Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Guido de Brès – De Nederlandse Geloofsbelijdenis - 36 (artikel 33)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Guido de Brès – De Nederlandse Geloofsbelijdenis - 36 (artikel 33)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de sacramenten
Nadat Guido de Brès enkele artikelen heeft gewijd aan de Kerk, gaat hij in op de sacramenten. De reine bediening van de sacramenten is één van de kenmerken van de ware Kerk. We weten allen wel dat sacramenten heilige tekenen en zegelen zijn, die door God Zelf zijn ingesteld, om het geloof te versterken en in stand te houden. Guido de Brès begint zijn artikel met de toelichting dat God Zijn beloften wil verzegelen omdat Hij acht slaat op onze ’grovigheid en zwakheid’. Daarmee bedoelt Guido de Brès dat God rekening wil houden met onze onwetendheid en ongevoeligheid in geestelijke zaken. Het woord sacrament duidt op een verborgenheid, een geheimenis van heilige aard. De verborgenheid (=het sacrament) der Godzaligheid is groot (1 Tim. 3:16). De belijdenis sluit daarmee aan bij de praktijk van het geestelijk leven.
Er wordt niet uitgegaan van een gearriveerd christendom dat altijd op grote hoogte staat.
Het ware geloof wordt bestreden. Het ongeloof komt er tegenin en trekt Gods Woord in twijfel. Om die reden wordt het Woord ondersteund door zichtbare tekenen.

Tekenen en zegelen
In de Bijbel worden hier regelmatig voorbeelden van gegeven. Denk aan de regenboog voor Noach (Gen. 9:12), het wollen vlies voor Gideon (Richt. 6:37) en het teruggaan van de zon voor Hizkia (2 Kon. 20:9).
Op deze wijze wordt het Woord zichtbaar en tastbaar gemaakt.
Sacramenten zijn volgens Guido de Brès niet alleen zichtbare waartekenen, maar het zijn ook zegelen van een inwendige en onzienlijke zaak. God verzegelt Zijn beloften. Een zegel wordt aan een document gehecht om de betrouwbaarheid en de echtheid ervan te verzekeren. Het zegel voegt echter niets toe aan de inhoud van de brief. Zo voegen sacramenten ook niets toe aan de inhoud van Gods beloften. Ze zijn ’slechts’ een bewijs van echtheid en betrouwbaarheid. Het is groot dat God Zijn zegels wil hechten aan Zijn Woord.
Zijn Woord is de waarheid! (Joh. 17:17).

Een pand
Guido de Brès noemt de sacramenten ook een pand van de goedwilligheid en de genade van God. Een pand is een waarborg voor de vervulling van een belofte. Thamar vraagt aan Juda om een pand, als teken dat ze niet bedrogen zal worden en het toegezegde loon ook werkelijk zal ontvangen (Gen. 38:17).
Op haar vraag krijgt ze zijn zegelring, zijn snoer en zijn staf. Een pand is dus een zichtbare en tastbare zaak. In het pand wordt de belofte zichtbaar en tastbaar.
In de sacramenten wordt Gods ontfermende liefde tastbaar. Ze zijn als een tastbaar bewijs van Wie Hij in Christus wil zijn voor een in zichzelf verloren zondaar. Ze stellen de bijzondere beloften die God gegeven heeft voor ogen. De sacramenten schenken dus zelf geen genade, maar ze wijzen naar de genade van God heen. De sacramenten hebben geen geheime kracht waardoor zij op zichzelf in staat zouden zijn het geloof te bevorderen of te versterken. ’Alleen door de kracht van de Heilige Geest worden de harten doordrongen en de genegenheden in beweging gezet’ (Institutie 4.14.9).

De Geest als innerlijk Leermeester
Calvijn maakt tussen de Geest en de sacramenten deze onderscheiding dat de werkzame kracht bij de Geest berust en er voor de sacramenten alleen een dienende taak overblijft. ’Deze dienende taak heeft zonder de werking van de Geest geen inhoud en betekenis, maar wanneer de Geest in de sacramenten werkt en Zijn kracht erin uitoefent, wordt deze functie van de sacramenten geladen met een grote werkingskracht’ (Institutie 4.14.9). ’Dit is nu precies wat de Geest in ons doet: om te voorkomen dat het Woord tevergeefs in onze oren klinkt en dat de sacramenten ons tevergeefs voor ogen zouden komen, laat Hij ons zien dat het God is Die daarin tot ons spreekt, verzacht Hij de onbuigzaamheid van ons hart en brengt Hij ons tot de gehoorzaamheid die aan het Woord van de Heere verschuldigd is.
Kortom, Hij brengt de uiterlijke woorden en sacramenten van de oren over naar de ziel’ (Institutie 4.14.10). Zowel het Woord als de sacramenten versterken dus het geloof. Maar er is wel een onderscheid.

Onderscheid Woord en sacramenten
Ds. Arnoldus Rotterdam wijst kernachtig op het verschil tussen het Woord en de sacramenten: ”Het Woord is voor de oren, de Sacramenten voor de ogen. Het Woord is voor een ieder, de Sacramenten alleen voor de gelovigen. Het Woord begint bij het geloof, de Sacramenten versterken het geloof.
Het Woord geeft de beloften, de Sacramenten verzegelen de beloften. Het Woord kan nut doen zonder de Sacramenten, maar de Sacramenten kunnen niet nuttig zijn zonder het Woord. Het Woord is altijd hetzelfde geweest, maar de Sacramenten zijn veranderd, naar de huishouding der Testamenten” (Sions roem en sterkte, blz. 478).

Twee sacramenten
De sacramenten van het Oude Testament, de besnijdenis en het pascha, zagen op Christus Die komen en sterven zou. Deze sacramenten waren alleen voor de Israëlieten bestemd (Gen.17:7). De sacramenten van het Nieuwe Testament, de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal, zien op Christus, Die gekomen en gestorven is. Deze sacramenten zijn er voor alle volkeren (Matth. 28:19). De sacramenten van het Oude en Nieuwe Testament zijn alle door God ingesteld en ze zien alle op Christus en Zijn volmaakte offerande. Guido de Brès is tevreden met dit aantal sacramenten. Hij doelt dan op het feit dat de Roomsen niet van twee, maar van zeven sacramenten spreken. Hieronder staan we kort stil bij de vijf door Rome ingestelde sacramenten.

Het vormsel
Het vormsel is een rooms sacrament waarbij een bisschop of priester met geheiligde zalf een kruisteken aan het voorhoofd maakt, waardoor een gedoopte de kracht van de Heilige Geest zou ontvangen om zijn geloof standvastig te kunnen belijden. Het vormsel moet de doopgenade vervolmaken. In de roomse kerk dient het sacrament van het vormsel toegediend te worden rond het bereiken van de jaren van het verstand (rond 7 jaar), tenzij de bisschoppenconferentie een andere leeftijd vastgesteld heeft, er stervensgevaar dreigt of een andere ernstige reden het wenselijk maakt.

De biecht
Voluit heet dit sacrament eigenlijk boete en verzoening. Het houdt in dat de zonden beleden worden in een persoonlijk gesprek met een priester, met de bedoeling om vergeving te krijgen. De biecht werd oorspronkelijk afgenomen in een speciale biechtstoel, maar die gewoonte is in onbruik geraakt.

Laatste oliesel
Het laatste oliesel wordt door de priester toegediend aan zieken die in doodsgevaar verkeren; zij worden op het voorhoofd en op de handen gezalfd met speciaal hiervoor gezegende pure olijfolie. Tegenwoordig dient men het oliesel ook aan hen toe die niet ernstig ziek zijn, vooral in het geval het ouderen betreft. Bovendien vindt steeds vaker geen biecht voor het oliesel meer plaats, terwijl deze biecht - indien de zieke nog kan spreken - verplicht zou zijn om aan de genaden van zondenvergeving en versterking deel te nemen.

De ordening
De roomsen kennen zeven soorten ordeningen: de koster, de voorlezer, de duivelbezweerder, de waskaarsdrager, de onderdiaken, de diaken en de priester. De ambtsdragers krijgen door een heilig teken geestelijke macht.

Het huwelijk
Ten slotte rekenen de roomsen het huwelijk ook tot de sacramenten. Het huwelijk is echter wel een Goddelijke instelling, maar het is geen sacrament.

Overschatting van de sacramenten
We zullen op de roomse sacramenten verder niet ingaan, maar ons beperken tot de door God ingestelde sacramenten, waar Guido de Brès twee artikelen aan wijdt.
Rome houdt menselijke uitvindingen voor Goddelijke instellingen. De achtergrond van deze dwaling is het feit dat Rome leert dat de genade door middel van de sacramenten wordt uitgestort. Daarom heeft Rome behalve de Doop en het Avondmaal ook andere sacramenten ingesteld, om op deze wijze het hele leven door sacramenten te omringen. Hiermee wordt aan de sacramenten meer waarde gegeven dan bedoeld is. De Heere Jezus heeft Zelf het geloof boven de doop gesteld: Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden (Mark. 16:16).
Anderzijds kunnen de sacramenten ook onderschat worden, waar we bij de behandeling van de volgende artikelen nog op hopen te wijzen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 2013

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Guido de Brès – De Nederlandse Geloofsbelijdenis - 36 (artikel 33)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 2013

De Wachter Sions | 8 Pagina's