Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wachter, wat is er van den nacht?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wachter, wat is er van den nacht?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De last van Duma. Men roept tot mij uit Seïr: Wachter, wat is er van den nacht? Wachter, wat is er van den nacht? De wachter zeide: De morgenstond is gekomen en het is nog nacht; wilt gijlieden vragen, vraagt; keert weder, komt. Jesaja 21:11–12

Geliefde lezer(es),

De profeet Jesaja moest niet alleen tegen zijn eigen volk en land profeteren, maar ook tegen de omliggende landen. Dat was geen gemakkelijke taak. Er wordt gesproken over een wachter en een last. De Heere legde een last op de schouders van de wachter. Een wachter moest de wacht houden in de nachtelijke uren om de stad te beveiligen tegen vijanden of wilde dieren. Jeruzalem had brede muren rondom de stad waarop ‘s nachts wachters liepen. Geestelijke wachters moeten zorgdragen dat er geen valse leer wordt ingebracht. Zij hebben de zorg over de zielen die God aan hen heeft toevertrouwd. Wanneer er gevaar dreigde moest de wachter op de bazuin blazen.

De profeet Jesaja heeft met andere profeten het oordeel ook aan de Edomieten moeten aanzeggen. Daarom lezen we van de last van Duma. Wat is Duma? De kanttekening zegt dat hiermee Idumea of Edom wordt bedoeld, waar de nakomelingen van Ezau woonden. In Seïr had Ezau woningen en burchten gemaakt. Bij de wegvoering van het volk naar Babel wilden ook de Edomieten de Joden op hun vlucht ombrengen. Zij hadden de kruiswegen bezet voor de Israëlieten toen zij vluchtten voor de Babylonische soldaten. In Psalm 137:7 bidt de dichter: HEERE, gedenk aan de kinderen van Edom, aan de dag van Jeruzalem, die daar zeiden: Ontbloot ze, ontbloot ze, tot het fundament toe. Ze wilden de stad en de tempel tot de grond verwoesten. Nebukadnézar had Seïr aangevallen en de inwoners gedood of weggevoerd. Er werd altijd veel handel in Seïr gedreven, maar nu was het stil geworden. Duma betekent stil of eigenlijk zwijgen. De duisternis van Gods oordeel was over Edom gekomen. Het werd nacht in het hart van deze Edomieten. Daarom gingen ze roepen tot Jesaja om licht. Van nature verkeren we allemaal in een donkere nacht. Door onze diepe val in Adam is het nacht geworden. Wachter, wat is er van de nacht? Is er nog verlossing? Is er nog hoop? Dan geeft de profeet een ontzettend antwoord. De wachter zeide: De morgenstond is gekomen en het is nog nacht. Wat een tegenstelling! Welke conclusie moeten we hieruit trekken? We kunnen de tekst in drie gedeelten delen. In de eerste plaats moet de profeet de goddeloze aanzeggen dat het hem kwalijk zal gaan op zijn reis door de tijd naar de eeuwigheid. Maar de rechtvaardige mag aangezegd worden dat het hem wél zal gaan. En ten slotte moet de onbekeerde worden opgeroepen tot waarachtige bekering. Was het bij de Edomieten waarheid geweest of een consciëntie-overtuiging? Ze riepen: Wachter, wat is er van den nacht? Laten we het eens doortrekken naar onze tijd. Hoe ziet het eruit in het wereldgebeuren? Hoe ziet het eruit in uw gezinsleven? In uw persoonlijk leven? In het kerkelijke leven? Is het nacht geworden in uw leven? Maar dan zegt Jesaja: Luister, ik ben een wachter en ik moet jullie Gods oordeel aanzeggen. Dat is ook een taak van de wachter. En om eerlijk te zijn, die taak valt zwaar. Een mens is het er vaak niet mee eens als er zo gepreekt wordt. Maar een geestelijke wachter is van God geroepen. En daarom heeft hij de Edomieten eerlijk behandeld.

Voor wie is de morgenstond opgegaan? Wel, dat was voor het volk van Israël. Een volk door God verkoren. Het is van tweeën één. Er is een goddeloos volk dat in de nacht verkeert, maar er is ook een volk dat door God verkoren is tot de eeuwige zaligheid. Dat volk is ook in de nacht terechtgekomen. Hoeveel duisternissen zijn er niet in het leven van Gods volk? Salomo zegt dat de dagen der duisternis vele zullen zijn. O, er kunnen zoveel oorzaken zijn. Maar de grootste oorzaak is het dagelijks afwijken in zonden en ongerechtigheden. En als er dan zo’n nacht in de ziel is gekomen, dan roepen we uit: Wachter, wat is er van de nacht? Dan is het nacht in mijn leven. En dan uit te moeten roepen: Hoe lang, Heere, zult Gij mij steeds vergeten? Als de Heere Zijn aangezicht gaat verbergen, wat wordt het dan toch benauwd! En toch was de morgenstond voor de Kerk gaan gloren. Voor de goddeloze was het: de morgenstond is gekomen, en het is nog nacht. Israël zou verlost worden uit Babel. Ach, zegt u misschien: het is voor mij buiten hoop! Nee, nee, zegt de wachter, de morgenstond is gekomen! Wat is die morgenstond? Dat is die Morgenster Die in de nacht is gaan schijnen. Wat een wonder als in die nacht de hoop der zaligheid mag oplichten in Christus. Wanneer de schuld gevoeld en betreurd wordt en zij dan die Morgenster in het oog mogen krijgen. Als het dan waarheid mag worden in de ziel: Komt dan, en laat ons tezamen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol (Jes. 1:18).

Hebt u zo de morgenstond in uw leven mogen ervaren? Wachter wat is er van den nacht? Ja, het zal een keer dag worden. Voor wie dan? Wel, voor diegenen die de Heere vrezen. Jesaja nodigt hier vijandige Edomieten: wilt gijlieden vragen, vraagt; keert weder, komt. Bekeert u van uw boze wegen, keert weder! Als heraut van zijn grote Zender: Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven (Matth. 11:28). Voor diegenen die deze Borg nodig kregen, maar ook voor hen die Hem reeds hebben leren kennen in Zijn Borgtochtelijk werk. O, die Persoon, al was het in de verte te hebben mogen aanschouwen! Ook bij hen zal die nacht eens opgeklaard worden. Straks zal Hij voor Zijn kerk die Morgenster zijn. Dan wordt het nooit meer nacht. Dan zal God alle tranen van hun ogen afwissen en de morgenstond van de nieuwe wereld zal dan aanbreken. Voor eeuwig en altoos.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2017

De Wachter Sions | 16 Pagina's

Wachter, wat is er van den nacht?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2017

De Wachter Sions | 16 Pagina's