige toespijs. En nu blijkt alles gereed. Daaruit kunnen we leren dat Hij een volkomen Zaligmaker is Die alles heeft aangebracht. Jezus zeide tot hen: Brengt van de vissen, die gij nu gevangen hebt. Had de Heere dan toch nog iets van hen nodig om gemeenschap met hen te kunnen oefenen? Nee! Alle vis is door Hem geschonken. Hij had de vis in de netten gebracht. Niet één is er door hen ingebracht. Uw vrucht is uit Mij gevonden.
Zo mogen de discipelen met de door Hem geschonken vis terugkeren tot Hem. Ja, Gods werk keert terug tot Hem. Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. En ze telden 153 grote vissen. Ja, alles wat van de Heere komt is groot. Nu gaat de Heere nodigen: ”Komt herwaarts, houdt het middagmaal”. Alsof we de Gastheer horen nodigen met geopende armen: ”Kom Mijn liefste, Mijn schone, Ik heb grotelijks begeerd dit middagmaal met u te houden”. Als het geloof beoefend wordt is er geen makkelijker werk dan te komen tot een nodigende Jezus. Dan zingt men al komende: ”Door U door U alleen om het eeuwig welbehagen”.
Als bevestiging van Zijn liefde en trouw kwam Jezus en nam het brood, en gaf het hun, en den vis desgelijks. Toen mochten ze de door Hem geschonken vissen van geloof hoop en liefde met Hem nuttigen.
Geliefde lezer, vist u nog steeds in de zee van de (digitale) wereld? Het zal u nooit vervullen.
Alleen ”wie Jezus heeft, die heeft genoeg!”

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 2013

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 2013

De Wachter Sions | 8 Pagina's