Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakeldienst (148)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakeldienst (148)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe zwak zijn onze woorden om uit te drukken hoe diep wij gevallen zijn, hoe ellendig, arm, blind en naakt wij zijn omdat we Gods beeld kwijt zijn en daardoor onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Maar niet minder geldt het hoe zwak onze woorden zijn om tot uitdrukking te brengen dat de Heere naar Zijn Goddelijk welbehagen Zijn volk van eeuwigheid heeft liefgehad en Zijn Zoon niet heeft gespaard om de zaligheid op rechtsgronden te verdienen en om hen uit genade door Christus' bloed te verlossen met een eeuwige verlossing.

Nogmaals, hoe zwak zijn onze woorden om tot uitdrukking te brengen Wie de volheerlijke Christus is voor ellendige, arme en verloren zondaars. We kunnen deze woorden herhalen en dezelfde uitdrukkingen gebruiken, en tegelijk beseffen dat we nooit recht kunnen uitdrukken Wie Christus is voor schuldigen in zichzelf. Doch door genade weet elke zondaar die zich als de minste van allen en de grootste van alle zondaars kent, bevindelijk iets van Christus, hoe peilloos en grenzeloos dierbaar, beminnelijk en heerlijk Hij is.

Ook al kan ieder van Gods volk de juiste gevoelswaarde dan niet uiten noch de Heere naar waarde hoogachten, toch stemmen zij allen in dat Gods eeuwig welbehagen in Christus de enige oorzaak is dat zij getrokken zijn uit de macht van satan en zonde. En nog steeds getrokken moeten worden om door deze huilende wildernis van kruis en lijden achter Hem aan te kunnen gaan. Alleen in die weg krijgt Christus waarde en worden zij een niet en een nul.

Wat kunnen zij de Heere vergelden of teruggeven voor alle onverdiende weldaden? (Ps. 116:12). Zij kunnen met niets anders tot Hem gaan dan met wat geitenhaar. Geitenhaar? Wat voor waarde heeft geitenhaar voor de Heere? Niet om iets aan onze zaligheid toe te brengen, maar toch wil de Heere dit voor Zijn dienst gebruiken.

Het volk gaf geitenhaar

Onze aandachtige lezers weten dat we de vier dekkleden aan het overdenken zijn die over de tabernakel lagen. Het onderste kleed was van fijn getweernd linnen; het tweede van geitenhaar; het derde van roodgeverfde ramsvellen; het vierde van dassenvellen. We hebben reeds stilgestaan bij het eerste of onderste dekkleed van fijn getweernd linnen dat versierd was met de kleuren hemelsblauw, purper en scharlaken waarop cherubs waren geborduurd. We lezen immers: Den tabernakel nu zult gij maken van tien gordijnen; van fijn getweernd linnen en hemelsblauw en purper en scharlaken, met cherubs; van het allerkunstelijkste werk zult gij ze maken (Exod. 26:1).

Nu willen we uw aandacht vragen voor het tweede dekkleed: Ook zult gij gordijnen uit geitenhaar maken tot een tent over de tabernakel; van elf gordijnen zult gij die maken (Exod. 26:7). Voordat we over dit dekkleed schrijven, wijzen we u er eerst op hoe Mozes op een bijzondere wijze geitenhaar had verzameld. De Heere had immers gezegd: Spreek tot de kinderen Israëls, dat zij Mij een hefoffer nemen; van allen man wiens hart zich vrijwillig bewegen zal, zult gijlieden Mijn hefoffer nemen (Exod. 25:2). De Heere gaf hiermee te kennen dat Hij alleen offers van gewillige mensen wilde aannemen. De betekenis van de woorden ‘vrijwillig de Heere een offer brengen’ is iets vrijwillig aan Hem afstaan of aanbieden. Dit alleen is Hem aangenaam: Want God heeft een blijmoedige gever lief (2 Kor. 9:7).

Het volk kwam met blijdschap tot Mozes en droeg hun vrijwillige offers bij zich. De een had gouden versieringen, de ander een zilveren en weer een ander een koperen voorwerp. Maar er waren ook mensen die prachtige stoffen bij zich hadden, stoffen van hemelsblauw, purper en scharlaken van kleur. Weer anderen fijn linnen, zijde, katoen, wol en vlas voor het maken van de priesterkleding en voor de bouw van de tabernakel.

Weer anderen droegen vellen van dieren, zoals roodgeverfde ramsvellen en dassenvellen, die gebruikt zouden worden voor de dekkleden van de tabernakel. Zelfs waren er die niet meer hadden dan … geitenhaar, en ook zij gaven dit met een gewillig hart. Zullen anderen die zagen dat zij niet meer hadden dan geitenhaar wellicht spottend gekeken hebben? We weten het niet. Wel weten we dat de Heere er waarde aan hechtte, want we lezen: ‘Spreek tot de kinderen Israëls, dat zij Mij een hefoffer nemen; van allen man wiens hart zich vrijwillig bewegen zal, zult gijlieden Mijn hefoffer nemen. Dit nu is het hefoffer hetwelk gij van hen nemen zult (…) en geitenhaar’ (Exod. 25:2-4). Hielden zij de bos geitenhaar onder hun kleren, omdat zij zich ervoor schaamden de Heere niets anders te kunnen aanbieden? Nee, zij brachten het héfoffer met opgeheven armen, waarmee zij te kennen gaven: ‘Heere, U komt het toe, want wij hebben het alles uit Uw hand ontvangen, en wij geven dit met een vrijwillig en volkomen hart.’

De Heere gebruikte geitenhaar

Of het volk dat het geitenhaar bracht wist wat de Heere hiermee voor had, weten we niet. Maar dit weten we wel dat de Heere het wilde gebruiken om het tweede dekkleed over de tabernakel van geitenhaar te maken: Ook zult gij gordijnen uit geitenhaar maken tot een tent over de tabernakel; van elf gordijnen zult gij die maken (Exod. 26:7). De Heere had geen behagen aan hen die met een onvrijwillig hart goud of zilver brachten, maar Hij zag in gunst op hen neer die met een vrijwillig hart geitenhaar gaven. Dit geitenhaar wil de Heere nu voor Zijn dienst gebruiken zoals we kunnen zien bij de tabernakeldienst.

We denken aan onze onvergetelijke overleden ambtsbroeder, ds. F. Mallan (1925-2010) die toen hij 50 jaar in het ambt stond het volgende bij een gelegenheid zei: ‘Ach Heere, ik heb nu die mijlpaal van 50 jaar mogen bereiken om in die ambtelijke loopbaan bezig te zijn, maar ik heb het echt nooit verder kunnen brengen dan geitenhaar en dassenvellen.’ Maar we kunnen er direct aan toevoegen dat de Heere deze geitenhaardrager en geitenhaarbrenger in Zijn dienst heeft willen gebruiken tot uitbreiding van Zijn koninkrijk en versterking van Zijn volk.

We denken aan ds. W.C. Lamain (1904-1984) die ook boeken op zijn naam heeft met de veelzeggende titel: ‘Een handvol geitenhaar’, waarin hij zijn herinneringen aan Gods volk beschrijft dat hij in zijn ambtelijke loopbaan had gekend. Het is mogelijk dan velen dat soort boeken minacht als geitenhaar, maar wij achten het van grote waarde omdat de Heere betoonde het geitenhaar van deze predikant te willen gebruiken. Het is onze wens dat de Heere nog zulke geitenhaardragers roept en uitstoot in Zijn wijngaard, ook onder ons!

De Heere gebruikt nu nog geitenhaar

Zolang wij door genade niets zijn, dan staren we niet op ons ambt, titel en gaven, maar zijn we geitenhaardragers en geitenhaarbrengers. Dan wil Christus ons in Zijn dienst gebruiken zoals Hij het geitenhaar wilde gebruiken om daaruit het tweede dekkleed te laten maken om de tabernakel te bedekken.

Christus wil ons niet alleen in Zijn dienst gebruiken om tot zegen voor anderen te zijn, maar ook om ons te zegenen door te versterken en te bemoedigen. Christus geeft dan namelijk een toeknik van Zijn vriendelijk aangezicht, laat Zijn hartinnemende stem horen, toont Zijn liefde en gunst en geeft voorsmaken van de hemelse heerlijkheid. Hierdoor kunnen we getroost het werk in Zijn dienst blijven waarnemen, ook al is het dikwijls onder moedbenemende omstandigheden.

Wat weegt één geitenhaar in Gods weegschaal? Niets! Maar waar zouden engelen of mensen een weegschaal vinden om Christus te wegen? Wij allen wegen niets, maar als we in Christus mogen worden aangezien en in de weegschaal bij Hem worden gelegd dan zijn we bij God in grote waarde.

Voordat we nu deze overdenking over het geitenhaar gaan afsluiten, willen we een ieder door middel van dit schrijven nog toeroepen: U behóórt Christus niet te missen en u kúnt Hem niet missen. Jaag toch niet naar de dingen van de wereld, want dan zult u met de wereld vergaan. Gun uzelf geen rust alvorens u als een verloren zondaar aan Jezus’ voeten bent gebracht. Wees verzekerd dat u niets anders dan geitenhaar kunt aanbieden, maar u krijgt wel de waarde van Jezus’ bloed ontdekt en straks de eeuwige zaligheid in Hem!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 2016

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De tabernakeldienst (148)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 2016

De Wachter Sions | 8 Pagina's