Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geestelijke zegeningen in de hemel in Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geestelijke zegeningen in de hemel in Christus

John Warburton sr. in een predicatie over Éfeze 1: 1-4

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den wil Gods, de heiligen die te Éfeze zijn, en gelovigen in Christus Jezus: Genade zij u en vrede van God onzen Vader en den Heere Jezus Christus. Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in den hemel in Christus. Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde.

(…) Paulus was tot in de derde hemel opgetrokken. Hij had onuitsprekelijke dingen gezien en gehoord. Maar Hij had hem een engel des satans gegeven om hem met vuisten te slaan, opdat hij zich niet bovenmate zou verheffen.
Hoe vurig smeekt dan de arme Paulus aan God, of deze van hem mocht wijken. Maar de Heere zegt: Mijn genade is u genoeg. Waar de zonde meerder geworden is, daar is de genade veel meer overvloedig geweest. En wanneer de arme ziel in moedeloosheid verzinkt en gereed is alles maar op te geven vanwege de moeilijkheden en beproevingen, dan komt God en geeft een gezegende opleving, door nieuwe blijken van Zijn gunst en liefde aan het hart te geven. Ja, geloofd zij Zijn Naam, genade zal over de zonden heersen en triomferen.
Nogmaals. Hij zegt niet alleen: ’Genade zij u’, maar ’vrede van God onzen Vader en den Heere Jezus Christus’. Mijn vrienden, wat voor blijdschap of vertroostingen zouden er toch zonder vrede kunnen zijn? Zonder Jezus is er niets in de wereld dan ellende en geruzie. Er wordt dan overal aanmerking op gemaakt, niets is er op zijn plaats en alles is verkeerd.

Vrede, mijn vrienden, brengt kalmte mee, onderworpenheid en gezegende tevredenheid. Het stelt de ziel in staat alles in Gods handen over te laten. Maar wat heeft het arme kind Gods een ellende te verduren als hij overgegeven wordt om tegen God te strijden. Wanneer hij aanmerkingen maakt op Gods voorzienigheid, woedt tegen Zijn bedeling, en denkt dat God hem hard behandelt en dat God tegen hem is. Wanneer zijn hart in gemelijkheid opstaat, is er geen verzoening met Gods wil in de voorzienigheid.

Maar wanneer vrede in het harte komt, bevindt de arme ziel het zoals de apostel het beschrijft: En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus. Ja, mijn vrienden, wanneer de vrede Gods in onze harten is; als we er een zoet en gezegend besef van in onze zielen om mogen dragen, hoe rustig en kalm kunnen we dan de beproevingen en smarten die ons omringen, opnemen! Hoe bedaard en gelaten kunnen we degenen aanschouwen die ons onrecht aan willen doen! Welk een rustigheid te midden van kruisen en beproevingen, hetgeen op andere tijden vlees en bloed niet konden uithouden. Ja, hoe zoet is het als God vrede geeft. Als Hij stilt, wie zal dan beroeren? Als Hij het aangezicht verbergt, wie zal Hem dan aanschouwen? (Job 34:29).

O, hoe gezegend is het als de genade des vredes in onze harten beoefend wordt. Zij die het onder ons bij tijden en stonden genoten hebben, weten welk een zoete vrede en stilte het in ’t gemoed brengt. Alsook de bedaardheid die het voortbrengt tegenover onze medemens. Het schept zo’n gezegende berusting in de ziel, dat God onze vijanden naar hun werken zal belonen.
Als de vrede Gods in de ziel genoten wordt, is er geen geruzie, geen kwaadspreken, geen rondgaan met praatjes en geen partijstrijd.
Wat mijzelf betreft, heb ik nimmer meer plechtige vrede en stilte gevoeld, dan toen het kostelijk vrede-sprekende bloed van Christus aan mijn hart is toegepast geworden. O, wat heb ik toen een zoete verzoening waargenomen. Toen ikzelf geen wil meer had, maar berustte in Gods wil en wegen alleen.

Dan gaat de apostel verder en zegent en aanbidt God voor die grote onsterfelijke zegeningen die Hij voor eeuwig besloten heeft.
Die niets ooit teniet kan maken. Ja, de dierbaarheid der zegen en genade is, dat alle gemelijkheid, alle ongeloof en alle afdwalingen van ons hart het nooit omverwerpen of veranderen. Dit zijn zegeningen die waardig zijn besproken te worden, waardig om naar te luisteren en waardig bezongen te worden.
Ja, het zijn zegeningen die Gods heiligen eeuwig zullen genieten en Jezus daar als Heere over allen kronen.

Paulus zegt: Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus. Hij is gezegend en zal voor eeuwig en altoos gezegend wezen.
En Gods heiligen zullen Hem eeuwig zegenen en prijzen. Ja, hoe goed en zoet is het wanneer onze harten zich verheffen in dankbaarheid om Hem te zegenen en te prijzen.
Hoe veel beter dan weleer kunnen we dan zeggen: Hij heeft mijn tanden met zandsteentjes verbrijzeld. Hij heeft mij in de as nedergedrukt. Hij heeft mij toegemuurd, dat ik er niet uitgaan kan; Hij heeft mijn koperen boeien verzwaard. Hij heeft mijn wegen toegemuurd met uitgehouwen stenen, Hij heeft mijn paden verkeerd (Klaagl. 3). Of: Ik ontmoette hen als een beer, die van jongen beroofd is. Ik verslond ze aldaar als een oude leeuw (Hos. 13:8).

Dit is ellendig werk, mijn vrienden, wanneer we aldus aan de duivel overgelaten worden, de werkingen van ’t ongeloof, alsmede aan de opstand van onze harten tegen de wegen en werken Gods. Ik zal u vertellen, elk heilige heeft een natuur in zich die zich net zo tegen God verzet als de duivel. Hetwelk is aards, natuurlijk, duivels. Maar God staat dit om wijze redenen toe om ons te verootmoedigen, te beproeven en om ons in het stof, aan Zijn gezegende voeten te brengen.

Maar de apostel zegt: Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft. Niet naar hetgeen we hebben gedaan - onze vroomheid, of waakzaamheid, onze ijver, enzovoort. O nee, wat zou dat een verderfelijke zaak zijn. ’Ja’, zegt het arme kind van God, ’als dat zo was, zou het in plaats van een zegen, mij terecht tot een vloek zijn’. Maar, als we het lezen zoals God het in Paulus’ hart schreef, en zien Zijn eeuwig voornemen, dan is het vol vertroosting voor onze ziel.

Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft. Let eens op, het is allemaal, ons, ons; - ons, die God geroepen heeft - ons, wie Hij ten eeuwigen leven verkoren heeft - ons, die verlost zijn door het dierbaar bloed van Christus - ons, die Hij uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht - ons, die bewaard worden door de kracht Gods, door het geloof, tot de zaligheid. Het is weer ons. Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegeningen in den hemel in Christus Jezus. Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld (…)

Wanneer de liefde, bloed, genade, barmhartigheid en heerlijkheid van Immanuël in het hart is, kroont dat het geheel. Ja, mijn vrienden, ik heb het in m’n ziel waargenomen; want ik heb vandaag een zoete tijd met mijn Heere gehad. Ik ontwaakte vanmorgen om vijf uur en ik zei tegen de Heere: ’Kom, en bezoek mij vandaag’. En loof Zijn dierbare Naam, ik kreeg zo’n gemeenzaamheid, zodat ik met Hem praatte zoals ik dat met u zou doen, mijn vrienden. O, welk een hemelse plaats is het om een ogenblik Zijn tegenwoordigheid te genieten, mijn vrienden. En dat Zijn hemelse zalving ons bedauwt.

Wanneer de ziel hiermede vervuld is, is er zo’n hartsverwarming, zo’n gemeenschap, zulke gezegende liefdeblijken des Heeren. We kunnen ons dan zo liefelijk met Hem onderhouden. We gevoelen dat dit inderdaad een hemelse plaats is. We kunnen zien dat alles, betreffende ons, goed is en niets verkeerd. Ja, dat ’Hij alle dingen wel gemaakt heeft’.

Hoe vriendelijk was Hij tegen de twee discipelen die naar Emmaüs gingen. Dat Jezus Zelf bij hen kwam en met hen sprak op de weg. Hoe werden hun harten verwarmd en getroost door Zijn tegenwoordigheid. En toen Hij Zich hield alsof Hij verder zou gaan en zij Hem dwongen bij hen te blijven, daar de dag gedaald was, hoe vriendelijk en teder sprak Hij toen tot hen. Hij nam het brood en zegende het aleer Hij weg kwam uit hun gezicht. ’Ja’, zeiden de arme zielen, ’was ons hart niet brandende in ons, als Hij tot ons sprak op den weg en als Hij ons de Schriften opende?’ (Luk. 24:32). O, welk een zegen is het om Zijn goedertierenheid aan onze zielen waar te nemen. Om te zien dat wij vergeving en vrede hebben door Zijn lijden en dood. Alsook te gevoelen dat wij daar deel aan hebben.

Welk een hemelse plaats is het, wanneer we kunnen zingen: In welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade (Éfeze 1:7). O, mijn vrienden, dit is een stap naar de hemel. We zijn reizende pelgrims over de weg. We gaan naar die blijde gewesten der hemelse heerlijkheid, waar we Jezus gelijk zullen wezen: Want wij zullen Hem zien gelijk Hij is (1 Joh. 3:2). Welk een verbazende taal! Er zijn geen woorden te vinden om het uit te drukken. Ja, mijn waarde vrienden, we gaan naar een goed Huis. En een lange gezegende eeuwigheid om te verblijven, waar het welbehagen immer nieuw blijft. En waar onze blijde zielen lof zullen zingen: Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed. En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen (Openb. 1:5b, 6). Welk een weldaad om ons in deze hemelse plaatsen, in dit tranendal te mogen verheugen.

En dan geeft de apostel de reden op, waarom Gods heiligen gezegend worden in de hemel in Christus: Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde. Ja, mijn vrienden, door mijn verdorven natuur ligt er dikwijls berisping in mijn consciëntie. Mijn afkeringen des harten, mijn wederspannigheid en vleselijkheid brengen niets anders dan dood aan m’n ziel voort. Maar de apostel zegt: Opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde. Ja, geloofd zij Zijn Naam, het is allemaal ’in de liefde’. Welk een dierbare bedekking is liefde. God ziet geen gebrek in Zijn volk; Hij aanschouwt ze in Christus volmaakt - verzwolgen in de liefde. Gewassen in Zijn dierbaar bloed en bekleed met Zijn gerechtigheid, onberispelijk voor Hem in de liefde.
Zonder vlek, rimpel of smet.

En wat brengen deze zaken in de ziel voort, mijn vrienden? Brengen ze hoogmoed voort, eigenzinnigheid en eigendunk? Niets van dat alles. Brengen ze onenigheid en getwist voort? O nee; het brengt ootmoed voort alsook een tedere consciëntie. Deze geven de arme ziel oorzaak om tot de Heere te roepen en te pleiten om hem ootmoedig te houden. Om hem genade te verlenen, te versterken en te ondersteunen in elke omstandigheid waar hij voor geplaatst mocht worden. Dat hij de Heere moge verheerlijken in lichaam, ziel en geest, welke voor eeuwig Zijne zijn. Moge God Zijn zegen verlenen aan deze enkele aanwijzingen, dan zal Zijn Naam de eer krijgen. Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2013

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Geestelijke zegeningen in de hemel in Christus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2013

De Wachter Sions | 8 Pagina's