Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afwachten?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afwachten?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Iemand zei het weer tegen mij. Een jongen.
Met boosheid in zijn stem: ”Bij jullie? Daar is het altijd maar afwachten, stil zitten, niets doen. God moet het doen.”

Ik word altijd verdrietig van dit soort woorden. Waarom? Omdat het niet waar is en de Bijbel ons anders leert.

Maar hoe moet ik Luuk (verzonnen naam) antwoorden? In stilte smeek ik de Heere om hulp. Om gepaste woorden. Om de goede toon.
Ik vraag: ”Maar Luuk, wat wil jij dan? Wil je de zaligheid gaan verdienen zoals de roomsen?”
Nee, dat wil Luuk ook niet. En ik weet het. In zijn binnenste is een worsteling gaande. Een zoektocht. Grote vraagtekens zet hij overal bij. Het is al heel fijn dát hij ermee bezig is.
Dat hij erover praat. En dat gaat bij jongeren niet altijd even voorzichtig. Het kan hard overkomen. Maar zo is het niet bedoeld.
Daarom ben ik ook helemaal niet boos op hem. Ik probeer uit te leggen hoe het dan wél is volgens Gods Woord. Hieronder schrijf ik het wat breder neer. Misschien heb jij er ook wat aan.

Bedelaar
Ik moet denken aan een bedelaar. Wat is een bedelaar? Een arme man of vrouw. Een jongen of meisje zonder geld. Niet in staat om zelf een weekloon te verdienen. Hij of zij moet het helemaal hebben van de gunst van een ánder. Anders gaat het niet goed.
Maar wat dóet een bedelaar?
Misschien dat we aan de blinde Bartiméüs mogen denken. Lees het in Markus 10.
Was die man in zijn huis blijven zitten? Afwachten? Stil zitten? Niets doen?
Nee, absoluut niet!
Hij was zijn huis uitgegaan. Hij was aan de weg gaan zitten, waar veel mensen langs kwamen. Daar kwam ook de Heere Jezus langs.
Waarom gaan wij naar de kerk? Om ons aan de weg te zetten waar de Heere langs komt en waar Hij wil werken door Zijn Woord. En dat geldt voor álle genademiddelen. Bijbellezen, catechisatie, enz.
Nee, Bartiméüs liet zijn plekje aan de weg niet leeg. Elke keer zat hij er weer, daar in Jericho. Zouden wij onze plaats in de kerk of op catechisatie dan wél leeg mogen laten?
Maar Bartiméüs deed méér!
Toen hij hoorde dat de Heere Jezus er aan kwam, begon hij te roepen: Gij Zone Davids, ontferm U mijner. En velen bestraften hem, opdat hij zwijgen zou; maar hij riep zoveel te meer: Gij Zone Davids, ontferm U mijner.
Zouden wij dan niet mogen en moeten bidden en roepen tot de Heere? Of Hij bij óns stil wil staan. Of Hij ons wil geven wat wij zo onmisbaar nodig hebben?
In de Bijbel wordt daar juist zo vaak toe opgewekt. We hebben te bidden, te kloppen, te roepen tot de Heere. Altijd te smeken om redding, om verlossing, om genezing van ons zondig hart.

Maar weet je wat nu zo erg is, Luuk? Wij voelen onze nood en ellendigheid niet. Dat is nu die geestelijke doodstaat. We mogen ons daar echter niet achter verschuilen.
We zijn niet alleen onmachtig om ons tot God te bekeren, maar ook onwillig. En die onwil gaat de onmacht vooraf.
Neemt dat onze verantwoordelijkheid weg?
Nee, juist niet! Te meer omdat wij onder de verkondiging van het rijke Evangelie leven.
Daarin wordt Christus ons voorgesteld als de Zaligmaker van zondaren. Wat erg als we dit Evangelie blijven verachten.

Genade
Nog even terug naar Bartiméüs. Was de Heere Jezus verplicht om bij de roepende Bartiméüs stil te staan en zijn ogen te openen?
Nee. Helemaal niet.
Misschien loop jij zelf ook altijd een bedelaar voorbij. Weet je wel, zo’n man met een gitaar in de winkelstraat. Een omgekeerde hoed voor zich op de grond. Of zo’n vrouw met een straatkrant die vriendelijk gedag zegt. Lastig maar hoor…
Maar stel, dat je een bedelaar ziet die jou al een keer heeft uitgescholden. Of die jouw portemonnee heeft willen afpakken. Zou je die wat geven, al roept hij nog zo hard?

Maar oneindig erger is het met ons. Wij hebben tegen God gezondigd. Met onze gedachten, woorden en werken doen wij elke dag kwaad tegen Hem. Uit ons boze, van Hem afgevallen hart komt dat voort.

En dan tóch naar Gods huis te mogen gaan?
De Heere dan tóch te smeken om ontferming?
Zou Hij verplicht zijn ons iéts te geven?

Nee, we hebben verdiend dat Hij nooit meer naar ons omziet.
Als dáár de Heere onze ogen voor opent…
Als Hij door Zijn Geest laat zien hoe het wérkelijk met ons is…
Dan worden we een echt arme, blinde en schúldige bedelaar.
Dan wordt het nood.
En gaan we ánders roepen: Gij Zone Davids, ontferm U mijner.

O, en als dan TOCH de grote Medicijnmeester bij ons stilstaat?
En onze blinde en melaatse ziel genezend wil aanraken?
Dan zien we dat het beslist geen verdienste is, maar enkel genade!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 2014

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Afwachten?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 2014

De Wachter Sions | 8 Pagina's