Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakeldienst (150)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakeldienst (150)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze lezers weten dat we het eerste dekkleed van geitenhaar overdenken dat over de tabernakel moest worden gelegd. We lezen in Exodus 26:7: Ook zult gij gordijnen uit geitenhaar maken. U leest dat in de tekst staat geschreven: Geitenhaar. Het is opmerkelijk dat er in de grondtaal alleen ‘geiten’ staat, zodat de Statenvertalers het woord ‘haar’ schuingedrukt hebben, ondanks dat de vrouwen het kleed uit het verzamelde geitenhaar hadden gesponnen (Exod. 35:26). Het vraagt direct onze bijzondere aandacht wat de reden kan zijn dat de Heere in Exodus 26:7 het woord ‘haar’ heeft weggelaten.

Volgens ons wil de Heere ons voornamelijk wijzen op de geiten als diersoort en wat zij bijzonder afbeeldden. Het verwondert ons als we bedenken dat gelijk het dekkleed van geitenhaar de tabernakel in de woestijn bedekte, Christus Zijn volk in de huilende wildernis van het leven beschermt en bewaart. Niet minder verwondert het ons als we hiermee aangeven dat Christus hier wordt afgebeeld met een geit. Alleen het ware geloof ziet de grote rijkdom en de geestelijke betekenis van Christus’ diepe vernedering verklaard, Die als de Middelaar Gods en der mensen de zaligheid in een weg van lijden en sterven heeft verdiend.

Dr. H.F. Kohlbrugge (1803-1875) zegt dan ook zo kernachtig: ‘De stof was van het haar van een dier, dat een symbool is van het afschuwelijke van de zonde en haar onreinheid. De heerlijke woning wilde met deze tent omhuld en bedekt zijn, opdat de ongerechtigheid van de mensen Gods gerechtigheid, die uit het geloof is zou verheerlijken.’

Geitenhaar

Toen God de Vader aan Mozes opdracht gaf: Ook zult gij gordijnen uit geitenhaar maken, verklaarde Hij met dit kleed van geitenhaar dat Hij Zijn Zoon als Borg en Plaatsbekleder op aarde zou zenden om voor de zonde van Zijn volk te betalen. Een geit werd als zondoffer tijdens de grote feesten geofferd. In het bijzonder tijdens de grote verzoendag waren er twee geiten als zondoffers (Lev. 16). We lezen dat de ene bok als een zondoffer aan de Heere werd geofferd en op de andere bok werden de zonde en de ongerechtigheden van het volk gelegd en daarna weggeleid in de woestijn.

In het licht van wat u zojuist hebt gelezen, zal het voor een ieder duidelijk zijn dat het dekkleed van geitenhaar ziet op Christus, Die Zich als het grote zondoffer heeft opgeofferd voor de zonden en de ongerechtigheden van Zijn volk. Onbegrijpelijk wonder! Paulus schrijft over Christus: Want Dien Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem (2 Kor. 5:21). De profeet Jesaja had reeds van Hem als die dierbare Borg en Middelaar geprofeteerd: Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien (…) omdat Hij Zijn ziel uitgestort heeft in den dood (Jes. 53:10, 12).

Geitenhaar: door ongeloof veracht

Wat een betekenis heeft dit dekkleed dat was geweven van geitenhaar. Wat een Goddelijke wijsheid om in de grondtaal alleen te spreken van ‘Geiten’. Gods Geest heeft ons dus duidelijk willen wijzen op Christus en niet op wat het volk aan geitenhaar had gebracht en de vrouwen met het geitenhaar het dekkleed hadden gesponnen. Christus en Hij alleen! Christus heeft Zichzelf opgeofferd en alleen Zijn offer heeft waarde voor God. Hoe noodzakelijk is het dat wij in Christus worden aangezien en gelovig mogen weten dat Hij Zich voor ons heeft opgeofferd, zodat we met Luther mogen zeggen: ‘Nu zijt Gij, dierbare Heere Jezus mijn zonde geworden, en ik ben Uw gerechtigheid geworden.’ Wie van ons ziet Christus ook zo door het geloof? Zo niet, dan ziet u zondermeer geitenhaar! Geitenhaar? Niet anders. Is er iets schoons, iets heerlijks aan geitenhaar te zien? Nee. Zo ziet u in Christus niets wat heerlijk en beminnelijk is.

We lezen dat God de Vader over Christus schrijft als Iemand over Wie wij ontzet zijn: Gelijk als velen zich over U ontzet hebben, alzo verdorven was Zijn gelaat, meer dan van iemand, en Zijn gedaante, meer dan van andere mensenkinderen (Jes. 52:14). Om u te overtuigen dat u in Christus niet meer ziet dan geitenhaar, willen we dit verder bewijzen uit Jesaja 53:2 en 3: Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte dat wij Hem zouden begeerd hebben. Hij was veracht en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten en verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht.

Geitenhaar! Ziet u eigenlijk wel het nut ervan in om over het kleed van geitenhaar te lezen dat over de heerlijke tabernakel hing? Zijn uw gedachten over Christus anders als we u wijzen op de noodzaak om Hem in Zijn diepe vernedering te kennen zoals Hij door het kleed van geitenhaar werd afgebeeld? U bent daarom niet beter dan de Joden die Christus toen Hij op aarde was verachtten en uitriepen: Neem weg, neem weg, kruis Hem (Joh. 19:15). Als u Hem blijft verachten, omdat u op het ‘geitenhaar’ ziet, dan ziet u met uw hoogmoedige ogen niets van de heerlijkheid van Zijn lijden en sterven, en hoort u met uw gesloten oren niets van Zijn machtige liefdeswoorden. Geitenhaar! Geen waarde om erop te letten, geen inhoud om er geloof aan te hechten, geen waarheid om er gehoor aan te geven.

Geitenhaar: door geloof hooggeacht

Maar het ware geloof ziet in Hem de vervulde belofte: Uw ogen zullen den koning zien in zijn schoonheid (Jes. 33:17), zoals dit in de tabernakeldienst met het kleed van geitenhaar was afgebeeld. Weet dat gelijk het gordijn van geitenhaar één was met de heerlijke tabernakel, zo is Christus’ menselijke natuur met Zijn Goddelijke natuur verenigd in één Persoon. Alleen door het geloof ontdekt een verloren zondaar Christus in de glans van Zijn volmaaktheid als de verheerlijkte Middelaar, de dierbare Borg, de enige Zaligmaker en de Schoonste van alle mensenkinderen.

We denken aan hetgeen Wilhelmus à Brakel (1635-1711) zei toen hij op zijn sterfbed lag. Zijn ambtsbroeder, Abraham Hellenbroek (1658-1731) zou in zijn gemeente voorgaan en bezocht zijn stervende medebroeder. Op zijn vraag wat hij namens deze stervende leraar aan zijn gemeente nog kon meedelen, gaf vader Brakel als antwoord: ‘Zeg maar tegen mijn gemeente dat ik vanmiddag om 2 uur mijn Vader voor de Borgstelling van Zijn Zoon heb gedankt.’ De stervende vader Brakel mocht door geloof Christus zien als zijn Borg en Middelaar, Die door het storten van Zijn dierbaar hartenbloed voor zijn zonde had betaald.

Hoe nodig is het voor ons dat we niet alleen het Godsgemis pijnlijk inleven en onze zonde als Godonterend kennen, maar ook dat we met het vloekvonnis van veroordeling instemmen en niet anders geloven dan dat God als Rechter ons voor eeuwig moet verdoemen. We hebben dan géén bedekking om voor een heilig God te kunnen bestaan. Wat een onbegrijpelijk wonder wordt het als de Heere ons dan met het geitenhaar van Christus’ gerechtigheid bedekt en van boven het verzoendeksel ons vriendelijk toespreekt: Alzo heb Ik gezworen dat Ik niet meer op u toornen noch schelden zal (Jes. 54:9). Alleen dan wordt aan ons persoonlijk tot verwondering bekendgemaakt dat God de Vader voor de Borgstelling heeft gezorgd en Zijn dierbare Zoon als een Zondoffer heeft geofferd op het vloekhout van het kruis, opdat wij bekleed mogen worden met het geitenhaar van Christus’ vlekkeloze gerechtigheid.

We schreven over een geit als dier. U kunt vaak verlangd hebben een dier te zijn zonder ziel vanwege het ontzaglijke oordeel dat u verdiend hebt. Maar als u iets van Christus’ bedekkende gerechtigheid ofwel het ‘geitenhaar’ mag kennen, dan looft u God dat u een mens met een ziel bent om Jezus als God- Mens te kennen en lief te hebben omdat God u van eeuwigheid heeft liefgehad. Wie van ons kent zó iets van het geitenharige kleed van Christus?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 2016

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De tabernakeldienst (150)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 2016

De Wachter Sions | 8 Pagina's