Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van sabbat tot sabbat…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van sabbat tot sabbat…

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog maar kort geleden vond de landelijke discussie over zondagsheiliging en koopzondagen plaats. In de marge van deze discussie wordt ook wel de vraag gesteld naar de zondag als rustdag. Wordt er in het vierde gebod niet gesproken over de zaterdag, de (Joodse) sabbat? Waarom is deze dag dan veranderd? Waar is dat terug te vinden in de Schrift? In evangelische kring speelt de vraag of de kerk wel terecht de zondag is gaan vieren. Een dergelijke ontwikkeling heeft soms ook zijn uitwerking op leden van reformatorische kerken.1

Jezus en de sabbat

In het Nieuwe Testament wordt langs enkele lijnen gesproken over de sabbat. Allereerst heeft de Heere Jezus Zelf tijdens Zijn omwandeling op aarde Zich stipt aan de viering van de sabbat gehouden. In de aanklachten voor Kájafas en Pilatus is dan ook niets terug te vinden van een aanklacht rond de overtreding van het sabbatgebod.

Tegelijk is zichtbaar dat Jezus juist op het punt van de sabbat gebotst heeft met de geestelijke leiders van het volk en men Hem wel beschuldigd heeft van het niet nakomen van het sabbatgebod.2 De houding van de geestel ijke leiders van het Joodse volk wordt gekenmerkt door een wettische benadering van het sabbatgebod. De Heere Jezus zette het gebod echter in het kader van Zijn verlossingswerk. Hij noemde Zichzelf een Heere, ook van de sabbat.3 Zijn verlossende werken verrichtte Hij meerdere keren juist op de sabbat. Calvijn zegt: “Hij ontheft als de Zoon des mensen door Zijn gezag van het juk des sabbats, even goed als van dat der andere ceremoniën der wet.”4 Door het onderhouden van de ceremoniën is de zaligheid niet meer te verdienen. Alleen door het ware geloof in Hem, Die Heere van de sabbat is, wordt de ware sabbatsrust genoten. Hij heeft op de eerste dag der week de banden der zonden verbroken en de schuld der wet verzoend. Zonder het geloof in Hem blijft een mens hangen in een wettische sabbatsviering, inclusief de strakke bepaling van de dag.

Dag van de opstanding

Het eerste begin van de sabbatviering op de eerste dag van de week heeft daarom alles te maken met de opstanding van Christus. De apostel zegt dan ook van de opstanding: Welke overgeleverd is om onze zonden en opgewekt om onze rechtvaardigmaking (Rom. 4:25).

Alle vier de evangeliën vermelden dat Jezus op de eerste dag van de week uit het graf is opgestaan. Markus zegt er nadrukkelijk bij: En als de sabbat voorbijgegaan was… (Markus 16:1). Op die eerste dag verscheen Hij ook aan de samengekomen discipelen. Een week later kwamen ze opnieuw op die dag samen: En na acht dagen waren Zijn discipelen wederom binnen, en Thomas met hen; en Jezus kwam als de deuren gesloten waren, en stond in het midden, en zeide: Vrede zij ulieden (Joh. 20:26).

Ook in de Handelingen en de brieven van Paulus zijn er allerlei aanwijzingen, dat de eerste christenen op de eerste dag der week samenkwamen, vermoedelijk alleen ’s avonds. Over die gewoonte lezen we in Handelingen: En op den eersten dag der week, als de discipelen bijeengekomen waren om brood te breken, handelde Paulus met hen, zullende des anderen daags verreizen; en hij strekte zijn rede uit tot den middernacht (Hand. 20:7). Van een nadrukkelijk gebod is sprake in 1 Korinthe. Op elken eersten dag der week legge een iegelijk van u iets bij zichzelven weg, vergaderende een schat, naar dat hij welvaren verkregen heeft (1 Kor. 16:2). Een duidelijk getuigenis lezen we ook in Openbaring 1:10 waar Jezus juist op ‘de dag des HEEREN’ aan Johannes verscheen. De kanttekeningen schrijven hierbij: “Dat is, den eersten dag der week, alzo genaamd omdat Christus op dien dag is opgestaan van de doden, en omdat de dienst des Heeren alrede op dien tijd van de Christenen, in plaats van den sabbat, werd gepleegd, gelijk alle oude leraars getuigen en ook af te leiden is uit Hand. 20:7 en 1 Kor. 16:2. Op dien dag dan, die tot den godsdienst was geheiligd, is aan Johannes, met heilige bedenking bezig zijnde, omdat hij in een plaats was waar alsdan nog geen vergaderingen schijnen geweest te zijn, deze openbaring geschied.” We mogen dus de conclusie trekken dat de overgang van de zevende dag naar de eerste dag der week in het Nieuwe Testament duidelijk wordt aangegeven.

De kerk van de eerste eeuwen

Tegelijk zien we dat er sprake is geweest van een geleidelijke overgang. We vermeldden hierboven, dat het in de beginjaren van de eerste eeuw de gewoonte van de Jeruzalemse gemeente was geworden om op zondagavond samen te komen.5 Tegen het eind van de eerste eeuw tekent zich de scheiding van jodendom en christendom af en neemt de eerste dag van de week steeds nadrukkelijker de plaats van de zevende dag in. Uit geschriften uit de eerste helft van de tweede eeuw6 kennen we het gebruik van de samenkomsten op de eerste dag der week. Reeds in de tweede eeuw wordt de viering van de sabbat op de zevende dag als algemene eis voor de christelijke kerk bestreden en de viering van de eerste dag der week aangeprezen.7

De rol van Constantijn de Grote

Het is nadrukkelijk onjuist om te stellen dat de viering van de eerste dag der week door Constantijn de Grote is ingevoerd, zoals voorstanders van de sabbatviering ons willen doen geloven. Wat Constantijn de Grote in 321 heeft gedaan, is om de zondag als algemeen erkende rustdag aan het hele Romeinse rijk op te leggen. Hij heeft voor wat betreft de keuze van de dag aangesloten bij het reeds op dat moment eeuwenoude gebruik der Christelijke kerk om samen te komen op de eerste dag der week.

Om het hart van het evangelie

Uit de strijd van Jezus met de Joodse leiders kwam reeds naar voren dat er in de sabbatskwestie meer aan de hand is dan de verschuiving van een dag. Het draait – net zoals we een vorige keer in Handelingen 15 zagen – om het hart van het evangelie. Terugkeer naar de Oudtestamentische wetgeving en voorschriften en dus ook naar de Oudtestamentische zevende dag is ten diepste een verwerping van het Nieuwtestamentische Evangelie. In de Galatenbrief heeft Paulus met klem gewaarschuwd tegen allerlei vormen van Joodse werkheiligheid, waaronder de viering van de Joodse feestdagen.8 En nu, als gij God kent, ja, veelmeer van God gekend zijt, hoe keert gij u wederom tot de zwakke en arme eerste beginselen, welke gij wederom van voren aan wilt dienen? Gij onderhoudt dagen, en maanden, en tijden, en jaren. Ik vrees voor u, dat ik niet enigszins tevergeefs aan u gearbeid heb (Gal. 4:9-11; zie ook de toelichting van de kanttekenaren). Al dergelijke wettische werken zijn ten diepste een verwerping van Christus als de enige Grond van de zaligheid.

Van sabbat tot sabbat…

We geloven en belijden dat we het vierde gebod van de wet des Heeren gehoorzaam zijn als we op de eerste dag der week samenkomen. Veel Nederlandse en Engelse oudvaders spreken dan ook van een ‘verplaatsen van de sabbat van de zevende naar de eerste dag.’9 We houden ook in de Heidelbergse Catechismus vast aan het gebruik van het woord sabbat (H.C. Zondag 38), ook al is het niet de Joodse sabbat.

Nog herinner ik mij uit mijn jonge jaren het eindgebed tijdens een zondagavonddienst. De voorganger vroeg om bewaring in de week, tot aan de volgende sabbat, om, en nu citeer ik, “te reizen van sabbat tot sabbat totdat voor ons de eeuwige sabbat aanbreekt.” Deze sabbatsbeleving zij ons aller deel.

Noten

1. Prof. dr. G.C. den Hertog: Sabbat en zondag. Willem de Zwijgerstichting, 2009.

2. Mt. 12:1, Joh. 5 : 1-18, 9:1-41

3. Mk.2:28, Mt.12:8, Lk.6:5

4. J. Calvijn: De Evangeliën van Mattheus, Markus en Lukas. Goudriaan, 1979, deel 2, p. 172.

5. Prof. dr. H.J. de Jonge, Zondag en sabbat. Over het ontstaan van de christelijke zondag. Leiden, 2006.

6. Leer der twaalf apostelen, De brief van Plinius de jongere aan keizer Trajanus, en de apologie van Justinus Martyr.

7. Het oudste christendom en de antieke cultuur, Haarlem, 1951, deel II, p. 349 e.v.

8. Ds. L. Vroegindeweij: De zondag in plaats van de sabbat. Nijkerk, 1996, p.5.

9. De dag veranderd en de sabbat (=rustdag) bewaard. Rhenen, z.j.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 2017

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Van sabbat tot sabbat…

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 2017

De Wachter Sions | 12 Pagina's