Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

”Waarom was ’t op mij gemunt?”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

”Waarom was ’t op mij gemunt?”

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze eeuwige en onverdiende genade van onze verkiezing wijst en prijst ons de Heilige Schrift daarmede allermeest aan, wanneer zij wijders getuigt dat niet alle mensen zijn verkoren, maar sommigen niet verkoren, of in Gods eeuwige verkiezing voorbijgegaan, namelijk die welke God naar Zijn gans vrij, rechtvaardig, onberispelijk en onveranderlijk welbehagen besloten heeft in de gemene ellende te laten, in dewelke zij zichzelven door hun eigen schuld hebben gestort, en met het zaligmakend geloof en de genade der bekering niet te begiftigen, maar hen in hun eigen wegen en onder Zijn rechtvaardig oordeel gelaten zijnde, eindelijk niet alleen om het ongeloof, maar ook om alle andere zonden, tot verklaring van Zijn gerechtigheid, te verdoemen en eeuwiglijk te straffen. En dit is het besluit der verwerping, hetwelk God geenszins maakt tot een auteur van de zonde (hetwelk godslasterlijk is te denken), maar Hem stelt tot haar verschrikkelijken, onberispelijken en rechtvaardigen Rechter en Wreker. (DL, Hfdst. I, art.15).

Diepe verwondering

Van de hand van de zeventiende-eeuwse Middelburgse dichter Pieter Boddaert (1694 - 1760) zijn de volgende dichtregels:

Waarom hebt Gij mij verkoren?
Waarom was ’t op mij gemunt;
Waar er duizend gaan verloren
Die Gij geen ontferming gunt?
Schoon Gij ruim zo grote zonden
hebt in mij als hen gevonden?

’k Weet geen reden uit te speuren,
Dan Uw vrije wil alleen;
Die geen deugden uit wou keuren;
– Trouwens Heer’, Gij vond er geen! –
Opdat niemand ooit op aarde
roemen zou op eigen waarde
.1

Wie het gehele gedicht van 20 coupletten leest, proeft iets van de verwondering waarmee artikel 15 opent. In de voorafgaande artikelen is uitvoerig gewezen op het wonder van Gods genadige verkiezing. Zij is totaal onverdiend. Zij wordt bewezen uit louter genade. Het loflied over deze onverdiende en genadige verkiezing krijgt in artikel 15 diepe, donkere bastonen, en leidt daarmee tot nog diepere verwondering. In de Heilige Schrift(!) lezen we immers, zo schrijft artikel 15, dat God in de verkiezing ’sommigen niet heeft verkoren’ en ’is voorbijgegaan’.
Waar er duizend gaan verloren.…
Aan het slot van dit artikel lezen we: ’En dit is het besluit der verwerping…’ Dit is het eerste artikel in de Dordtse Leerregels waar het woord verwerping voorkomt.

Voorbijgegaan

Artikel 15 wijst vooral aan dat Gods besluiten rechtvaardige besluiten zijn. Laten we eerbiedig lezen. God heeft sommigen niet verkoren. God is hen in Zijn genadige verkiezing voorbijgegaan. Door eigen schuld hebben zij zich gestort in een diep ellendige staat. God schenkt hen niet het zaligmakend geloof en de genade der bekering. Naar Zijn rechtvaardig oordeel laat Hij hen in hun eigen wegen voortgaan. Tot verklaring van Zijn gerechtigheid zal Hij hen veroordelen en eeuwig straffen. Hij doet dat niet alleen om de zonde van het ongeloof (zoals de Remonstranten leerden). Hij doet dat ook om alle andere zonden. In dit besluit van de verwerping openbaart God Zich als de verschrikkelijke, onberispelijke en rechtvaardige Rechter.

Oorzaak

Wie artikel 15 aandachtig leest, ontdekt ook de diepe oorzaak van deze onderscheiding. In alle ingetogenheid wijst artikel 15 die oorzaak aan. We lezen immers dat ’God besloten heeft.’ Er is ook hierin sprake van een Goddelijk besluit. Dat besluit is genomen ’naar Gods geheel vrij, rechtvaardig, onberispelijk en onveranderlijk welbehagen’. Hoewel bewijsplaatsen uit de Heilige Schrift in dit artikel niet worden genoemd, staan er vele in de Acta vermeld. We noemen slechts: Mal. 1:2; Matth. 11:25,26, 13:11; Luk. 2:34, 10:2; Joh. 9:39, 12:37-40; 13:18; Rom. 9: 18; 2 Thess. 2:11; 1 Petr. 2:8; Judas:4.
Een ernstvolle vraag tot besluit. Leerden we ooit verwerpelijk voor God te zijn vanwege de overtreding van Gods wet en vanwege ons verwerpen van het evangelie?

Noot

1. Uit: Geestelijke Gezangen, vertonende de Vorst des Levens, 1753, Pieter Boddaert.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2018

De Wachter Sions | 12 Pagina's

”Waarom was ’t op mij gemunt?”

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2018

De Wachter Sions | 12 Pagina's