Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

10. De grootste droefheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

10. De grootste droefheid

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Erg is het als mensen het voorbeeld van de bekeerde moordenaar aanhalen als voorwendsel om rustig verder te kunnen leven.
Alsof zij in hun gezonde dagen geen ernst zouden moeten maken met de Heere en Zijn dienst.
’We hebben nog tijd genoeg en kunnen vlak voor het sterven bekeerd worden. Kijk maar naar de moordenaar,’ beweren ze onverschillig. Ze menen dat de bekering van de moordenaar een vrijbrief is om onbekommerd verder te leven. Maar zo is het niet.
We weten (en wisten we het maar!) dat we sterfelijke en vergankelijke mensen zijn die elk ogenblik kunnen sterven. We horen en zien het vaak hoe gezonde mensen onverwachts door de dood overvallen worden. De mens, van een vrouw geboren, is kort van dagen en zat van onrust. Hij komt voort als een bloem en hij wordt afgesneden; ook vlucht hij als een schaduw en bestaat niet (Job 14:1 en 2). Vandaar dat de Heere ons toeroept om Hem héden te dienen.
Bekering kan en mag geen uitstel lijden. Kijk ook eens naar die andere moordenaar die in zijn zonden stierf en geen genade ontving.
Ds. Smytegelt heeft enkele preken nagelaten over de bekeerde moordenaar. In één van die preken laat hij het grote verschil zien tussen hen die de Heere vrezen en die Hem niet vrezen. Om ons te waarschuwen zegt hij: ’De moordenaar vluchtte tot Jezus. Hij erkende Hem als zijn Heere. Maar hoe zijn de meeste mensen op het doodbed? Het is: ’Och, laat mij slapen, ik heb zo’n pijn’. ’Haal een dokter en ik wil van de dood niet horen’. Zondaar: wij waarschuwen u: Waag het er niet op.
Zoudt u in uw leven de duivel dienen? Als u zo voortgaat, zult u zorgeloos en genadeloos sterven en mét (op hetzelfde ogenblik) dat uw ogen gesloten zijn, zal het wezen: Heden zult gij met de duivel in de hel zijn.
Al uw genoegens en ijdel gezelschap zult u moeten verlaten. Het zal wat te zeggen zijn, zó gewaarschuwd te zijn, en dan nóg verloren te gaan. Wat is dan het geluk van Gods kinderen groot. Zij zullen sprakeloos van verwondering staan als zij in Jezus’ Koninkrijk zullen komen. Zij zullen zich nauwelijks herkennen als zij daar zullen staan, bekleed met lange witte klederen.’
Verder moeten we goed beseffen dat er maar één zo’n voorbeeld in de Bijbel staat. Het komt maar zelden voor dat mensen op het sterfbed bekeerd worden. Gods normale weg is meestal om door Zijn Geest in jonge mensen te werken. Zij mogen door genade ’gedenken aan hun Schepper in de dagen hunner jongelingschap’. Laten we de Heere smeken of we in onze goede en gezonde dagen Hem mogen leren vrezen.
De praktijk van ons dagelijkse leven laat zien dat we helaas geen ernst maken met de dingen van de zaligheid. We zijn geestelijk blind voor onze ellende-staat en daarom moet ons dagelijks gebed wel zijn: Heere, dat ik ziende mag worden. Maar dan behoort dat vergezeld te gaan met een ernstig gebruik van de genademiddelen: gebed, prediking, Bijbelonderzoek, het zingen van psalmen en geestelijke liederen, enz. Ds. Boston haalt in één van zijn geschriften aan hoe Augustinus een stem hoorde die zei: ’Neem en lees’. Hij opende de Bijbel en werd bekeerd, terwijl ds. Junius tot Christus werd gebracht door het lezen van Johannes 1.
In het voorbeeld van de moordenaar zien we dat de Heere machtig is om in korte tijd iemand te bekeren. Behalve het geval van de moordenaar kennen we de bekering van Saulus van Tarzen. Een predikant vertelde jaren geleden hoe een caféhouder uit een grote stad ’s morgens nog achter de tapkast stond om zijn klanten te bedienen en voordat het avond was ’deelde hij in de vrijheid van de kinderen Gods’. Zo drukte de predikant het woordelijk uit op de preekstoel. ’Delen in de vrijheid van de kinderen Gods,’ wil zeggen dat hij met bewustheid mocht weten dat zijn zonden vergeven waren. Een grote weldaad waar het echte bekommerde volk van God naar uitziet. Hieruit blijkt hoe almachtig en vrijmachtig de Heere werkt en dat geen zondaar te oud is of te zwaar gezondigd heeft.
In de Heere Jezus is er een weg geopend tot zaligheid voor de grootste van de zondaren.
Wat heeft satan vaak geprobeerd om Gods kinderen te wijzen op hun zonden alsof zondaars zoals zij nooit meer bekeerd konden worden. Maar Hij Die de moordenaar redde, haalde hen uit de strikken van wanhoop zodat ze konden instemmen met de dichter van Psalm 130:4 : ’Hoopt op den HEER’, gij vromen; Is Israël in nood, Er zal verlossing komen; Zijn goedheid is zeer groot.’
Wel moeten we bij de bekering van de moordenaar nog aan iets anders denken. Hij werd op het laatst van zijn leven bekeerd. Maar zijn leven was niet tot Gods eer geweest en dát was erg. Ongetwijfeld moet hem dat tot smart geweest zijn toen hij tot de Heere bekeerd werd.
Een kind van God sprak eens tot zijn kinderen: ’Als jullie Hem zullen ontvangen, dan zal het jullie grootste droefheid zijn, dat je zo lange tijd zonder Hem geleefd hebt. Dan zul je meer van Hem houden om Zijns Zelfswil dan om de verlossing die Hij je geven zal.’ In de bekering van de ene moordenaar komt duidelijk Gods vrijmacht uit. Beide moordenaars waren zondaars en de ene was niet beter of waardiger dan de andere. Maar Gods genade redde de ene, terwijl de andere in zijn zonden stierf. Op de bekeerde moordenaar is van toepassing: Voor een doorn zal een denneboom opgaan; voor een distel zal een mirteboom opgaan (Jes. 55:13). Hieruit blijkt dat het waar is wat ds. Smytegelt zegt: ’Gods genade is een krachtige genade. Daar is geen één hart, al was het nóg zo hard, dat Hij niet vermurwen en verbrijzelen kan. Ook is het een onverwacht werkende genade.’
Voor al Gods kinderen geldt het: Zalig zijn de doden die in den Heere sterven, van nu aan (Openb. 14:13).

(Volgende keer D.V. 11. Jezus’ zorg voor Zijn moeder)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 februari 2015

De Wachter Sions | 8 Pagina's

10. De grootste droefheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 februari 2015

De Wachter Sions | 8 Pagina's