Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geschonken genade (35)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geschonken genade (35)

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoofdstuk 5 – Het werk van de Heilige Geest -2 (4)

Om te besluiten: het leven waarmee de wedergeborenen worden bezield, is een eeuwig leven. En dit is de getuigenis, namelijk dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft; en ditzelve leven is in Zijn Zoon (1 Joh. 5:11). Dit beginsel van leven is het zaad Gods - en dat blijft voor altijd in onze ziel (1 Joh. 3:9). Het is niet iets dat vergankelijk is, dat vervluchtigt, maar het is een vast en blijvend beginsel, dat voor altijd in de ziel blijft. Het kan zijn dat iemand zijn gaven verliest, maar de genade blijft. De ziel kan en moet van het lichaam gescheiden worden, maar de genade kan niet van de ziel gescheiden worden. Als alles ons begeeft, zal dit ons niet verlaten.

Daarom verschilt dit beginsel dat uitgestort wordt, sterk van de buitengewone gaven van de profetie, waarvan men zei dat de Geest onder het Oude Testament daarin soms over mensen kwam (1 Sam. 10:6, 10), en ook van de algemene en voorbijgaande uitwerkingen die de Geest soms teweegbrengt in mensen die niet wedergeboren zijn, waarvan we telkens beschrijvingen vinden in het Nieuwe Testament (Hebr. 6:4). Als de Geest met Zijn invloed en hulp aanwezig is en over een mens komt, is dat één ding, en het is wat anders dat Hij in een mens als in Zijn tempel woont.

Dit dan over het wezen en de hoedanigheid van dit gezegende werk van de Geest in onze levendmaking.

Ten tweede. Nu we het wezen en de eigenschappen van het geestelijke leven hebben gezien, zullen we ons in de tweede plaats bezighouden met de vraag hoe de Geest dit werkt en uitstort. Dan moeten we hier allereerst zeggen dat het werk op een heel verborgen manier in de ziel wordt gedaan.

Zo zegt Christus het tot Nicodémus, in Johannes 3:8: De wind blaast waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet vanwaar hij komt en waar hij heengaat; alzo is een iegelijk die uit de Geest geboren is. Onder de filosofen zijn er veel meningen over de oorsprong van de wind, maar we hebben er geen onfeilbare kennis over. We beschrijven de wind naar zijn uitwerkingen en eigenschappen, maar we weten weinig over de oorsprong ervan. Als de werken Gods in de natuur al zo verborgen en ondoorgrondelijk zijn, hoeveel te meer zijn deze verheven en bovennatuurlijke werken van de Geest dat dan!

Wij zijn niet in staat om de natuurverschijnselen te verklaren. We kunnen er geen beschrijving van geven hoe wijzelf in de moederschoot werden gevormd (Pred. 11:5). Wie kan nauwkeurig beschrijven hoe de delen van het lichaam worden gevormd, en hoe de ziel wordt ingestort? Het lichaam werd wonderlijk gewrocht in de nederste delen der aarde, zoals de psalmist het zegt in Psalm 139:15. Maar hoe? - dat weten we niet. Basilius (Basilius de Grote [330-379], kerkvader) zegt dat je verscheidene vragen kunt opwerpen over een vlieg, die de grootste filosoof voor raadsels plaatsen. We weten weinig over de vorm en de kern van de natuurlijke dingen, en nog veel minder over deze diepe en verheven geestelijke dingen.

Al kunnen we echter met het oog van het verstand geen onbescheiden blik in deze geheimenissen werpen, toch heeft God ons dit werk in Zijn Woord geopenbaard: het wordt gewerkt door Zijn almachtige kracht (Ef. 1:19). De apostel schrijft dit werk toe aan de uitnemendheid van de grootheid der kracht Gods, en dat moet ook wel, als we bedenken dat Gods Geest het in de Schrift ‘een nieuwe schepping’ noemt. Dat is: er komt iets uit niets tot aanzijn (Ef. 2:10).

Hierin verschilt dit werk van alles wat menselijke kracht tot stand brengt, want de mens werkt altijd met materie die tevoren bestaat - maar hier is die materie niet. Alles wat er is in de mens, het voorwerp van dit werk, is slechts een passieve hoedanigheid, iets dat ontvangt. Maar ín hem is niets te vinden om tot dit werk bij te dragen. Dit bovennatuurlijke werk wordt niet vanuit natuurlijke beginselen voortgebracht, en dat kan ook niet. Het overstijgt geheel en al het domein van alle natuurlijke kracht. Maar daarover straks meer.

We kunnen ook met zekerheid zeggen dat dit leven uit God in alle natuurlijke vermogens en krachten van de ziel wordt uitgestort, niet één uitgezonderd (1 Thess. 5:23). De hele ziel, de hele geest is er het ontvangende voorwerp van. Vanwege deze algemene uitstorting in alle vermogens en krachten van de ziel wordt de ziel een ‘nieuw schepsel’ genoemd, een ‘nieuwe mens’. Zij bezit een allesomvattende volmaaktheid, een volheid in al haar delen en leden, zij wordt licht in het verstand (Joh. 17:3). Er is gehoorzaamheid in de wil (1 Petr. 1:2), en in de genegenheden is een hemelse gesteldheid en tederheid (Kol. 3:1, 2). Zo wordt zij op verscheidene manieren aangeduid. Het is als met de zee, die van verschillende kusten komt waarlangs zij spoelt - en dan is het toch een en dezelfde zee.

Hier moeten we er goed op letten dat er één heel belangrijk verschil ligt tussen een wedergeboren ziel en een schijnvrome. De ene is, als ik het zo mag zeggen, uit één stuk: het beginsel van geestelijk leven stroomt tot in elk vermogen en iedere genegenheid; het heiligt, of: vernieuwt de gehele mens. Daarentegen is de verandering bij de schijnvrome slechts ten dele. Hij heeft misschien nieuw licht, maar geen nieuwe liefde; een nieuwe tong, maar geen nieuw hart; dit of dat gebrek is misschien verholpen, maar de hele gang van zijn leven is niet veranderd.

De uitstorting van geestelijk leven geschiedt in één moment, net zoals dat met heel het scheppingswerk is. Daarom vertoont zij gelijkenis met de formerende kracht die, in een ogenblik, het licht deed schijnen uit de duisternis. Net zo schijnt God in ons hart (2 Kor. 4:6).

Het is waar: een ziel kan lang onder het voorbereidende werk van de Geest zijn. De mens kan lang onder de overtuiging lopen en verootmoedigd worden, hij kan zich dingen voornemen en besluiten nemen; hij ligt misschien te wachten bij het badwater Bethesda, hij kan de middelen en de inzettingen gebruiken, maar als ooit de Geest komt om de ziel levend te maken, dan geschiedt dat in een ogenblik. Het is net als wanneer de redelijke ziel wordt ingestort: het duurt lang voordat het lichaam is toebereid en gevormd, maar als het embryo, of de stof, bereid is, dan wordt het lichaam in een ogenblik door de levensgeest bezield. Zo is het hier ook.

Maar o, wat is dat een gezegend moment! Daaraan hangt het hele gewicht van ons eeuwig geluk. Immers, het is Christus in ons, dat is: Christus, gevormd in ons, Die de Hoop der heerlijkheid is (Kol. 1:27). Onze Heere zegt het ons met nadruk in Johannes 3:3: Als wij niet vernieuwd en wedergeboren worden, kunnen wij het Koninkrijk Gods niet zien. Dit dan over de manier waarop het leven wordt ingestort.

Ten derde. Laten we er verder eens over nadenken wat Gods doel en oogmerk is met Zijn levendmakende werk: met welk doel, en met welk oogmerk dit werk wordt verricht. Als we hierover de Schrift raadplegen, zullen we merken dat dit beginsel van leven uitgestort wordt opdat wij in deze wereld God door een leven van gehoorzaamheid zullen verheerlijken, en opdat wij in de wereld die komt, ons in God zullen verblijden.

(wordt vervolgd)

© 2008 Den Hertog B.V., Houten. Geschonken genade

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 2016

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Geschonken genade (35)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 2016

De Wachter Sions | 8 Pagina's