Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bazuinklanken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bazuinklanken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Blaast de bazuin te Sion, en roept luide op den berg Mijner heiligheid; laat alle inwoners des lands beroerd zijn, want de dag des Heeren komt, want hij is nabij. Nu dan ook, spreekt de Heere, bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween en met rouwklage. En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den Heere uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade. Joël 2:1, 12-13

Geliefde lezer,
Als de Heere ons in het leven spaart hopen we volgende week woensdag onze jaarlijkse biddag voor arbeid en gewas te houden. Op deze dag worden Gods knechten geroepen om in het openbaar de Naam des HEEREN aan te roepen om Zijn onmisbare zegen af te smeken over alle arbeid die er in het komende jaarseizoen verricht staat te worden. Behalve dit heilige werk hebben Gods knechten nog een ander heilig werk te verrichten, namelijk het blazen van de bazuin van het Woord des HEEREN. Allereerst hebben zij de boetbazuin te blazen, om Jakob te verkondigen zijn overtreding, en Israël zijn zonde (Micha 3:8b). Zij hebben hun hoorders op te roepen tot waarachtige bekering. Daarna moeten zij ook de Evangeliebazuin blazen, want de Heere is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade.
De profeet Joël kreeg ook de opdracht om de bazuin te blazen. Nee, hij zou niet letterlijk de bazuin blazen; dat was het werk van de priesters. Hij zou echter wel als profeet in de Naam des Heeren de bazuin van wet en evangelie blazen om het volk op te roepen zich te bekeren tot de HEERE hun God, alsook om hun te verkondigen dat de HEERE Zich zal ontfermen over degenen die zich door Zijn genade zullen bekeren van hun zondige wegen.
Waarom riep Joël de priesters op de bazuin te blazen? Wel, omdat er groot gevaar dreigde! Zoals we wel zullen weten werd de bazuin in Israël onder andere gebruikt om het volk te waarschuwen voor naderend onheil. Aan de korte, heftige stoten die de bazuin voortbracht kon men dat horen.
Welnu, Joël ziet ook een ontzaglijk onheil Jeruzalem naderen! De dag des HEEREN komt, want hij is nabij, zo horen we hem zeggen. De dag is nabij waarop de HEERE de zonden van Zijn volk Israël zal bezoeken met Zijn rechtvaardige oordelen. God kan en wil de zonden van de inwoners van het land niet ongestraft laten, maar zeker niet de zonden van Zijn bondsvolk Israël. Vandaar dat het onze bijzondere aandacht verdient als er staat: Blaast de bazuin te Sion, en roept luide op den berg Mijner heiligheid. De bazuin moest dus niet in de eerste plaats onder de heidenen geblazen worden, maar te Sion, de berg van Gods heiligheid!
De zonden door wereldse mensen bedreven zijn verschrikkelijk en verwekken de HEERE zeker tot toorn. Maar zou de God des hemels en der aarde Zich niet nog veel meer vertoornen over de zonden die bedreven worden door mensen die leven onder de uitwendige openbaring en bediening van het verbond der genade? Hetzelfde verwijt dat Jezus de inwoners van Jeruzalem maakte, geldt ook vandaag de dag nog voor mensen die leven onder de prediking van vrije genade en zich nochtans weigeren te bekeren: Jeruzalem, Jeruzalem … hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens onder de vleugelen vergadert, en gijlieden hebt niet gewild (Luk. 13:34). Onthoud dat het niet in de eerste plaats de onmacht is van de mens, maar zijn liefde tot de zonde en de vijandschap tegen Christus waarom hij zich niet wil en kan bekeren en in Hem geloven. Hoor hoe Jezus dit Zelf bevestigt: En gij wilt tot Mij niet komen, opdat gij het leven moogt hebben (Joh. 5:40). Zo was het ook in Joëls tijd. Daarom konden Gods oordelen niet uitblijven. De HEERE laat Joël deze vreselijke oordelen door de Geest der profetie zien. Voordat Hij echter deze oordelen zal uitvoeren, zal Hij Zich nogmaals vrijmaken van Zijn volk en betonen dat Hij geen lust heeft in hun dood en ondergang, maar daarin dat zij zich zullen bekeren en leven. Hoe doet Hij dat? Door hen opnieuw op te roepen tot een oprechte bekering: Nu dan ook, spreekt de HEERE, bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween en met rouwklage. En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE uw God. Er kunnen uitwendige tekenen van bekering zijn, waarvan het scheuren van de klederen er oudtijds één was, zonder dat echter het hart verscheurd is vanwege de zonde. Daarom zegt de HEERE: En scheurt uw hart en niet (alleen) uw klederen. Het komt voor eenieder van ons op waarheid in het binnenste aan!
Denk niet dat de Heere met deze opdracht veronderstelt dat de mens in eigen kracht zijn hart kan scheuren vanwege de zonde. Nee, maar Hij wijst ons hiermee op wat Hij rechtvaardig van ons eist. Daar laat de HEERE het echter niet bij! Hij wijst ons daarna direct op de oneindige rijkdom van Zijn genade en de grootheid van Zijn goedertierenheid. We lezen immers: Want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade. Hiermee wil de HEERE te kennen geven dat Hij niet alleen oprechte bekering eist, maar ook bekwaam en gewillig is om de genade van bekering te schenken en de gebrokene van hart Zijn goedertierenheid in Christus te bewijzen. God wederstaat de hovaardigen, maar de nederigen geeft Hij genade (1 Petr. 5:5d).
De Heere geve ons allen op de komende biddag een hart dat verscheurd is vanwege onze zonden, bedreven tegen een goeddoend God. Hij geve ons echter ook de genade om zo door het geloof de toevlucht te nemen tot de rijkdom van Gods vergevende genade, met de bede: Om Uws Naams wil, HEERE, zo vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot (Ps. 25:11).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 2017

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bazuinklanken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 2017

De Wachter Sions | 12 Pagina's