Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Des christens groot interest (38)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Des christens groot interest (38)

William Guthrie (1620-1665)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook is het niet de zonde tegen de Heilige Geest als het hart in opstand komt bij de voorspoed van anderen in het werk en de wegen van God, daar ik wenste dat het mijzelf zo verging. Zelfs niet de opstand van het hart tegen Gods voorzienigheid, die zich dikwijls uitricht tegen de schepselen in onze naaste omgeving. Ja, deze opstand van het hart, gekoesterd en gehandhaafd, is ook deze zonde niet, hoewel dit afschuwelijke dingen zijn die toch tot deze onvergeeflijke zonde kunnen leiden. Want deze dingen komen in de gelovigen voort uit eigenliefde, die het niet kan verdragen door een ander overschaduwd te worden. Ook komt dit voort uit een of ander kruis in hun dwaling gedurende een vlaag van verzoeking. Dit alles was overwegend bij Jona het geval (Jona 4).

Deze zonde tegen de Heilige Geest is geen verachtering in datgene wat eens in de mens gevonden werd, en het vallen in grove zonden tegen het inzicht in en na het ontvangen van de waarheid. Want dan waren velen van de gelovigen in de Schrift verloren gegaan. Maar verder is afval van veel opzichten van de waarheid deze zonde ook niet. Want daarvan was sprake bij Salomo en bij de gemeenten van Korinthe en Galatië. Ja, het verloochenen, zelfs het afzweren van de meest fundamentele waarheden ten tijde van een grote verzoeking, is deze zonde niet. Want dan was Petrus verloren gegaan.

Ook is het wederstaan, uitblussen, bedroeven en smarten aandoen aan de Geest Gods door vele zondige wegen, deze onvergeeflijke zonde niet. Want die in de Schrift geroepen zijn tot bekering worden hiervan beschuldigd en toch niet uitgesloten omdat zij schuldig zouden zijn aan deze zonde. Ook het herhaaldelijk zondigen tegen het licht der waarheid is niet de zonde tegen de Heilige Geest, hoewel het ertoe leiden kan. Want zo was de zonde van Petrus in het verloochenen van Christus en ook de zonde van Josafat door zich te verenigen met Achab en Joram.

Plannen en pogingen tot zelfmoord, en zelfs voornemens om godvrezende mensen te vermoorden wanneer iemand in een jammerlijke vlaag van verzoeking is, is niet de zonde tegen de Heilige Geest. Zelfs daadwerkelijke zelfmoord niet, hoewel deze zonde mogelijk in dit opzicht dikwijls verbonden is met deze onvergeeflijke zonde. Daarom zou dit iedere ziel, ziende op de vreselijke verzoeking van zelfmoord, toch met ontzetting en afschuw behoren te vervullen. De stokbewaarder was van plan zichzelf te doden, en dat om een ergere reden dan bij veel arme mensen, die tot deze daad kwamen in het gezicht en vanwege het besef van Gods toorn en van hun eigen zonde en verdorvenheid.
Toch verkreeg de stokbewaarder vergeving (Hand. 16:27, 34).
En Paulus was vóór zijn krachtdadige roeping medeplichtig aan de moord op vele heiligen en was van plan er nog meer te doden, zoals hij zelf erkende: Ik meende waarlijk bij mijzelven, dat ik tegen den Naam van Jezus van Nazareth vele wederpartijdige dingen moest doen. Hetwelk ik ook gedaan heb te Jeruzalem, en ik heb velen van de heiligen in de gevangenissen gesloten, de macht van de overpriesters ontvangen hebbende; en als zij omgebracht werden, stemde ik het toe. En door al de synagogen heb ik hen dikmaals gestraft, en gedwongen te lasteren; en bovenmate tegen hen woedende, heb ik hen vervolgd, ook tot in de buitenlandse steden (Hand. 26:9-11).

Hoewel al deze zonden vreselijk zijn, elk ervan eeuwigdurende toorn verdient en eindeloze wraak aanbrengt als men er zich niet van bekeert, in het bijzonder de zonde van zelfmoord die de hoop op uitredding afsnijdt voor iets wat normaal gesproken verwacht kan worden - toch is geen van deze zonden de onvergeeflijke zonde tegen de Heilige Geest.
Zo is er dan bij elk van deze zonden hoop voor hem die een oor heeft om de vreugdevolle klank van het verbond te horen. Allerlei zonde en lastering van dien aard kan vergeven worden, zoals in de Schrift wel duidelijk wordt waar deze dingen genoemd worden.

Wat de zonde tegen de Heilige Geest wel is
Laten wij in de tweede plaats bezien wat de zonde tegen de Heilige Geest is. Het is niet een enkele daad van overtreding, maar een combinatie van vele kwalijke dingen die gewoonlijk ziel en lichaam in schuld verwikkelt. Wij omschrijven deze zonde aldus. Het is een verwerpen en tegenstaan van de voornaamste evangelische waarheden en de weg der zaligheid, die door de Geest van God aan een mens in het bijzonder in waarheid en goedheid bekendgemaakt is. Dit gebeurt openlijk, vrijwillig, moedwillig, boosaardig en met verachting - wat een wanhopige vrees veroorzaakt.
Er zijn drie plaatsen in de Schrift die het duidelijkst over deze zonde spreken. Op grond daarvan zullen wij elk deel van de tekstverzen bewijzen voorzover het voor ons huidige doel nuttig kan zijn. Hieruit zal blijken dat niemand die Christus liefheeft behoeft te struikelen vanwege datgene waar in de Schrift wordt gesproken over deze zonde.

De drie Schriftplaatsen zijn deze. Daarom zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal den mensen vergeven worden; maar de lastering tegen den Geest zal den mensen niet vergeven worden. En zo wie enig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar zo wie tegen den Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende (Matth. 12:31, 32).
Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht geweest zijn en de hemelse gave gesmaakt hebben, en des Heiligen Geestes deelachtig geworden zijn, en gesmaakt hebben het goede woord Gods en de krachten der toekomende eeuw, en afvallig worden, die, zeg ik, wederom te vernieuwen tot bekering, als welke zichzelf de Zoon van God wederom kruisigen en openlijk te schande maken (Hebr. 6:4-6).
Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden, maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden. Als iemand de wet van Mozes heeft tenietgedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen. Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zoon van God vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid heeft aangedaan? (Hebr. 10:26-29).

Laten wij eerst het onderwerp nader beschouwen, waarop deze zonde of dit zondig handelen van de mens die daaraan schuldig is, betrekking heeft. Het is namelijk de voornaamste evangeliewaarheid en de weg der zaligheid. Beide zijn te herleiden tot éénzelfde zaak. Het is de weg die God heeft uitgedacht tot redding van zondaren door Jezus Christus, de beloofde Messias en Zaligmaker, door Wiens dood en gerechtigheid mensen behouden moeten worden. God heeft Hem dit in de instellingen voorgesteld en bevestigde ditzelfde in de Schrift door vele krachtige werken die daartoe strekken.

De farizeeërs bestreden dat Christus de Messias was. En al de scharen ontzetten zich en zeiden: Is niet Deze de Zoon van David? Maar de farizeeën, dit gehoord hebbende, zeiden: Deze werpt de duivelen niet uit, dan door Beëlzebul, de overste der duivelen (Matth. 12:23, 24). Het kwaad is ook begaan tegen de Zoon van God.
Het is onmogelijk hen wederom te vernieuwen tot bekering, als welke zichzelf de Zoon van God wederom kruisigen en openlijk te schande maken (Hebr. 6:6). Het kwaad is ook begaan tegen het bloed van het verbond en tegen de Geest, Die genadig aanbiedt om deze dingen toe te passen. Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zoon van God vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en de Geest der genade smaadheid heeft aangedaan (Hebr. 10:29).

(wordt vervolgd)

© 2012 Den Hertog B.V., Houten. Des christens groot interest.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 2014

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Des christens groot interest (38)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 2014

De Wachter Sions | 8 Pagina's