Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ter sprake

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ter sprake

Een schrikbarende belijdenis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is een tijd geweest dat christenen – in de brede zin van het woord – niet graag aangeduid wilden worden als ‘evolutionist’. Zo veel te schrikbarender was het verslag van het symposium ”Schepping en evolutie” van de Evangelische Hogeschool te Amersfoort, dat vorige maand plaatsvond. Daarop deed prof. dr. G. van den Brink, hoogleraar theologie aan de VU te Amsterdam, de – schijnbaar nog iets schuchtere – maar toch duidelijke belijdenis: ”En ja, ik ben een theïstische evolutionist.”

Woorden toegelicht

Om tot een duidelijke beoordeling te komen is het goed om enkele woorden toe te lichten. Daarbij gaan we niet in op het begrip evolutionisme als wereld- en levensbeschouwing. We beperken ons tot het woord evolutie.

Het woord evolutie betekent ontwikkeling. Het duidt op langzame, geleidelijke veranderingen. Het woord is vooral van betekenis geworden in de biologie. Het wijst op ontwikkelingen die in de levende schepping kunnen plaatsvinden. Zo kunnen bepaalde diersoorten in de loop van de tijd veranderingen ondergaan. Ieder weet vanuit de geschiedenis dat bepaalde huisdieren, die nu getemd zijn, oorspronkelijk wilde dieren waren. Daarmee hebben zich in hun lichaamsbouw ook geleidelijke veranderingen voorgedaan. Dat is een vorm van geleidelijke ontwikkeling, ofwel van (micro-) evolutie.

Veel minder onschuldig is echter een andere betekenis van het woord evolutie (macro-evolutie). Dan duidt het op de ontwikkeling van de ene soort uit de andere soort. De laagste soort van levende organismen (plantjes en diertjes) zouden uit dode stof zijn ontstaan. Uit lager ontwikkelde dieren zouden zich hoger ontwikkelde dieren hebben gevormd. Uiteindelijk zou uit de hogere dieren de mens zich hebben ontwikkeld.

Evolutietheorie

Het is altijd goed om te bedenken dat in dit grote verhaal van de evolutieleer veel zaken niet zijn bewezen, maar worden verondersteld. Daarom wordt ook altijd gesproken over de evolutietheorie. In de evolutietheorie worden een aantal feiten, een aantal gegevens bij elkaar gebracht en in kaart gebracht. Denkbeeldig ontstaat er een heel schema. We kennen dat wel uit moderne naslagwerken en leerboeken: afbeeldingen met kikkervisjes, met dinosaurussen, met lopende apen en ten slotte met de recht opgaande mens. Men doet het op deze manier altijd voorkomen of deze ontwikkeling wetenschappelijk is bewezen.

De hele evolutietheorie is echter veel meer gebaseerd op veronderstellingen, dan op aangetoonde feiten. Ds. F. Mallan schrijft in zijn catechismusverklaring over Zondag 9 heel treffend en samenvattend (een ieder leze aandachtig de hele Zondag nog eens door): ”Nee, vele wetenschappelijke feiten zijn niet te ontkennen, maar de theorieën die men er op bouwt, zijn slechts veronderstellingen waarin men elkander steeds weer tegenspreekt. Men heeft geen vaste grondslag voor zijn wetenschap, want men mist de grondslag van Gods Woord.”

Vergaande uitspraken

De uitspraak die dr. Van den Brink deed, is niet geheel nieuw. Reeds in zijn ‘Christelijke dogmatiek’ (Christelijke dogmatiek, door G. van den Brink en C. van der Kooi, Zoetermeer, 2012) werd een paragraaf gewijd aan de vragen rond schepping en evolutie. In die paragraaf werd reeds zichtbaar dat de schrijver het onjuist vindt om een keuze te moeten maken tussen schepping of evolutie. Reeds in die paragraaf werden aanzetten gegeven om schepping en evolutie met elkaar te verbinden. Natuurlijk wil de hoogleraar, die behoort tot de Gereformeerde Bond binnen de PKN, blijven erkennen dat er een Schepper van hemel en aarde is. Maar hij heeft inmiddels wel het grondpatroon van de evolutietheorie als vaststaand aanvaard. Het is zeker geen verspreking, als hij zich op het congres een ‘evolutionist’ heeft genoemd. Letterlijk zei hij op het symposium: ”Bijbel en natuurwetenschap kunnen niet met elkaar in tegenspraak zijn. Beide zijn openbaring van dezelfde Schepper.” Maar daarmee geeft hij in deze discussie dus aan dat hij de evolutietheorie wetenschappelijk bewezen acht. En dat heeft grote consequenties.

Aangetast Schriftgezag

Het ingrijpende van de hele discussie is het hoge gezag dat aan de evolutietheorie wordt toegekend. Het lezen van de Heilige Schrift moet aangepast worden aan de zogenaamd wetenschappelijk bewezen evolutietheorie. In de praktijk moet onze manier van lezen van de eerste drie hoofdstukken van Genesis ingrijpend gewijzigd worden. Als we het spoor van Van den Brink volgen zullen we niet langer belijden dat God de wereld in zes dagen schiep. Als we het spoor van Van den Brink volgen zal het niet langer onze belijdenis zijn, dat God door Zijn machtswoord hemel en aarde en al wat in dezelve is, binnen een tijdslimiet van zes maal 24 uur schiep. Als we het spoor van Van den Brink volgen zijn de vissen en vogels niet op de vierde dag, de landdieren niet op de vijfde dag en de mens niet op de zesde dag geschapen. Als we het spoor van Van den Brink volgen verliest het scheppingsverhaal zijn Goddelijk gezag en wordt het slechts een menselijke weergave van wat op geheel andere wijze heeft plaatsgevonden.

Niet alleen de schepping

Het omgaan met de eerste hoofdstukken van Genesis heeft vergaande consequenties. Volgens de evolutietheorie is de mens ontstaan door geleidelijke ontwikkeling vanuit de diersoorten. Hoe geheel anders spreekt de Schrift over de schepping van de mens. De mens is niet ontstaan vanuit een lagere soort. De mens is – in tegenstelling tot alle dieren – geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. De mens is beelddrager Gods. Onze catechisanten leren reeds de betekenis van dit beeld Gods. Het beeld Gods bestaat in kennis, gerechtigheid en heiligheid.

Volmaakt kwam de mens uit de hand van zijn Schepper voort, op een oneindig hoger niveau dan welke diersoort ook. De Psalmdichter van Psalm 8 had er een helder zicht op: En hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen. Met die goed geschapen mens richtte God Zijn verbond op. Maar het is de ontzaglijke diepte van de val geweest dat de mens zich van zijn Schepper heeft losgerukt. Hij is dat beeld Gods kwijtgeraakt door moed- en vrijwillige ongehoorzaamheid. Dat wordt in diezelfde eerste hoofdstukken van Genesis beschreven.

Professor Van den Brink schijnt zich niet te realiseren dat het loslaten van het historisch gezag van Genesis 1 en 2 alleen maar kan leiden tot het loslaten en ondermijnen van de historiciteit van Genesis 3. Maar daarmee staat óf valt het gehele christelijke geloof. Als de historiciteit van de volmaakte schepping naar Gods beeld en de diepte van Adams val wordt ondergraven, is de totale leer der zaligheid in het geding. Dan gaat het ook niet alleen meer over het historisch bestaan van de eerste Adam, maar gaat het ook over de Persoon en de arbeid van de Tweede Adam.

Waakzaamheid

We willen op dit moment besluiten met een klemmend beroep. We doen een klemmend beroep op – met name – onze jonge mensen om met hand en tand vast te houden aan het onveranderlijke en in alles gezaghebbende Woord van God. De geschiedenis van de 19e en 20e eeuw heeft geleerd dat het morrelen aan het gezag van de eerste drie hoofdstukken van Genesis vroeger of later leidt tot totale ondermijning van de Heilige Schrift en haar gezag én haar belijdenis, en uiteindelijk tot volslagen ongeloof.

En dan het laatste. In allerlei interkerkelijke samenwerkingsverbanden, zoals het voortgezet onderwijs, werken we ook samen met leden behorend tot de Gereformeerde bond binnen de PKN. Ondanks alle verscheidenheid is er een gemeenschappelijke grondslag, waarop we elkaar kunnen aanspreken: het gezag van de Heilige Schrift en de Drie Formulieren van Enigheid. We weten uit de Waarheidsvriend dat er tegen de opvattingen van Van den Brink ook binnen de Bond grote bezwaren leven. Desondanks. Als het denken van onder andere professor Van den Brink breder ingang vindt, zal het steeds moeilijker, ja, op den duur onmogelijk worden om op die gemeenschappelijke grondslag elkaar aan te spreken. Dat we ook in deze dingen wakende bevonden mochten worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 2016

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Ter sprake

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 2016

De Wachter Sions | 8 Pagina's