Meditatie

Geliefde lezer,
De woorden van onze overdenking zijn onderdeel van de afscheidsrede van Christus. De discipelen werden erdoor vervuld met grote droefheid. Maar, om hen te troosten belooft Hij: Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid. Namelijk den Geest der waarheid.
De Heilige Geest is dus een Trooster. Hij maakt altijd plaats voor Zijn troost. Zie maar bij David. Nathan, gedreven door de Geest, wees eerst de zonde aan: Gij zijt die man. Dat bracht David (die al vele maanden over de zonde heengeleefd had) in de schuld. Dat deed hem smeken: zijt mij genadig, o God, naar Uw goedertierenheid, delg mijn overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden. De Geest deed hem buigen onder een rechtvaardig God: opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken en rein zijt in Uw richten.
De Geest deed de bedroefde David uitzien naar vreugde en blijdschap in God door Christus: dat de beenderen zich verheugen, die Gij verbrijzeld hebt. En David mocht ervaren dat ”blijdschap komt na veel smarten, alle oprechte harten”. Want hij getuigt: en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde. Deze bijzondere troost deed hem met grote blijdschap eindigen in de Heere. Hij wekte al Gods kinderen op zich in de Heere te verblijden. Verblijdt u in den HEERE en verheugt u, gij rechtvaardigen, en zingt vrolijk, alle gij oprechten van hart.
Zo maakt de Heilige Geest altijd door de droefheid heen plaats voor vertroosting.
Hoe groter de droefheid hoe groter de vertroosting. Enerzijds ontdekt Hij hen in een meerdere of mindere mate aan de onpeilbare diepte van hun verdoemelijke, opstandige, gruwelijke en onverbeterlijke bestaan. Waardoor ze steeds groter walg aan zichzelf krijgen en met Paulus zuchten: ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?
In deze afgrond leren ze tot hun grote droefheid dat er niets in hen is dat Gods eer beoogt. Al is het de begeerte op de bodem van hun hart: want het goede, dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik; als de Geest enigermate inleidingen geeft in de onpeilbare diepte van de val, dan blijft er een schuldige en rechteloze zondaar over die nochtans niet zonder de Heere kan.
Echter, de Geest leidt hen niet in deze diepten om hen daar te laten liggen. Ze leren wat Ambrosius getuigt: ”de bloem van het geloof groeit aan het randje van de hel”. Op Zijn tijd opent de Trooster, de Heilige Geest een andere bodemloze diepte: de volheid die in Christus is voor een ontledigde zondaar. De Heilige Geest neemt uit die volheid precies datgene wat nodig is om een bedroefde ziel uit genade te troosten.
Als de troost in het geloof geoefend wordt zingt men: Ik dank U, HEERE, dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij. Dan roept men iedereen toe: Zie, God is mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen; want de HEERE is mijn Sterkte en Psalm en Hij is mij tot Heil geworden. Dan mag men met de geschonken geloofshand water scheppen uit Christus, de Fontein van heil.
Die volheid wordt ontsloten naar Gods welbehagen door de liefde Gods. Deze liefde is een eeuwige liefde want Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde. Het is een onuitblusbare liefde want vele wateren zouden deze liefde niet kunnen uitblussen. Het is een onophoudelijke liefde is want zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde.
Het is een onuitsprekelijke liefde. Woorden schieten te kort om de hoogte, de diepte, de breedte van de liefde Gods in Christus uit te drukken. Deze liefde is slechts te bewonderen. Het geeft een brandende wederliefde en doet met Petrus getuigen Gij weet alle dingen (mijn zondige, verdorven en opstandige bestaan maar ook…), Gij weet dat ik U liefheb.
Als de Trooster troost vanuit de volheid van Christus dan begeert men het lichaam te stellen tot een levende, heilige en Gode welbehaaglijke offerande. Wat is de Heilige Geest een liefdevolle Trooster! Maar Hij is ook een blijvende Trooster. Zelfs vrienden kunnen je in de steek laten of beschuldigen als je troost nodig hebt.
Denk maar hoe Job, in grote smart, beschuldigd werd door zijn vrienden. Maar de Heilige Geest zal mildelijk geven, nooit verwijten en niet wijken. Ook niet in uiterst moeilijke omstandigheden. Want Hij is gezonden opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid. De Heilige Geest is ook een wijze Trooster.
Hoe dicht mensen ook bij je staan, ze begrijpen je vaak niet ten volle omdat je de diepste raadselen niet kunt uitdrukken. Maar de Heilige Geest woont in Gods kinderen en kent hun diepste overleggingen. Hij begrijpt hen, ook al zijn ze zichzelf een raadsel. ”Hij weet wat van Zijn maaksel zij te wachten; Hoe zwak van moed, hoe klein wij zijn van krachten”.
De Heilige Geest is ook een onwederstandelijke Trooster. Mensen zijn nietige vertroosters. Ze kunnen vaak met hun troost niet doordringen in het hart van, zelfs, geliefden. Maar de Heilige Geest is almachtig en dringt met Zijn liefde door in het meest gesloten hart.
Als deze liefde ervaren wordt dan roemt men zelfs in de verdrukkingen omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven.
De Heilige Geest is ook een onvermoeibare Trooster. Vaak bedroeven Gods kinderen de Heilige Geest. Bijvoorbeeld omdat ze niet opkomen voor de Naam en zaak van Christus, of omdat ze niet strijden tegen de zonde, of omdat ze onverenigd zijn met Gods handelingen, of omdat ze zichzelf niet verloochenen. Dan moet de Trooster tijdelijk Zijn vertroostingen inhouden. Maar omdat Zijn Naam Trooster is zal Hij op Zijn tijd weer voorbereiden op Zijn troost. Dan doet Hij de Noordenwind van ontdekking weer ontwaken waardoor ze vervuld met schaamte gaan smeken: ”Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest!”. Op de Noordenwind zal de zoele Zuidenwind van vertroosting weer komen. Dat doet verlangend smeken: O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten!
Zoekt u uw troost nog steeds in de wereld, in de vormengodsdienst of in evangelische bevlogenheid? Of bent u jaloers geworden op Gods kinderen? Deze Trooster is nog – om niet – te verkrijgen voor allen die niet gezondigd hebben tegen de Heilige Geest. De gemeenschap des Heiligen Geestes zij met u allen. Amen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen